Landgoed de Hartekamp in Heemstede werd in de vijftiger jaren van de vorige eeuw gekocht door de Broeders van een katholieke kloosterorde. In deze tijd waren er in het westen van Nederland nog nauwelijks instellingen voor mensen met verstandelijke of meervoudige beperking. Om deze mensen, die vaak waren geplaatst in het zuiden van het land, dichter naar hun familie te halen, veranderden de broeders de statige villa op het landgoed in een instelling. Destijds met zo’n veertig cliënten. Inmiddels zijn er meerdere bijgebouwen en woningen op het terrein en heeft de Hartekamp vele buitenlocaties. Met 1550 medewerkers en 725 vrijwilligers worden bijna 1800 kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen met een beperking bereikt.
Zware zorgvraag
Bert Baltes: ‘Sinds de beginjaren is er veel veranderd. In eerste instantie woonden hier alleen jongens en mannen , van een “gemengde instelling” was absoluut geen sprake. Pas vanaf de eind jaren 70 kwamen er meisjes en vrouwen Daarnaast woonden hier mensen met hele uiteenlopende beperkingen en zeer diverse zorgvragen, alles liep door elkaar. Nu is dat veranderd. Op het landgoed wonen nu ongeveer 200 cliënten, allemaal met een zware en intensieve zorgvraag, zowel fysiek als gedragsmatig. Maar de meeste cliënten wonen in onze buitenlocaties en in Harteheem in Heemskerk, ook een intramurale locatie.’
Dagbesteding
Ook de cliënten “van buiten” komen met regelmaat op het landgoed. Bijvoorbeeld voor dagbesteding of om te werken in de tuin of op de boerderij. Bert Baltes is als psycholoog al bijna 38 jaar verbonden aan de Hartekamp en werkt op de diverse locaties binnen de zorginstelling. Zodoende kent hij veel van de cliënten en tijdens een wandeling over het complex blijkt dat ook duidelijk. Tussen hun werkzaamheden door maken ze allemaal graag even tijd vrij om een praatje met hem te maken.
Buitenkant
Aangekomen bij de boerderij, wordt er enthousiast naar hem gewenkt door een man van een jaar of vijftig. Hij werkt op de boerderij, maar kan nu even niets doen vanwege een verbouwing. Uitgebreid vertelt hij wat er allemaal aangepast wordt en wat dit betekent voor de dieren. Bert luistert geïnteresseerd en stelt af en toe een vraag. Eenmaal op de terugweg vertelt hij: ‘Voor een buitenstaander is het soms best lastig om met onze cliënten om te gaan. Neem bijvoorbeeld deze man: er is geen sprake van een “zichtbare” beperking of handicap. Zijn verstandelijke vermogens zijn echter te vergelijken met die van een tienjarige en zijn sociale en emotionele vaardigheden reiken niet verder dan die van een kleuter. Dit disharmonisch beeld kom je in onze wereld vaak tegen en dit maakt de risico’s van overvraging of overschatting ook groot .’
Versterkend begeleiden
Dat je als begeleider je cliënt kent, en weet hoe je met hem of haar om moet gaan, is belangrijk. ‘Wij werken vanuit onze visie heel erg vanuit de relatie. Dat noemen we versterkend begeleiden. Dat betekent dat je als begeleider een onvoorwaardelijke relatie met je cliënten opzet om ze te helpen met hun leven en de problemen die ze ervaren en dat je ze in staat stelt om zelf keuzes te maken. Sta letterlijk naast de cliënt en creëer veiligheid. Als je geen relatie opbouwt, voelen cliënten zich onveilig.’
Vakantiekrachten
En dit is precies wat de zomerperiode bij de Hartekamp ingewikkeld, maar ook speciaal maakt. Vaste begeleiders zijn soms twee tot vier weken op vakantie en hun taken worden overgenomen door collega’s of vakantiekrachten. ‘Bij sommige cliënten kan er dan onrust, angst en onzekerheid ontstaan. We proberen hier zo goed mogelijk mee om te gaan door zowel de cliënten als de medewerkers goed te informeren, maar soms is er niets aan te doen.’ Het feit dat vakantiekrachten cliënten niet kennen, kan voor moeilijkheden zorgen. Daarom zijn er inwerkprogramma’s opgesteld waarin duidelijk gemaakt wordt wat wel en niet te doen met welke cliënt. ‘Maar je kunt van vakantiekrachten niet verwachten dat ze alles weten. Er wordt rekening gehouden met waar een vakantiekracht komt te werken , met welke cliënten hij/zij te maken krijgt en welke taken hierbij horen. Ze worden ook ingezet om leuke activiteiten te ondernemen. Zoals wandelen, naar de bioscoop gaan, de stad in of naar het strand.’
Nieuwe verhalen
Maar er zit zeker ook een positieve kant aan het inschakelen van vakantiekrachten. Baltes: ‘De zomer is geen gemakkelijke tijd. We werken vanuit een visie waarin de relatie met de cliënt belangrijk is. Een aantal maanden staat dit onder druk en dat kan onrust geven. Dat is niet altijd even makkelijk. Maar het is ook een hele leuke periode. Zo is er recent bijvoorbeeld, in samenwerking met organisaties van buiten, een muziekfestival met workshops gehouden op het terrein. In de vakantieperiode zijn we sowieso meer op buiten gericht en zijn er minder vaste overleggen. Dat geeft een bepaalde sfeer. Zeker ook door de hierboven genoemde vakantiekrachten die voor een andere dynamiek zorgen. Natuurlijk vinden sommige cliënten dat lastig, maar anderen vinden het ook juist heel leuk om nieuwe mensen te ontmoeten en andere verhalen te horen.’
Lees ook deel 4 van deze serie. Daarin vertellen Linda Baars en Meindert de Groot van Buurtteam Overvecht – Spoorzoom in Utrecht over hun zomer. ‘Net als bewoners ga ik in de zomer meer de straat op en maak ik een praatje met mensen die ik tegenkom. Daar haal ik veel informatie vandaan.’ Lees meer >>