Verslaving, schulden, armoede, agressie. Problemen komen zelden alleen en de cirkel van ellende is moeilijk te doorbreken. In ruim 100.000 gezinnen in Nederland is er sprake van meervoudige en complexe problematiek. Dit vraagt veel van professionals die met deze gezinnen werken. Hulpverleners worden niet altijd met open armen ontvangen, weet Lohuis uit ervaring. ‘Soms is de weerstand tegen de zoveelste hulpverlener groot. Bewijs dan maar eens dat je anders bent dan al die voorgangers. Je ziet ook dat de ouders in deze gezinnen de professionals liever uit de weg gaan. Ze voelen zich bedreigd en de angst dat de kinderen uit huis worden gehaald is enorm.’
Verhaal
De sociaal psychiatrisch verpleegkundige bij BuurtzorgT Groningen ziet dat professionals soms te snel aan de slag willen gaan. ‘Ik kom hier iets oplossen, is hierbij dan de instelling. Maar neem de tijd. Investeer in de relatie, luister nu eens goed naar het verhaal van vader of moeder.’ Hij schetst het voorbeeld van een achterdochtige moeder, met een jeugd van verwaarlozing achter de rug, vastberaden om het zelf anders te doen. ‘Ze ziet mij komen en denkt meteen: hij gaat mijn kinderen weghalen, net als vroeger bij mijn ouders. De angst dat de geschiedenis zich zal herhalen is groot. Ze vermijdt het contact vervolgens. Door toch in gesprek te gaan en stil te staan bij haar verhaal groeit heel langzaam het vertrouwen. Misschien is deze hulpverlener zo slecht nog niet?’
Drukte als argument
Aandacht, geduld, kennis. Het is deze mix aan vaardigheden die elke sociaal professional dagelijks nodig heeft, zegt Lohuis. ‘Ik hoor hulpverleners vaak over de druk van volle agenda’s. Dat is een realiteit, maar die drukte wordt soms ingezet als een argument om niet anders te hoeven werken. Ze moeten eigen onvermogen en frustraties niet bij deze ouders neerleggen. Deze benadering kost in het begin misschien meer tijd, maar levert uiteindelijk veel meer op.’
Bos bloemen
Professionals willen soms te snel en verwachten te veel van de cliënt. ‘Er zijn hulpverleners die er met goede bedoelingen in gaan, maar te snel inkleuren wat ze zien. Zeker wanneer ze een hoop weerstand tegenkomen en niet met open armen worden ontvangen… Maar als je een bos bloemen verwacht als hulpverlener dan moet je wat anders gaan doen.’
Veilig klimaat
Maar Lohuis ziet ook voldoende goede voorbeelden, professionals die begrijpen dat het vooral om contact met alle familieleden gaat. ‘Je moet toch aansluiting vinden. Als ouders het gevoel hebben dat je ze afwijst dan kun je niet veel meer betekenen. Er moet eerst een veilig klimaat ontstaan en dan kunnen bepaalde patronen worden doorbroken.’
Recalcitrant
Dit zijn geen eenvoudige casussen, weet de verpleegkundige uit ervaring. Het blijft zoeken, aftasten, balanceren. ‘Bij kinderen in dit soort gezinnen kom je een breed scala van gedrag tegen. Je ziet kinderen die het voor hun ouders opnemen, die bijvoorbeeld een dag thuisblijven van school omdat moeder ziek is. Maar je ziet ook kinderen recalcitrant gedrag vertonen. Het allerbelangrijkste uitgangspunt is en blijft de veiligheid van de kinderen. Dat staat altijd voorop. Zij kunnen meestal niet voor zichzelf zorgen en daarvoor heb je als hulpverlener verantwoordelijkheid.
Dominante blik
Lohuis deelt zijn inzichten tijdens een kennissessie op het Zorg+Welzijn congres over Multiprobleemgezinnen op 11 februari 2019. ‘Ik hoop professionals daar vooral te inspireren. Ze moeten zich bewust zijn van de eigen blik die soms erg dominant is, ik noem dat de onaandachtigheidsblindheid. Ook hulpverleners zien het niet altijd goed en reageren te kort door de bocht.’ Hij wil professionals ervoor behoeden te snel in diagnoses te denken en te handelen. Hij verwijst terug naar het voorbeeld van de achterdochtige moeder. ‘Ze heeft misschien borderline, maar ze kan helemaal niets met zo’n diagnose en het geeft ook geen vertrouwen. Professionals moeten echt leren om het handelen even uit te stellen, even te laten bezinken. Vergeet niet, het werkzame bestanddeel – het maakt uiteindelijk niet uit welke therapie er wordt toegepast – zit ‘m toch in de relatie tussen professional en cliënt. De mate waarin je contact hebt, dat maakt het verschil.’