Margo Trappenburg, bijzonder hoogleraar Grondslagen van het Maatschappelijk Werk aan de Universiteit voor Humanistiek en Hoofddocent Bestuurs- en Organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht, stond niet te juichen op het moment dat Nederland overging van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving. Natuurlijk erkent ze dat er ook aan de verzorgingsstaat nadelen zitten, maar wat haar betreft is het toch één van de mooiste menselijke uitvindingen. ‘Maar ik ga er niet over wat de Nederlandse regering besluit en de omslag is gemaakt. Ik vind alleen wel dat we ons meer zouden moeten verdiepen in de voor- en nadelen die dit met zich meebrengt.’
‘Ik vraag me af, als iemand oud is, niks meer te melden heeft, geen interesses meer heeft, kinderen heeft die zelfstandig zijn en uit het leven wil stappen, welk recht de samenleving dan heeft om dat te ontzeggen? Op die vraag krijg ik nooit een antwoord.’ Lees meer >>
Rekening houden
Aanhangers van een meer participerende samenleving, werden in de verzorgingsstaat bediend doordat ze onder meer gebruik konden van een persoonsgebonden budget (pgb) om zo zelf zorg in te kopen of door de mogelijkheid die werd geboden voor de creatie van wooncollectieven. Trappenburg is van mening dat er in de participatiemaatschappij daarentegen te weinig rekening gehouden wordt met de mensen die zich prettiger voelden in de verzorgingsstaat.
Voltooid leven
Om dit te illustreren, verwijst de hoogleraar naar de discussie over de voltooid leven wet. ‘We verplichten ouderen die meer zorg en ondersteuning nodig hebben nu om ofwel hun omgeving fysiek tot last te zijn of zelf dure zorg te kopen door bijvoorbeeld in een serviceflat te gaan wonen maar zo ook hun kinderen een erfenis te ontzeggen. Natuurlijk, sommige mensen hebben geen geld om na te laten en anderen hebben ruim voldoende geld om de zorg te betalen en nog iets over te laten voor hun kinderen. Maar de groep ouderen die een bescheiden erfenis heeft, moet kiezen tussen twee kwaden. Ik kan me goed voorstellen dat die groep omwille van hun kinderen de behoefte krijgt om eruit te stappen. Als we verder willen met de discussie over voltooid leven moeten we ons afvragen of dat wel of niet wenselijk is’
Altruïstische redenen
Trappenburg zou het liefst zien dat we de keuze voor een participatiesamenleving in plaats van een verzorgingsstaat nog eens heroverwegen. Maar als dat niet gebeurt, moeten we ons in de lopende discussie over voltooid leven afvragen of mensen hun leven ook voltooid mogen vinden om altruïstische redenen.
Ondraaglijk lijden
Omdat de voltooid leven wet voorlopig even van tafel lijkt te zijn, ontstaat er volgens Trappenburg een wenselijke denkpauze om alle voor- en nadelen nog eens goed door te nemen. Maar moet dat dan ten koste gaan van de groep ouderen die nu al voor dit dilemma staat? ‘Voor de doelgroep die nu in beeld is, en die geholpen zou kunnen zijn met een voltooid leven wet, zou je je kunnen afvragen of die mensen niet gewoon al geholpen kunnen worden. In deze gevallen gaat het meestal om mensen met een stapeling van ouderdomskwalen die maken dat ze steeds hulpbehoevender worden. Ze worden bijvoorbeeld slechtziend, slechthorend, gaan slechter lopen en krijgendiabetes. Aan geen van die ouderdomskwalen overlijd je, maar ze zijn wel zeer verdrietig en pijnlijk. Je zou nog wat sterker kunnen benadrukken dat een stapeling van ouderdomskwalen kan worden aangemerkt als uitzichtloos en ondraaglijk lijden in de zin van de huidige Euthanasiewet.’
Koppeling met de voorbeelden hier is wellicht wat ongelukkig. De keuzevrijheid en het ook ‘nee’ mogen zeggen tegen al dat geparticipeer, dat in-je-eigen-kracht-moeten-staan en dat krampachtig terughalen van de jaren ’50-cultuur, zou wel veel meer aandacht en ruimte mogen krijgen. Het wordt nu wat weggemoffeld onder het tapijt omdat dit niet goed uitkomt, vanuit pseudo-sociaal en economisch perspectief. Meer tegenkracht uit samenleving en wetenschappelijk-sociologsiche hoek zou best mogen!
Doodeng dit. Hier wordt de participatiewet gekoppeld aan de discussie rondom voltooid leven. Deze mevrouw de bijzondere hoogleraar kan zich voorstellen dat ouderen de erfenis voor hun kinderen niet willen hoeven spenderen aan dure zorg en daarom geholpen moeten worden er een eind aan te maken. Door de voltooid leven-wet te verruimen: dat mensen er ook uit “altruïstische motieven” een eind aan mogen maken. Maar omdat dat nu nog niet kan, stelt ze voor dat het makkelijker moet worden gemaakt onder de huidige voltooid leven-wet om mensen te “helpen” namelijk hierdoor: “Je zou nog wat sterker kunnen benadrukken dat een stapeling van ouderdomskwalen kan worden aangemerkt als uitzichtloos en ondraaglijk lijden in de zin van de huidige Euthanasiewet.’ (Dat lees ik zo toch goed, of ben ik nou gek???) De volgende stap, als de geesten er rijp voor zijn, is logischerwijs om mensen die te duur worden een stevig handje te helpen om de lastendruk voor de samenleving te beëindigen. Een glibberig en hellend vlak.
Dat las ik ook. Brrrr.