Door Ephraïm Patty -In veel onderzoeken en publicaties wordt de identiteit van radicalen wel genoemd, maar niet verder toegelicht, merkte Gielen. ‘Ik wil niet zo ver gaan om te zeggen dat de factor identiteit altijd is onderbelicht in onderzoek. Het werd altijd wel als één van de vele factoren genoemd. Ik denk dat juíst de factor identiteit vorm geeft aan radicalisering van jongeren.’
Radicalisering
De drieëntwintigjarige Gielen richtte zich tijdens het schrijven van haar afstudeerscriptie op de manier waarop de overheid met radicalisering omgaat. Hiervoor verdiepte ze zich in het antiradicaliseringsprogrammain het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart. Ook begaf ze zich onder elf rechtsradicale jongeren in Almere. Haar scriptie leidde uiteindelijk tot het boek ‘Radicalisering en identiteit. Radicale rechtse en moslimjongeren vergeleken.’
Overeenkomsten
Tijdens haar onderzoek verbaasde ze zich vooral over de vele overeenkomsten die beide groepen hebben. ‘Dan doel ik natuurlijk niet op overeenkomsten in religie of ideologie, maar op overeenkomsten in het proces naar radicalisering.’ Zo wordt hun identiteit erg bepaald door hun politieke voorkeur; de één is nationaalsocialist en de ander zuiver moslim.
Aanslagen
Verder speelt de generatiekloof tussen ouder en kind een grote rol, zo blijkt uit Gielens onderzoek. Bepaalde gebeurtenissen zoals de aanslagen van 11 september of de moord op Theo van Gogh kunnen ook tot radicalisering leiden. En beide groepen voelen zich buitengesloten en in de steek gelaten door de maatschappij.
Slotervaart
Volgens Gielen moet de overheid meer doen om de geradicaliseerde jongeren te bereiken. Ze is erg te spreken over de interreligieuze gesprekken in Slotervaart. ‘Tijdens de allereerste gesprekken werden er vooral veel felle discussies gevoerd, veel werd gezegd vanuit de wij/zij-gedachte. Maar in de loop van de gesprekken vond er een verandering plaats, het ging van discussie naar dialoog.
Profeet
‘Orthodoxe moslims die eerst nog fel van leer trokken tegen de aanwezige christenen, zeiden toen bijvoorbeeld: ‘Oké, wij accepteren dat Jezus jullie profeet is en Mohammed onze profeet.’ De gesprekken kunnen dus een middel zijn om jongeren te bereiken.’ Daarbij is het wel van belang dat het niet alleen bij één gesprek blijft, benadrukt ze. ‘Pas na een reeks van gesprekken merk je dat er meer begrip ontstaat voor elkaars achtergrond.’
Sociaal werkers
De bal ligt nu bij de overheid, zegt Gielen. En sociale professionals? ‘Ik ben bang dat zij die jongeren die al geradicaliseerd zijn, niet meer weten te bereiken. Die groep laat zich bijvoorbeeld niet zo snel in buurthuizen zien.’ Sociaal werkers kunnen alleen nog een rol spelen in de preventieve fase, denkt ze. Als jongeren eenmaal geradicaliseerd zijn, wordt het voor iedereen moeilijk om ze nog te bereiken.
Hokje
De overheid kan en moet meer aandacht geven aan het deradicaliseren van jongeren. ‘Probeer ze bijvoorbeeld te bereiken via scholen, daar zitten ze gegarandeerd. Geef daar voorlichting, praat daar met elkaar. Daarbij is het vooral van belang om je open op te stellen. Laat jongeren zelf hun verhaal doen, zonder ze meteen in een hokje te stoppen.’