Meer dan 22 procent van de mensen die in de bijstand en in een re-integratietrajct zitten, is in 2014 ook daadwerkelijk aan betaald werk gekomen. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Van de groep mensen in de Wet Werk en Bijstand (WWB) die geen re-integratievoorziening hebben, kwam slechts 8 procent aan het werk. Re-integratie naar werk heeft dus succes, maar de voorzieningen en de mogelijkheden er gebruik van te maken, verschillen nogal per gemeente.
Re-integratie
Gemeenten voeren de WWB uit en ook de re-integratievoorzieningen. Bij re-integratie gaat het om verschillende vormen van trainingen, bijvoorbeeld een sollicitatietraining. Maar het gaat ook om regelingen waar de baan bij inbegrepen is, zoals loonkostensubsidie of participatieplaatsen bij een bedrijf of organisatie. De gemeente bepaalt welke voorziening ze aanbiedt.
Verschil
Uit de cijfers van het CBS blijkt dat meer mannen (46 procent) dan vrouwen (39 procent) in 2014 gebruik konden maken van een re-integratievoorziening. Ook blijkt een hogere leeftijd reden om minder snel een re-integratietraject aan te bieden. Re-integratie is ingezet bij 61 procent van de 15- tot 27-jarigen, maar onder 55-jarigen kreeg 23 procent een traject aangeboden.
Veel mensen op het bestaansminimum krijgen deze maand te maken met de verrekening van toeslagen voor bijvoorbeeld huur en zorg. Dat kan ertoe leiden dat vooral mensen op het bestaansminimum in januari 2016 in grote problemen komen. Lees meer>>
Bijstand
Naarmate mensen langer in de bijstand zitten, wordt de kans op betaald werk minder. Toch kiezen gemeenten ervoor eerder een re-integratievoorziening in te zetten voor mensen die minder dan een jaar in de bijstand zitten. Het CBS constateert dat sowieso de kans op een baan toeneemt als je in een re-integratietraject zit. Dat geldt voor zowel de mensen die langer dan een jaar in de bijstand zitten als voor mensen die er korter in zitten.
Uitkeringsduur
Van de groep die minder dan een jaar een WWB-uitkering had, kreeg 35 procent in 2014 met voorziening een baan. Zonder voorziening lukte het 20 procent om aan het werk te gaan. Binnen de groep met een uitkeringsduur van minimaal 5 jaar was dat 7 procent met re-integratie tegenover 2 procent zonder re-integratie.