Staatssecretaris Martin van Rijn kondigde dinsdag 4 oktober aan dat hij de bestaande afspraken rond het signaleren van kindermishandeling wil aanscherpen. Dit is hard nodig volgens Aafke Scharloo. Volgens haar behoren seksueel misbruik en mishandeling van kinderen namelijk tot de slechtst gesignaleerde zaken. Dat is op zich niet vreemd. ‘Ziekte is natuurlijk veel makkelijker te signaleren dan misbruik. Maar dat neemt niet weg dat we er iets aan moeten doen.’
Meldcode
Dankzij de meldcode gaat het aantal meldingen de laatste jaren wel omhoog, maar het gaat Scharloo niet snel genoeg. ‘Wat mij betreft mag de meldcode minder vrijblijvend zijn. Nu is het zo dat professionals een keuze hebben om ofwel te melden of zelf hulp te verlenen. Dat is een kwetsbaar systeem waarbij kinderen gemakkelijk onder de radar kunnen verdwijnen.’
Vroegsignalering
Daarnaast merkt de psycholoog dat het niet goed lukt om de keten te sluiten. ‘In de hele keten hebben we voortdurend te maken met kinken in de kabel: van vroegsignalering tot daadwerkelijke hulp. We hebben bijvoorbeeld te maken met drempels om te melden, lange wachtlijsten en soms zelfs perverse prikkels. Daarmee bedoel ik bijvoorbeeld dat Veilig Thuis in sommige gemeenten de opdracht heeft om zelf zo min mogelijk onderzoek te doen. Daardoor kan het gebeuren dat meldingen gewoon teruggekaatst worden naar de melder.’
Lange baan
Wie er wel voor kiest om te handelen bij vermoedens van misbruik of mishandeling, krijgt veel werk op zijn bordje. ‘Als je dan bedenkt dat veel professionals het onderwerp toch een beetje eng vinden, zich niet gesteund voelen door hun baas en al weinig tijd hebben voor al het werk dat ze moeten doen, kan dat betekenen dat de zaak toch op de langere baan wordt geschoven.’
45 Procent van de professionals voelt zich onvoldoende toegerust goed om te gaan met vermoedens van kindermishandeling. Hoe kan de gemeente vorm geven aan preventie? Hier zijn 10 praktische handreikingen. Lees meer >>
Enorme gevolgen
Al met al zitten we volgens Scharloo met een enorm probleem. ‘Iedere zaak van seksueel misbruik en mishandeling die niet wordt opgepakt, heeft enorme gevolgen. Op korte termijn als het gaat om veiligheid van kinderen en het recht om in een goede situatie op te groeien. Op lange termijn weten we dat als kinderen in onveilige situaties opgroeien, de kans flink toeneemt dat ze op latere leeftijd te maken krijgen met de lichamelijke en psychologische of psychiatrische gevolgen hiervan. Ook is de kans groter dat er verslavingen ontstaan of schadelijk gedrag voor anderen en kunnen de nare jeugdervaringen doorwerken in de opvoeding van de eigen kinderen.’
Veiligheid kind voorop
Het moet dus anders. Maar hoe dan? Om echt stappen te zetten in het voorkomen en stoppen van kindermisbruik en –mishandeling, moet vooral de oriëntatie van professionals veranderen. Scharloo: ‘Zodra er een kind in het spel is en dit kind in gevaar kan komen, moeten we de veiligheid van het kind altijd voorop stellen. Nu staan nog vaak de wensen van ouders of de samenwerkingsrelatie met ouders voorop. En vermoed je misbruik of mishandeling? Dan moet je je eigenlijk als een terriër in de zaak vastbijten en niet meer loslaten tot het kind veilig is. Dit kost tijd en lef, maar wil je de veiligheid van het kind te kunnen garanderen, dan moet je soms buiten de lijntjes durven kleuren of een stapje extra willen zetten dan strikt noodzakelijk.’
Samenwerking
Daarbij vindt Scharloo dat professionals altijd de meldcode moeten hanteren. ‘Melden bij Veilig Thuis moet makkelijker kunnen. Daar wordt overigens ook aan gewerkt.’ Ook de samenwerking tussen instanties moet beter. ‘Verdeeld over allerlei hulpverleningsinstellingen hebben mensen stukjes informatie, maar niemand legt de hele puzzel. De verkokering van de hulpverlening werkt daar ook niet aan mee. Een plicht op informatiedeling als er mogelijk kinderen in gevaar zijn, zou mooi zijn. De basistendens is nu dat we niet delen tenzij. We zouden dat moeten omdraaien: als er een mogelijk gevaar voor een kind is, moet je wél delen tenzij.’
Risicofactoren
En dan is er nog een ander probleem als het gaat om signaleren van kindermishandeling of –misbruik. Scharloo: ‘We zijn het gewend om te kijken naar het kind. Zien we daar geen signalen? Dan gaan er geen alarmbellen af. Maar daar gaat het mis. Geen signalen betekent niet dat er niets aan de hand is.’ Ze drukt professionals dan ook op het hart om ook naar mogelijke risicofactoren om het kind heen te kijken. Zulke risicofactoren kunnen bijvoorbeeld armoede, een lage opleiding of psychiatrische problemen bij ouders en ouders die zelf een trauma hebben of bijvoorbeeld verslaafd zijn. Scharloo: ‘Er zijn heel veel ouderfactoren waarbij een rood vlaggetje omhoog moet gaan. Heb je veel rode vlaggetjes? Wees dan ook alert op misbruik of mishandeling en onderzoek dat.’
Signaleren doet escaleren! Een kort bericht in de media(1) lijkt te suggereren dat er weer een nieuw meldpunt kindermishandeling bijkomt, maar niets is minder waar. Hoewel het in de Volkskrant genoemde initiatief van Jan Dirk Sprokkereef wel bijdraagt aan het toch al zo hysterische karakter van het jeugdbeschermen in Nederland, zal er met de Stichting Veilig Thuis helemaal niets veranderen ten opzichte van de oude situatie. Voorheen werden meldingen over kinderen in de knel gedaan bij het AMK (Advies en Meldpunt Kindermishandeling) en het SHG (Steunpunt Huiselijk Geweld) afzonderlijk, maar sinds de Decentralisatie moest dat worden samengevoegd in het AMHK. Dat deze samenvoeging ‘als een tang op een varken’ sloeg werd al vermeld door de voormalig Jeugdzorgbestuurder in Amsterdam Erik Gerritsen in zijn column op Binnenlands Bestuur.(2) Lees verder… http://svensnijer-essays.blogspot.nl/2016/10/signaleren-doet-escaleren.html