Johannes van den Akker kocht met een aantal mensen in 2014 een rij appartementen in Kleiburg, een van de sloophamer geredde ‘klusflat’ in de Amsterdamse Bijlmer. Samen verbouwden ze de woningen tot een klooster, genaamd Kleiklooster, en creëerden daarmee een spirituele en gastvrije plek voor ‘kloosterlingen’ en buurtbewoners. Er kwam een kapel, een gezamenlijke keuken, een woonkamer en een ontmoetingsruimte. Én er kwamen drie gastenkamers voor mensen die tijdelijk onderdak nodig hebben. Drie kilometer verderop, in brouwerij Kleiburg, wordt inmiddels het eigen kloosterbier gebrouwen en verkocht. Met de opbrengsten hiervan wil het klooster uiteindelijk in haar kosten kunnen voorzien.
Moderne monnik
Johannes – vriendelijke blik en volle baard – zou je kunnen typeren als een ondernemende duizendpoot met een groot sociaal hart. Een moderne monnik en sociaal ondernemer, echtgenoot en vader van vijf kinderen. Hij studeerde bouwkunde en theologie en begeleidt met zijn adviesbureau ‘Hoe Dan Wel’ maatschappelijke organisaties om ondernemender te worden. We treffen elkaar bij Brouwerij & Proefzaak Kleiburg, buiten op het grote terras met picknicktafels en bakken bamboe, een groene oase tussen alle kantoorgebouwen van Amsterdam Zuidoost.
Omzien naar elkaar
Geïnstalleerd aan een van de tafels, vertelt Johannes dat hij op zeker moment afscheid nam van zijn rationele, bijna academische manier van geloven. ‘Ik ging me steeds meer afvragen wat het geloof waard is als het zich beperkt tot je eigen hersenpan. Dus ik ging op zoek naar manieren om Bijbelse termen als barmhartigheid, gerechtigheid en “omzien naar elkaar” in de praktijk te brengen. Ik zocht vooral een vorm waarbij ook mijn kinderen het geloof kunnen ervaren en opgroeien met een brede blik. Ik wil hen laten zien dat je “iets” kan doen voor je medemens. Dat het negeren van problemen geen optie is.’
Buurthuis
‘Eerst dacht ik: we gaan een buurthuis starten. Maar dan zijn wonen en werk gescheiden en haal je de ervaring toch weer weg bij de kinderen, terwijl ik hen juist die ervaring wil meegeven. Vervolgens dacht ik: stel dat er meer schouders zouden zijn? Dat een aantal mensen zich committeert aan een plek, zich settelt en zich met die plek verbindt? Dus wel een soort buurthuis, maar dan in combinatie met wonen en geloven. Een plek waar altijd iemand thuis is om de deur open te doen. Waar op een vaste tijd gebeden wordt en een kaars brandt als symbool voor geloof en licht voor de buurt.’
Gastenkamers
En zo ontstonden de contouren voor het Kleiklooster, een stichting die nu bijna vijf jaar bestaat. Het klooster telt vijf huishoudens, acht volwassenen (een combinatie van singles en gezinnen) en acht kinderen. Alle bewoners hebben wel ‘iets’ met het christelijke geloof, maar allemaal verschillend. Elke woensdagavond wordt een gezamenlijke maaltijd bereid waarbij ook buurtbewoners welkom zijn. In de drie gastenkamers verblijven meestal dakloze gezinnen, vaak moeders met kinderen. Twee gastenkamers zijn officiële opvangplekken waar mensen via de GGD geplaatst worden. De andere kamer is een niet-officiële kamer, waarin meestal ongedocumenteerden verblijven, aangemeld via de organisatie Wereldhuis. Doorgaans blijven de mensen zes tot soms wel acht maanden.
Geen dossierhouder
‘We bieden hoofdzakelijk onderdak, we zijn geen dossierhouder en verdiepen ons niet in de vraag waarom iemand dakloos is geworden of welke problemen er zijn. We zijn een goede buur, soms een mantelzorger. Mensen die hier komen, zitten vaak vol met spanning. Hier kunnen ze een beetje op adem komen om vervolgens weer verder te gaan, liefst naar een meer structurele plek om te wonen’, aldus Johannes.
Zelf bedruipen
Tot nu toe bekostigen de bewoners grotendeels zelf de gastenkamers en het eten. Daarnaast krijgen ze maandelijkse donaties van een vriendenachterban en betaalt de GGD hen een vergoeding voor de opvang. De bedoeling is dat het klooster zich op den duur zelf kan bedruipen met de opbrengsten van het kloosterbier.
Waarde creëren
Johannes is oprichter en directeur, maar bemoeit zich niet met de dagelijkse leiding van de brouwerij. Hij richt zich vooral op de grote lijnen: ‘We zijn heel hard bezig om ons merk neer te zetten en om onze brouwerij, een B.V., te wortelen en verstevigen in de Bijlmer. Het bier draagt enorm bij aan de bekendheid van het klooster – en vice versa. We zijn een duurzaam merk, een sociale onderneming. Hier werken ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Brouwerij Kleiburg vertegenwoordigt de waarden van het klooster. We zijn geen geldmachine, we willen waarde creëren.’