Uit onderzoek van de Rekenkamer, twee jaar geleden, bleek dat het aantal laaggeletterden bijna twee keer zo groot was dan gedacht: zo’n 2,5 miljoen Nederlanders kunnen niet goed genoeg lezen, schrijven en/of rekenen. Dat heeft vaak tot gevolg dat mensen een baan hebben met een laag brutoloon, een uitkering of zelfs in armoede leven. Geke van Velzen, directeur-bestuurder van de Stichting Lezen & Schrijven: ‘Sociaal professionals komen juist bij deze kwetsbare groep achter de deur. Zij zijn belangrijk om laaggeletterdheid te herkennen en mensen te verleiden om met taal aan de slag te gaan.’
Kosten van laaggeletterdheid
In opdracht van de Stichting Lezen en Schrijven berekende accountants- en adviesbureau PricewaterhouseCoopers (PWC) de maatschappelijke kosten van laaggeletterdheid. De uitkomst: 1,1 miljard euro. De helft van de kosten van laaggeletterdheid komt voor rekening van de mensen zelf, door gemiste inkomsten die ze wel zouden hebben als ze een baan of een beter betaalde functie zouden hebben. De andere helft van de 1,1 miljard euro aan kosten is voor rekening van de overheid en de maatschappij, door lagere belastingopbrengsten, meer uitkeringen en hogere zorgkosten.
Taalachterstand
De oorzaken van laaggeletterdheid zijn divers. Zo komt nog steeds tien procent van de kinderen van school met een taalachterstand, zegt van Velzen. Vergrijzing is een oorzaak: mensen die al moeite hebben met taal en altijd met hun handen hebben gewerkt, hebben dikwijls weinig gedaan aan het onderhouden van hun taalvaardigheid en lopen een achterstand op als ze ouder worden. Verder zorgt de komst van nieuwe Nederlandse voor een toename van het aantal mensen met een taalachterstand.
Als je de kleine lettertjes niet kunt lezen. Laaggeletterdheid is één van de redenen waarom mensen uitvallen in een schuldhulpverleningstraject. ‘We moeten van dienstverlener hulpverlener worden.’ Lees dit PREMIUM-artikel hier>>
Educatie aan laaggeletterden
De laatste jaren zijn veel gemeenten aan de slag gegaan met taalcursussen voor laaggeletterden. Maar er is nog steeds een hoge drempel, zegt Van Velzen. ‘Want veel mensen schamen zich ervoor dat ze niet goed kunnen lezen, schrijven en/of rekenen. Daarnaast is er in de afgelopen jaren bezuinigd op de volwasseneneducatie. De resultaten van het onderzoek en de grote omvang van het probleem laten zien dat gemeenten en het rijk moeten blijven investeren in educatie aan laaggeletterden.’
Sociaal wijkteam
Sociale wijkteams kunnen een belangrijke rol spelen om mensen over te halen om iets te doen aan hun taalachterstand. Van Velzen: ‘Professionals werken met de doelgroep, zij moeten zich bewust zijn van de signalen en mensen doorverwijzen naar laagdrempelige voorzieningen om de taal te leren, zoals een Taalhuis of een Taalpunt. Deze voorzieningen worden vaak in buurthuizen of bibliotheken opgezet en mede gerund door vrijwilligers.’
Belangrijke gebeurtenis
Als een belangrijke gebeurtenis in hun leven hen daartoe aanzet, gaan mensen met een taalachterstand vaak actief aan de slag om iets aan hun taalachterstand te doen, zegt de directeur-bestuurder van de Stichting Lezen & Schrijven. ‘Bijvoorbeeld als een kleinkind wordt geboren en ze willen kunnen voorlezen. Of als er iets mis gaat met het innemen van medicijnen omdat mensen de gebruiksaanwijzing niet kunnen lezen. Mensen kunnen hun laaggeletterdheid ook lang verhullen. Zo ken ik een garagemedewerker die altijd een rondje ging lopen als er iets opgeschreven moest worden. Zijn collega deed dan het schrijfwerk. Tot hij op een dag alleen in de garage stond.’
Vicieuze cirkel doorbreken
Er moet nog veel gebeuren, constateert de stichting naar aanleiding van het rapport van PWC over de enorme maatschappelijke kosten. ‘Nog steeds zijn er 2,5 miljoen mensen in Nederland die moeite hebben met lezen, schrijven of rekenen en daardoor niet goed mee kunnen doen. Preventie van taalachterstand is belangrijk, naast volwasseneneducatie. Dus voorlezen aan kinderen, helpt de vicieuze cirkel van taalachterstand in een gezin doorbreken. Op scholen moet er genoeg tijd zijn om met taal te oefenen. En voor volwassenen moeten er meer mogelijkheden zijn om hun taalachterstand in te halen. Wij hopen dat de berekeningen in het rapport daaraan bijdragen en gemeenten en professionals die taak oppakken.’