Bestrijden van radicalisering is een kwestie van maatwerk. Je kunt je wel voornemen om het radicaliseringsproces een halt toe te roepen, maar dat kan tot ongewenste neveneffecten leiden. Bijvoorbeeld tot radicalisering. Daarom moeten overheden zorgvuldig bekijken welke maatregelen effectief en proportioneel zijn. Dat staat in het ‘Beleidskader aanpak radicaliseringshaarden’ van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb).
Beleidskader
Het beleidskader is onlangs door de ministers Remkes van Binnenlandse Zaken en Donner van Justitie naar de Tweede Kamer gestuurd en vormt de uitwerking van eerder door het kabinet aangekondigde maatregelen. Bij de aanpak van radicaliseringshaarden moet de overheid zich ervan verzekeren dat ongewenste neveneffecten zo veel mogelijk worden voorkomen. De kans op dergelijke neveneffecten is ‘reëel’, aldus de NCTb. Zo kan de verstoring leiden tot het verplaatsen van het radicaliseringsproces. Ook kunnen maatregelen leiden tot gevoelens van discriminatie en stigmatisering, wat juist polarisatie en radicalisering kan bevorderen.
Afweging
‘Het is dus van groot belang zorgvuldig een afweging te maken tussen de te nemen maatregel, het gewenste effect en het te verwachten resultaat,’ aldus de nota. Volgens de NCTb kunnen percepties van discriminatie voorkomen worden door de inzet van sleutelfiguren uit de eigen gemeenschap, het opbouwen van goede netwerken tussen bestuur en gemeenschappen en door multi-etnisch politiewerk.