‘Ons motto is: samen maken we de stad. We willen dat op alle beleidsterreinen concreet handen en voeten geven. Dus ook op het punt van economie en werkgelegenheid. Om dat te realiseren, verbinden we publieke waarde en maatschappelijke opgaven met economische bedrijvigheid. Hoe komen mensen, vooral onze inwoners met geringere kansen op de arbeidsmarkt, aan de slag: in werk of stages waar ze zich kunnen ontplooien? Hoe stimuleren we sociaal ondernemerschap en hoe verbinden we dat met de vraagstukken in de buurten en wijken? Daar zochten wij een antwoord op.‘
Social Impact Factory
Dat doen begint volgens Everhardt bij de mensen die er al mee bezig zijn: met mensen die op zoek zijn naar grotere sociale impact van hun business en ondernemers die op zoek zijn naar de manier waarop zij hun social return verplichting kunnen invullen. Daarom was Utrecht in 2014 medeorganisator van de eerste Social Enterprise Day. ‘We hebben sociaal ondernemers, start ups, reguliere bedrijven, maatschappelijke organisaties en wijkinitiatieven bij elkaar gebracht. Dat heeft verrassend veel dynamiek opgeleverd. Wij spreken dan ook graag van een beweging. En die beweging houden we gaande door nu jaarlijks een Social Enterprise Day te organiseren. Maar we stimuleren sociaal ondernemerschap ook met de Social Impact Factory, een platform waar al die partijen elkaar kunnen blijven ontmoeten, matches worden gemaakt tussen vraag en aanbod en dergelijke. Dit is uniek in Nederland.’
Social Return
De Social Impact Factory heeft de laatste drie maanden van 2015 voor 50.000 euro aan opdrachten gerealiseerd voor sociaal ondernemers via social return. In heel 2015 ging het om 385 plaatsingen. Dit is een interessante ontwikkeling, maar ook nodig, want Utrecht telde eind vorig jaar 9800 mensen in de bijstand, waarvan een substantieel deel een grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft.
Mensen met een verslavingsachtergrond en ex-gedetineerden worden door een werkgever het minst gemakkelijk geaccepteerd als werknemer dan andere mensen met een arbeidsbeperking. Lees meer >>
Decentralisaties
Volgens Everhardt zijn er creatieve mogelijkheden genoeg om mensen die nu aan de kant staan te laten meedoen en om bewoners zelf ondernemender te laten zijn, maar is de landelijke regelgeving soms spelbreker. Landelijke regelgeving zou faciliterend moeten zijn aan vernieuwing op lokaal niveau. Maar in de praktijk blijft regelgeving op verschillende vlakken tegen werken. ‘In OpMaat bijvoorbeeld, werken we samen met organisaties die zich bezighouden met werk en activering voor een kwetsbare groep Utrechters. Het doel van OpMaat is om mensen zich optimaal te laten ontwikkelen, indien mogelijk richting een (garantie)baan. We waren net stappen aan het zetten door de schotten af te breken tussen sw, Wmo en bijstand. Ik had gedacht dat ook de derde decentralisatie, die van de Participatiewet, ons daarvoor de nodige vrijheid zou geven. Maar helaas, je kunt wel zeggen dat we door het kabinet in het pak zijn genaaid. De regelgeving is verstikkend en een grote papierwinkel. Hoezo drie decentralisaties? Er worden regels bedacht vanuit wantrouwen. Terwijl onze cliënten juist vertrouwen nodig hebben en positieve prikkels. Bijvoorbeeld door bij te kunnen verdienen, iets van je loon te kunnen houden zonder alles te korten op de uitkering. Of om minder vanuit verplichtingen te werken, mensen meer zelf de regie te kunnen laten nemen voor hun weg in de maatschappij. Stimuleren, dat was toch ook de bedoeling van het activerend stelsel van sociale zekerheid?’
Lees het volledige interview van Yvette Bommeljé en Nathan Rozema met wethouder Victor Everhardt in het juninummer van Sociaal Bestek.