Door Dominique Elshout – Speeltuinbeheerder Willem van Rijswijk is geen man die zich snel van zijn stuk laat brengen. Vraag hem gerust of kinderen vaak vechten in de speeltuin, hij zal de vraag negeren en doodleuk de nadruk leggen op andere dingen. Van Rijswijk is gepokt en gemazeld in de buurt, al 28 jaar betrokken bij de speeltuin op de grens tussen de Utrechtse volkse buurten Sterrenwijk en Abstede. Van Rijswijk kent zijn pappenheimers. Sterker, hij was er zelf één. ‘Ik heb hier als kind ook nog gespeeld. We hadden een oude bus als handwerklokaal en een hok waarin we konden tafeltennissen.’
Krajicek
Oude bus en hok zijn al lang uit het zicht verdwenen, de sportspeeltuin Oost ligt er piekfijn bij. Een gesloten voetbalkooi die ook als tennisveld kan dienen, een veld voor volley, basketball of hockey, speeltoestellen, een trampoline, een ondiep zwembadje. Alles goed onderhouden en schoon.In april 2006 ging de speeltuin open. Oud-tennisser Richard Krajicek was erbij. Zijn sportstichting, de Richard Krajicek Foundation, heeft de aanleg van het tennisveld mede gefinancierd. Het Oranjefonds droeg vijftigduizend euro bij en de gemeente Utrecht deed ook een duit in het zakje. De 150.000 euro die de nieuwe speeltuin kostte, bleken geen beletsel. En uit de buurt kwamen geen bezwaren. Het kon er alleen maar beter op worden. Voordat de speeltuin zijn ingrijpende facelift kreeg, was de sfeer er soms benedenmaats. Dreigend zelfs, zo werd dat door buurtbewoners ervaren. Die dreiging is verdwenen. Deels komt dat door de strakke openingstijden. De meeste avonden is de speeltuin dicht, en de bijbehorende sportveldjes ook. Overdag is er toezicht. Kinderen ouder dan veertien jaar zijn niet langer welkom. De buurt is tevreden.
Geen bezwaarschriften
‘We hebben de buurt vanaf het begin betrokken bij de plannen voor de nieuwe sportspeeltuin. Er is op het hele project niet één bezwaarschrift gekomen. Het was gemakkelijker dan verwacht’, vertelt Willem van Rijswijk. ‘En we hebben met kinderen gepraat om te horen wat ze leuk vinden. Ze wilden eerst een echt diep zwembad en skaten, maar dat is te gevaarlijk. In plaats van skatebanen hebben we gekozen voor een trampoline.’ De kinderen schoven drie vertegenwoordigers naar voren die meepraatten over de invulling van hun eigen plek. Daarbij werd ook het budget betrokken. Afgezanten van buurtverenigingen uit de directe omgeving schoven eveneens aan in het overleg. De speeltuin werd zo vanzelf een plek van iedereen. Sportmedewerkers van Cumulus Welzijn proberen kinderen zo veel mogelijk aan het sporten te krijgen in de speeltuin, vertelt Vincent Rotman van Cumulus. Zijn collega John van Ommeren, door de Richard Krajicek Foundation verkozen tot de beste sportleider van Nederland in 2007, speelt daarin ook een belangrijke rol. Van Ommeren geeft tennis- en basketballes op buurtbasisschool De Notenboom en organiseert activiteiten in de sportspeeltuin. Dat laatste is nu voor kinderen een vrijblijvende tijdsbesteding. Rotman wil er meer structuur in aanbrengen.
Gezellig
‘Sinds 2007 hebben we bij Cumulus het BOS-project; Buurt, Onderwijs, Sport. Wij willen de schakel zijn tussen die drie onderdelen. Ik ben nu bezig met de oprichting van een sportbuurtclub. We proberen sportclubs naar de wijk te halen. Ze kunnen gebruikmaken van de speeltuin, bij voorbeeld voor clinics.’ Zo creëert de sportspeeltuin zijn eigen mogelijkheden en dynamiek. En gezellig is het er ook. Van Rijswijk: ‘Je ziet nu dat kinderen uit de hele wijk Oost hier komen spelen. Dat was lang niet het geval.
Het hele artikel kunt u lezen in Zorg + Welzijn Magazine nummer 3, maart 2008