De IGZ onderzocht eerder al de signalering van kindermishandeling op de spoedeisende hulp afdelingen van ziekenhuizen, op de huisartsenposten en in de jeugdgezondheidszorg. Sinds 2012 onderzoekt de IGZ ook in andere sectoren van de gezondheidszorg of zij werken met een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, of die meldcodes de juiste stappen bevatten en of het personeel geschoold is in het gebruik van deze meldcode. Na onderzoek in 2013 bleek dat de invoering van de meldcode varieerde, maar nog onvoldoende was en dat medewerkers te weinig geschoold waren in het gebruik van de meldcode. In 2016 deed de IGZ een nieuw onderzoek. Daaruit blijkt nu dat de implementatie van de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld nog steeds onvoldoende is.
Signalering en scholing
De IGZ stelt: ‘Het onderzoek geeft een beeld van het gebruik van de meldcode bij huisartsen, ziekenhuizen, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, mondzorg en ouderenzorg. De verschillen tussen de sectoren in het gebruik van de meldcode zijn groot. Het signaleren van kindermishandeling en huiselijk geweld is in sommige sectoren nog steeds onvoldoende, net als scholing over deze problematiek.’
‘Volg de meldcode altijd, ook als je twijfelt. Mishandeling op welke wijze dan ook is nooit acceptabel. Bedenk ook: als er sprake is van geweld in afhankelijkheidsrelatie, kan het zo zijn dat geweld zich niet op één, maar op meerdere personen richt. Dan heb je als hulpverlener maar één taak en dat is de situatie doorbreken.’ Lees meer >>
Kindcheck
Uit het onderzoek komt onder meer naar voren dat een groot deel van de respondenten aangeeft dat de kindcheck niet periodiek herhaald wordt. ‘Dit lijkt het beeld uit de calamiteitenonderzoeken te bevestigen dat de kindcheck in de ggz nog te veel gezien wordt als een “afvink” item dat verplicht gedaan moet worden aan het begin van een behandeling. De kindcheck is ingevoerd om te zorgen dat de zorgverlener oog heeft voor relevante risico’s. Immers, sommige ziekten of problemen van de eigen cliënt of patiënt leveren een hoger risico op voor het goed en veilig uit kunnen voeren van de ouderrol van de cliënt of patiënt. Problemen op dit vlak kunnen zich op elk moment in de behandeling voordoen, waarbij bepaalde fases in de behandeling extra kwetsbaar zijn. Het is goed hulpverlenerschap om daar doorlopend alert op te zijn.’
Na- en bijscholing
De IGZ benadrukt dat scholing van belang is om signalen van huiselijk geweld en kindermishandleing te kunnen herkennen. Omdat dergelijke scholing geen deel heeft uitgemaakt van de basisopleiding van zorgverleners, dienen zij bij- of nascholing te volgen. ‘Opmerkelijk is dat slechts de helft van de respondenten zegt scholing te hebben gehad in het gebruik van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Ook op de vraag of nieuwe collega’s die contact hebben met patiënten binnen drie maanden worden opgeleid om de meldcode te kunnen gebruiken, antwoordt slechts ruim 25 procent positief.’
Inhaalslag
De IGZ roept alle veldpartijen op ‘een stevige inhaalslag’ te maken in het professioneler en effectiever omgaan met de problematiek rondom huiselijk geweld en kindermishandeling. ‘Dit is van belang voor de patiënten, zowel de slachtoffers als de daders.’ In samenwerking met ‘het veld’ gaat de IGZ de resultaten uit haar onderzoek gebruiken om na te gaan wat op het gebied van preventie, signalering, aanpak en behandeling van kindermishandeling en huiselijk geweld beter kan en moet en wat de rol van de inspectie daarbij kan zijn.
Download hier het hele rapport van de IGZ.