‘We willen het normale leven van kinderen en ouders versterken én voorkomen dat problemen verergeren. Ongeacht de problemen van ouders. Dus ook voor ouders met een licht verstandelijke beperking.’ Zo beschrijft Maria Wassink, directeur van SteunouderNL, het doel van de stichting. ‘Ondanks dat het bij steunouders om niet-geïndiceerde steun gaat, merken we dat ouders toch een drempel ervaren. Het is lastig te begrijpen dat een buurtbewoner dit “zomaar” voor jou wil doen of hoe zo’n match tot stand komt. Daar hebben we echt nog een flinke slag te maken.’
Familie in het buitenland
‘Toen mijn kinderen voor het eerst naar Luce gingen was dat dubbel,’ vertelt Rosa*. ‘Ze genieten echt enorm van die bezoekjes en alle aandacht die ze krijgen. En dat gun ik ze natuurlijk. Maar ik was ook bang dat ze straks liever bij haar zouden gaan wonen. Ik vroeg me af waarom Luce dat voor mij wilde doen en of ik het misschien niet goed genoeg deed? Het is wennen hoor, als je gewend bent altijd alles in je eentje te moeten doen. Maar het is eigenlijk een soort tante voor de kinderen en dat is geweldig, want onze eigen familie woont in het buitenland en ik sta er alleen voor.’ De steunouder is er in eerste instantie voor het kind en op die manier indirect voor de ouder. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld homestart, waarbij een vrijwilliger met de ouder kijkt hoe de situatie thuis te verbeteren is.
Professionele begeleiding
SteunouderNL verspreidt als netwerkorganisatie het concept Steunouder door het land. Voor de uitvoering haakt de stichting aan bij de lokale formele zorg, veelal de gemeente en een welzijns- en dienstverlenende organisatie. Die omarmt het concept met de aanstelling van een steunoudercoördinator. Wassink: ‘Het gaat om vrijwillige inzet, maar des te belangrijker vinden wij het dat de vrijwilligers en de gezinnen kunnen terugvallen op een professionele organisatie.’ De steunoudercoördinatoren maken uitgebreid kennis met de vrijwilligers die zich aanmelden. En met de vraaggezinnen, die zich rechtstreeks en bijvoorbeeld via het Centrum voor Jeugd en Gezin of het sociaal team melden. De coördinatoren dragen zorg voor de match, de wenfase, de begeleiding, de evaluaties én voor een zorgvuldige afronding op het moment dat de steun niet meer nodig is, legt Wassink verder uit. ‘Dat kan na korte of langere tijd zijn, afhankelijk van de behoefte van het gezin.’
Training
De steunouders volgen allemaal een training waarin zij handvatten krijgen voor het steunouderschap en ook ervaringsverhalen horen. Tijdens de match kunnen ze voor hun vragen een beroep doen op de steunoudercoördinator. Inmiddels heeft SteunouderNL een samenwerkingsovereenkomst met dertien organisaties verspreid over zeventien gemeentes. SteunouderNL levert materialen, helpt met de opstartfase en de implementatie. De landelijke stichting bewaakt ook de kwaliteit van de uitvoering, doet onderzoek naar de effectiviteit en ontwikkelt door. Ze steunt ook de uitvoeringsorganisaties met het genereren van bekendheid.
William Schrikker Initiatiefprijs 2019
Met gepaste trots vertelt Wassink dat SteunouderNL onlangs de William Schrikker Initiatiefprijs 2019 heeft gewonnen. ‘Maar waar ik me het meest op verheug is dat we nu de handen ineenslaan met William Schrikker Pleegzorg en gaan samenwerken om zoveel mogelijk kinderen en ouders die het tijdelijk of voor langere tijd niet op eigen kracht redden “gedeeld opvoederschap” te bieden. We vinden het allebei heel belangrijk dat kinderen in een gezinsverband opgroeien. Zo thuis mogelijk: het liefst bij de eigen ouders, maar als dat tijdelijk niet gaat, dan met de hulp van steunouders, pleegouders of gezinshuisouders.’ Omdat dit voor kinderen en ouders met een licht verstandelijke beperking erg belangrijk is, ziet Wassink de ervaring van William Schrikker met de begeleiding van kinderen én ouders met een licht verstandelijke beperking daarom als een waardevolle toevoeging.
Kweekvijver pleegzorg
Ronald van Rooden, directeur van William Schrikker Pleegzorg, vertelt dat pleegzorg de opgave heeft om al in te springen voordat situaties in gezinnen uit de hand lopen, dus voordat een kind onder toezicht komt of uit huis wordt geplaatst. ‘Daar is een mooie verbinding te maken, bijvoorbeeld door de inzet van steunouders. Goede afstemming met de andere vormen van zorg draagt bij aan het succes. Het is een gouden combinatie.’ Steunoudercoördinatoren zien bovendien dat steunouders vaak overwegen om pleegouder te worden. Het steunouderschap voelt voor hen als een lichte variant die minder ingrijpt in hun eigen leven, signaleert Van Rooden. ‘Steunouders zijn vaak dermate bekwaam dat het zeker denkbaar is dat zij op den duur voor het pleegouderschap kiezen. Wellicht kunnen we het enthousiasme van potentiële pleegouders benutten door hen te verleiden tot deeltijdpleegzorg, als de stap naar een volledige pleegzorgplaats nog te groot is. Zo kan SteunouderNL dus ook fungeren als een kweekvijver voor de pleegzorg.’ Waarop Wassink aanvult: ‘En vergeet niet dat ook pleegouders weleens behoefte hebben aan een korte adempauze… Ook voor hen en de pleegkinderen kan er weer een steunouder zijn.’
Financiering
Over de betekenis van steunouders voor kwetsbare gezinnen gaat de stichting graag in gesprek met gemeenten. ‘We horen in veel gemeenten dat ze onze ideeën inhoudelijk heel goed vinden, maar dat men twijfelt over de financiering vanwege de oplopende tekorten in de jeugdzorg’, vertelt Wassink. ‘Het gaat weliswaar om vrijwillige inzet, maar de professionele begeleiding door steunoudercoördinatoren brengt uiteraard kosten met zich mee. Met preventieve voortijdige hulp kunnen we echter aantoonbaar indicaties voor een kinderdagcentrum, zorgboerderij of een pleeggezin voorkomen.’
Janneke van Bockel is ouderschapsdeskundige. Ze spreekt, schrijft, coacht en adviseert over ouderschap.
* Omwille van de privacy is dit niet haar echte naam.