Janette de Haas (51) is net een paar dagen terug uit Mali als het interview plaatsvindt. ‘Het is daar nu de heetste tijd van het jaar’ vertelt ze. ‘Niemand doet veel. Alhoewel ik vind dat ik zelf nog aardig wat presteer in die hitte.’ De Haas weet van aanpakken. Zoals ze zelf zegt, heeft ze altijd veel energie gehad. In jongerencentrum Miriyawalé, dat ze samen met haar Malinese man Abou Camara opzette, is ze zes dagen per week van negen ’s morgens tot acht uur ’s avonds aan het werk. En op zaterdag is er altijd film en feest en is ze pas rond middernacht thuis. Alleen op maandag is ze vrij. ‘Dat is mijn “moldag”. Dan zit ik de hele dag thuis te lezen en wil ik niemand zien.’
Apathisch
De Haas, een echte Groningse, houdt van veel mensen om zich heen. Ze groeide op in een groot gezin. Zelf heeft ze eigen en pleegkinderen. Anderen helpen en zich dienstbaar opstellen zitten in haar aard: ‘Misschien dat dat komt door mijn gereformeerde opvoeding.’ Toen haar man, na twintig jaar verblijf in Nederland, terugverlangde naar zijn geboorteland, ontstond het plan om in Mali te gaan wonen. De Haas werkte toen al tien jaar als jongerenwerker in Den Helder. Haar man, een muzikant, werkte ook veel met jongeren. Drie jaar geleden emigreerden ze naar de stad Sikasso.
Lees verder in Zorg + Welzijn Magazine nr 7-8, juli 2011.