Visser-Vogel onderzocht hoe moslimjongeren hun religieuze identiteit ontwikkelen. Hiervoor hield zij diepte-interviews met tien voormalige leerlingen van de islamitische school voor voortgezet onderwijs Ibn Ghaldoun.

Combineren

Visser-Vogel stelt dat haar onderzoek niet direct aanleiding voor zorgen geeft, maar ‘het roept wel de vraag op of de checklists kloppen om radicaliserende jongeren te signaleren’. Ze geeft aan dat het goed mogelijk is participatie in de samenleving te combineren met een streven naar segregatie van de eigen geloofsgroep. Hoewel de jongeren via hun baan, studie of vriendenkring volop participeren in de Nederlandse samenleving, voelen ze zich er niet mee verbonden. De jongeren willen zich vooral inzetten voor hun eigen (islamitische) gemeenschap, zo stelt Visser.

Invloed

Uit het onderzoek blijkt dat een aantal zaken belangrijk zijn voor de streng gelovige moslimjongeren: het verwerven van kennis, het deelnemen aan en betrokken zijn bij hun eigen (religieuze) gemeenschap en het gehoorzamen en opvolgen van de geboden van Allah. Dit maakt dat religieuze leiders meer invloed hebben op de geloofsidentiteit van de moslimjongeren dan ouders of docenten. Ouders hebben wel veel invloed op de persoonlijke ontwikkeling van de jongeren.

Kennis

Visser-Vogel denkt dat dat komt doordat het kennisniveau van veel ouders beperkt is, terwijl kennis voor strenggelovige jongeren juist een belangrijke bron is voor de ontwikkeling van hun religieuze identiteit.

Voor ouders en familieleden die zich zorgen maken over hun radicaliserende kinderen is er een hulplijn van het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN). Lees meer>>

Visser-Vogel promoveert 19 mei promoveert aan de Universiteit Utrecht op haar proefschrift ‘Religious identity development of orthoprax Muslim adolescents in the Netherlands’.