Voor de evaluatie van de Wmo, in opdracht van VWS, heeft de SCP bij alle gemeenten de Wmo-coördinatoren bevraagd en onderzoek gedaan onder belangrijke actoren als Wmo-raden en cliëntenorganisaties. Het is niet nieuw dat mensen met een psychische aandoening problemen hebben met het aanvragen van Wmo-voorzieningen. ‘Al uit eerder onderzoek blijkt dat zij hun problemen moeilijk voor het voetlicht brengen’, legt projectleider Mirjam de Klerk van het SCP uit. ‘Loketmedewerkers weten vaak onvoldoende van psychische problematiek. Die is ook niet altijd zichtbaar. Zij kunnen zich bijvoorbeeld moeilijk inleven in iemand met angsten.’
Schoenen
Mensen met psychische aandoeningen haken sneller af als zij allerlei papieren moeten invullen, vervolgt De Klerk. ‘Ik kan me zo voorstellen dat zij ook minder snel terugvallen op een sociaal netwerk. Bij ouderen zie je toch vaak dat de kinderen helpen met een aanvraag.’ Volgens de projectleider moet je sterk in je schoenen staan bij het Wmo-loket. ‘Sommige gemeenten zijn best terughoudend, waardoor deze groep zich snel laat afwimpelen met een formulier.’
Participeren
Voorzitters van de Wmo-raden geven aan dat in meer dan eenderde van de gemeenten de belangen van mensen met psychische problemen onvoldoende worden behartigd. ‘Dat heeft vooral te maken met dat zij zelf niet participeren in Wmo-raden’, verklaart De Klerk. ‘Er is een voorbeeld waarbij iemand met een verstandelijke beperking samen met een coach deelneemt aan de Wmo-raad. Het kan wel, als de gemeente ervoor open staat.’
Benadeeld
Uit het onderzoek blijkt overigens niet dat de Wmo-aanvraag van deze groep vaker zou worden afgewezen dan bij andere hulpvragers, stelt De Klerk. ‘Uit de cijfers blijkt niet dat zij stelselmatig worden benadeeld. Het probleem ligt vooral bij de gang naar het Wmo-loket en de aanvraag.’
Meedoen
Op 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in werking getreden. Een belangrijk doel van de wet is mensen meer te laten meedoen in de maatschappij. Gemeenten dienen mensen die dat nodig hebben, hierbij te ondersteunen. Tijdens de evaluatie is de aandacht vooral uitgegaan naar mensen met een beperking en naar het beleid dat gemeenten voor hen voeren. Worden met de Wmo de doelen van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie bereikt? Hoe geven gemeenten invulling aan de Wmo? Hebben gemeenten de juiste instrumenten om de Wmo uit te voeren? De onderzoekers registreren de meningen en ervaringen van de betrokkenen, maar doen geen aanbevelingen in het evaluatierapport.
Mantelzorgers
Andere belangrijke conclusies uit het evaluatierapport zijn: 13 procent van de mensen met een matige of ernstige lichamelijke beperking heeft behoefte aan meer ondersteuning. Ruim 90 procent van de aanvragen wordt (deels) toegewezen. Het persoonsgebonden budget is lang niet bij alle aanvragers bekend. Gemeenten verstrekken meer voorzieningen als ze meer uitgaan van de vraag van de cliënt. Mantelzorgers zijn onvoldoende op de hoogte van het ondersteuningsaanbod.
Lees hier het evaluatierapport van de Wet maatschappelijke ondersteuning ‘Op weg met de Wmo’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau.
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.
Bron: Fotopersburo Dijkstra
Mensen meer mee te laten doen in de maatschappij, participatie, dat is waar we naar streven. Het aansluiten bij klanten en klantbehoeften is dan van belang, en het is jammer dat daar weinig aandacht voor is. Ervaringen met de inzet van Motivated Inquiry laten interessante uitkomsten zien, deze zouden in deze situatie ook goed te gebruiken zijn.
Dat het niet nieuw is dat mensen met een psychische aandoening problemen hebben met het vinden van Wmo voorzieningen, is dan des te schrijnender. We weten het, maar we doen er niets aan. Het lijkt een kunst om goed samen te kunnen werken, elkaar te kunnen vinden en de handen ineen te slaan. Casemanagementoplossingen kunnen daar een bijdrage in leveren, echter veel professionals zijn daar nog huiverig voor. Spijtig, omdat de aanzet tot samenwerking dan achterwege blijft. En wie is daar de dupe van? Juist.
Het creëren van samenwerking en werkelijk aansluiting vinden bij wat groepen burgers nodig hebben staat in de kinderschoenen. Er kunnen hier grote stappen gezet worden. Zelf heb ik hier hoge verwachtingen van!