Er werken zo’n 37.200 sociaal werkers in Nederland aan maatschappelijke verandering en aan het welzijn van mensen. Deze beroepsgroep bestaat uit mensen die in verschillende functies en specialismen werken; van maatschappelijk werker en opbouwwerker tot sociaal raadslieden en jongerenwerkers. Wat bindt deze sociaal werkers? Wat is hun gezamenlijke basis om het beroep uit te oefenen en wat heb je daarvoor nodig? In het “Huis van de Sociaal werker” komen de antwoorden op deze vragen samen.
Wijkteam
Het Huis van de Sociaal Werker is de naam voor een beweging voor sociaal werkers. Op de ‘Dag van het sociaal werk op 8 december in Ede, is het Huis van de Sociaal werker geïntroduceerd. Onder deze noemer hebben de samenwerkende organisaties actiepunten voor het beroep uitgewerkt en de kernkwaliteiten opgesteld. Maar zeker ook om de beroepsgroep te profileren ten opzichte van de andere beroepsgroepen, waar de sociaal werker mee samenwerkt, bijvoorbeeld de zorgprofessionals in het wijkteam.
Sociaal werkers die op hbo-niveau in de jeugdhulp werken moeten zich vóór 1 januari 2016 vooraanmelden bij het beroepsregister Stichting Kwaliteitsregister Jeugd. Belangrijk, anders worden je diensten mogelijk niet ingekocht door de gemeente. Lees meer>>
Professionalisering
De aanleiding voor de oprichting van het Huis was het advies van de Gezondheidsraad van september 2014. Die concludeerde dat: ‘het sociaal werk in de loop van de tijd niet heeft kunnen uitgroeien tot een volwaardige en gezaghebbende professie.’ Daar moest iets aan worden gedaan en organisaties zijn nog meer gaan samenwerken om zich in te zetten voor de professionalisering en profilering van het social work. Die organisaties zijn: BPSW (voorheen Nederlandse Vereniging voor Maatschappelijk Werkers), de MOgroep, vakbonden FNV en CNV Zorg en Welzijn de Mbo-raad en Vereniging van Hogescholen en worden ondersteund door MOvisie.
Fundament
Het Huis biedt volgens Marion Suijker, voorzitter van het Landelijke Actieprogramma professionalisering welzijn en maatschappelijke dienstverlening, ‘het fundament voor de professional. Het gaat om de gemeenschappelijke aspecten van de verschillende functies die onder sociaal werk vallen.’ Dat fundament voor het beroep bestaat uit vier onderdelen: vakkennis, visie op mens en samenleving, persoonlijke kernkwaliteit en samenwerken in lokale context. Organisaties werken samen om die beroepsbasis uit te werken en te versterken. Zodat de sociaal werker, maar ook de burger waar hij voor werkt, weet wat het beroep inhoudt en wat je ervan kunt verwachten.
Kijk voor meer informatie op de website van het Landelijk Actieprogramma Professionalisering Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening>> Het Actieprogramma Professionalisering W&MD geeft informatie over beroepsontwikkeling, opleiding, scholing en feiten en cijfers. Lees meer>>
Profileren
‘Op basis van het Huis zijn opleidingen in gesprek om nieuwe onderwijsaspecten aan te dragen’, geeft Suijker een concreet voorbeeld van de professionalisering. ‘In de Cao is net een individueel keuzebudget voor sociaal werkers afgesproken. Met het nieuwe beroepsregister zijn we ook bezig het beroep te profileren in het sociaal domein.’
Toekomst
Met het initiatief voor het Huis van de Sociaal werker willen de beroepsorganisaties het beroep bij hun eigen achterban onder de aandacht brengen. Maar ook de een duidelijk beeld neerzetten van hoe het vak van de sociaal werker er in de toekomst uitziet. Marion Suijker: ‘Wij hebben met alle betrokken organisaties overeenstemming over de richting die we op gaan en wij gaan dat profiel nu in eigen kring uitdragen.’
Meer informatie over het “Huis van de Sociaal werker”? Of bouw gewoon mee aan het huis. lees meer>>