Wachttijden langer dan de afgesproken ‘Treeknormen’ zijn in de ggz onacceptabel. Dat vinden ministerie, zorgverzekeraars en hulpverleners. Om de lange wachtlijsten aan te pakken, maakten voormalig minister Edith Schippers, zorgaanbieders en zorgverzekeraars in de zomer van 2017 dan ook ‘ingrijpende’ afspraken. Het gaat dan bijvoorbeeld om een verbetering van de kwaliteit, beschikbaarheid en samenwerking binnen de acute ggz, continuïteit in behandeling voor de groep 18-/18+ en het, waar mogelijk, verkorten van behandeltrajecten bij ‘lichtere’ patiënten/cliënten verkort om zo capaciteit vrij te spelen die kan bijdragen aan het wegwerken van wachtlijsten bij ‘zwaardere’ doelgroepen. Het doel van de afspraken? Binnen een jaar horen te lange wachtlijsten tot het verleden.
Voortgangsrapport
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) kreeg de taak om alle acties nauwgezet te monitoren en voortgangsrapporten aanleveren bij het ministerie. In het meest recente voortgangsrapport wordt door de NZa gesteld: ‘Het blijkt dat de wachttijden in de ggz voor bepaalde diagnoses nog niet binnen de Treeknorm vallen. Gezien de complexiteit van de wachttijdenproblematiek en de nog immer hoge wachttijden voor sommige diagnoses is de verwachting dat niet alle wachttijden in de ggz voor 1 juli 2018 binnen de Treeknormen zullen vallen.’
Teleurstellende conclusie
Staatssecretaris Paul Blokhuis reageert in een Kamerbrief op het voortgangsrapport van de NZa. Hij laat hierin weten: ‘Op basis van de nu door de NZa gepresenteerde informatie is de conclusie gerechtvaardigd dat het overeengekomen doel, namelijk het per juli binnen de Treeknormen terugbrengen van de wachttijden in de ggz, te hoog gegrepen lijkt. Dit ondanks dat betrokken partijen mij een- en andermaal expliciet hebben verzekerd gecommitteerd te zijn aan de realisatie ervan. Dat is een teleurstellende conclusie, vooral voor de mensen die nu te lang moeten wachten op zorg die zij nodig hebben.’
Edith Schippers:‘Er is genoeg geld, we houden ieder jaar over. Het gaat vooral om samenwerking, en er met z’n allen prioriteit aan geven. Dat moet, deze zware patiënten mogen niet de dupe zijn van organisatorische problemen. Ik ben blij dat de sector heeft afgesproken hier z’n schouders onder te willen zetten.’ Lees meer >>
Indringend gesprek en handhavende interventies
Hoe nu verder? Blokhuis geeft in zijn brief aan dat hij met alle betrokken partijen een ‘indringend’ gesprek wil voeren. ‘Ik ga alle partijen stevig aanspreken op hun verantwoordelijkheid. Ik verwacht dat zij zich tot het uiterste inspannen om de onwenselijke situatie dat mensen te lang op zorg moeten wachten zo snel mogelijk te beëindigen. De NZa en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting houden toezicht op de zorgplicht van zorgverzekeraars en op de kwaliteit van zorg die door aanbieders wordt geboden. Ik heb contact opgenomen met de NZa en de Inspectie en zij hebben mij verzekerd de samenwerking op het wachttijdendossier te intensiveren, ook als het gaat om handhavende interventies.’
Complexe problematiek
Ondanks dat de staatssecretaris ervan overtuigd is dat ‘er meer kan’, wil hij toch ook benadrukken dat hij inziet dat de wachttijdproblematiek complex is. ‘Er zijn verschillende, onderling interfererende oorzaken van het ontstaan van wachttijden: een tekort aan behandelcapaciteit (en slechte verdeling ervan), suboptimale samenwerking in de regio, inefficiënt op- en afschalen, een krappe arbeidsmarkt en onvoldoende informatievoorziening voor de wachtende cliënt zijn slechts enkele van de oorzaken die ten grondslag liggen aan te lange wachttijden. Dat maakt dat de oplossing van de wachttijdproblematiek ook zeer complex is en op onderdelen, zoals het verhelpen van krapte op de arbeidsmarkt, buiten de directe invloed ligt van individuele partijen of van de overheid.’