De coronacrisis brengt veel sociale problemen aan de oppervlakte. ‘Het drama zorgt voor een nieuw besef van onze eigen kwetsbaarheid’, zegt Jan Willem Bruins, directeur van de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk (BPSW). ‘Sociaal werkers houden zich altijd bezig met thema’s als eenzaamheid, angsten, armoede, werkeloosheid, onveiligheid. Door deze crisis ontdekken mensen hoe kwetsbaar ze zijn. Ook mensen die normaal “succesvol” zijn en weinig problemen ervaren.’
Solidariteit
Denk bijvoorbeeld aan mensen in de vliegtuigsector of in het bedrijfsleven. Bruins: ‘Mensen realiseren zich nu dat we allemaal afhankelijk van elkaar zijn. Dat zorgt voor een vergrote solidariteit. Ik hoop dat dat besef blijft, ook als de wereld weer wat normaler wordt.’
Bezuinigingen
Maar net als Eric van der Burg, voorzitter van Sociaal Werk Nederland, ziet Bruins het risico dat de sector loopt in de economische crisis die onvermijdelijk gaat volgen. ‘De arbeidsproductiviteit van sociaal werk kan je nauwelijks verhogen, zoals dat in de industrie wel kan. Je kunt iemand niet sneller helpen. Daardoor worden de kosten van het sociaal werk al snel een issue.’
Beschaving
‘Ik vind het een kwestie van beschaving dat je een goede sociale basis organiseert als samenleving. Dat doen we in Nederland over het algemeen vrij goed, vindt Bruins. ‘Zeker als je naar ons omringende landen kijkt. In Engeland worden mensen bijvoorbeeld veel sneller uit huis gezet vanwege huurachterstanden en schulden, dan hier.’
Innoveren
Om die traditie te onderstrepen wijst Bruins op de ontwikkeling die het sociaal werk doormaakt. ‘Sociaal werk blijft arbeidsintensief, maar we innoveren wel snel. Kijk bijvoorbeeld naar hoe het digitaal werken nu een vlucht neemt. In korte tijd hebben we ontdekt hoe we digitaal en veilig cliëntcontact kunnen hebben. Daardoor kunnen we in de toekomst meer blended hulpverlenen: digitaal en face-to-face contact combineren.’
Contactberoep
De BPSW praat mee over hoe het sociaal werk uit de lock down gaat komen, samen met andere brancheorganisaties, beroepsverenigingen en kennisinstituten. Hoe gaat het sociaal werk zijn werk doen in de anderhalvemetersamenleving? En hoe haalbaar is dat? Bruins: ‘Het sociaal werk is bij uitstek een contactberoep. Face-to-face contact is heel belangrijk. Bepaalde beroepstakken kunnen op anderhalve meter hun werk doen. Dat zien we nu meer en meer in bijvoorbeeld wijkteams. Waar ze voldoende ruimte hebben en/of met plexiglas oplossingen vinden.’
Aanraken
‘Maar soms moet je gewoon iemand aanraken. Bijvoorbeeld in de residentiële jeugdzorg, gehandicaptenzorg of bij begeleiding van mensen met psychische en gedragsproblemen. Voor die professionals is het goed dat er meer en meer beschermende middelen beschikbaar zijn.’
Traumatiserend
Waarmee een volgend dilemma zich aandient: wanneer moeten sociaal professionals wel beschermingsmiddelen dragen en wanneer niet? ‘Er zijn doelgroepen en situaties waarin je je kan voorstellen dat het niet wenselijk is om met een schort, handschoenen en een masker je werk te doen. Mensen met een bepaalde beperking begrijpen niet waarom je er zo bijloopt. Maar ook bij uithuisplaatsingen van kinderen is het eigenlijk niet wenselijk. Dat is al heel heftig, als je dan ook nog door iemand wordt meegenomen wiens gezicht je niet kan zien, dat is extra traumatiserend.’
Afwegingskader
Om een goede afweging te maken maakte de BPSW samen met het Nederlands Jeugdinstituut en Movisie een afwegingskader voor face-to-face contact. Daarin worden sociaal werkers geadviseerd om onder andere af te wegen welk risico een gezin loopt en op welke manier je naar een kunt gaan en de RIVM richtlijnen in acht kan nemen. De BPSW organiseert ook digitale bijeenkomsten, intervisie en trainingen beroepsethiek, waarin sociaal werkers hun corona-dilemma’s kunnen bespreken. En ze hebben een uitgebreid corona-dossier op hun website.