‘Zoals bij iedereen verliep het begin van de crisis chaotisch, vertelt Pien de Ruig, bestuurslid bij de vereniging voor Nederlandse voedselbanken, de landelijke vereniging voor de 170 onafhankelijke voedselbank stichtingen. ‘Ongeveer de helft van de vrijwilligers valt in de risicogroep en kan niet komen helpen. En door dat idiote hamsteren kwamen de voorraden van de supermarkten in de knoop. Onze aanvoer komt voor een groot deel vanuit die supermarkten, dus die stroom haperde ook bij ons.’
Dicht
Zeventien voedselbanken hebben hun winkel tijdelijk moeten sluiten, waarvan de langste sluiting vijf weken was. ‘Ter compensatie gaven zij tegoedbonnen uit’, vertelt De Ruig: ‘Onze klanten hebben nooit zonder eten gezeten.’ Een aantal voedselbanken kochten met hun eigen middelen tegoedbonnen in zodat hun klanten in de “gewone” supermarkt hun levensmiddelen konden kopen. Enkele voedselbanken, waaronder Naarden-Bussum, Stichtse Vecht en Valkenswaard, werken op dit moment nog met tegoedbonnen.
Voedselverspilling
‘Dat doen we normaalgesproken niet. Enerzijds omdat we daar niet structureel de middelen voor hebben, anderzijds omdat het tegen onze visie ingaat. Wij zijn er om mensen in armoede te helpen aan levensmiddelen én om voedselverspilling tegen te gaan.’ Het merendeel van wat de voedselbanken binnenkrijgen is eten dat om verschillende redenen niet meer verkocht wordt, maar nog wel eetbaar is.
Sportclubs
De meeste corona-problemen losten zich uiteindelijk snel op. De distributie van de landelijke supermarkten normaliseerde en er meldden zich veel nieuwe vrijwilligers aan. ‘Ook in de lokale toestroom verschoof het een en ander. Sportclubs die dicht moesten ruimden de keukenkastjes uit en brachten dat eten bij ons.’
Kratjes
Een ander probleem was hoe er in de voedselbanken omgegaan moet worden met de anderhalve meter afstand. Een derde van de voedselbanken heeft normaal gesproken een supermarkt. ‘Daarin kunnen klanten zelf uitzoeken waar ze zin in hebben. Bovendien zorgt dat voor een extra contactmoment tussen klant en vrijwilliger.’ Op dit moment werken de meeste voedselbanken weer met de ‘ouderwetse’ voorverpakte kratjes. Dit om de anderhalve meter afstand te kunnen houden. Ook hebben een aantal voedselbanken ruimtes bij gehuurd, zodat vrijwilligers niet te dicht op elkaar hoeven te zitten.
Toename klanten
Nu de meeste voedselbanken hun draai hebben gevonden in de nieuwe situatie, dient zich alweer een nieuw aandachtspunt aan: ‘We zien een toename in het aantal klanten, van twee tot soms wel twintig procent’, vertelt De Ruig.
Inkomenscheck
Normaal gesproken kan je bij de meeste voedselbanken de eerste maand zonder voorwaarden terecht. Na die eerste maand volgt er een intakegesprek en een inkomenscheck. ‘Wij zijn een echte noodvoorziening.’, stelt De Ruig. ‘We kunnen maar een beperkte groep helpen.’ Op dit moment wordt er niet overal een inkomenscheck gedaan. Het zou kunnen dat nieuwe klanten niet aan de inkomenscheck voldoen, maar dat verwacht De Ruig niet. ‘Je gaat niet zomaar naar de voedselbank. Heel veel mensen hebben door de crisis nu al fors minder inkomen.’
Eerste groei pas begin
Deze eerste groei is volgens De Ruig pas het begin. ‘We zetten ons schrap voor wat komen gaat. Na deze crisis volgt ongetwijfeld een economische crisis. Hoe erg die zal zijn weten we niet. We waren al bezig met een meerjarenplan voor ondersteuning en versterking van de voedselbanken. Onder andere met tools voor als je bijvoorbeeld vrijwilligers tekortkomt, of logistieke vragen hebt. Dat plan moeten we nu sneller en met veel improvisatie uitrollen.’
Creativiteit en veekracht
De Ruig heeft er veel vertrouwen dat de voedselbanken ook de aankomende economische crisis aankunnen: ‘Afgelopen weken hebben we gezien hoe creatief en veerkrachtig de voedselbanken zijn. Ik neem aan dat we dat kunnen vasthouden en ook op de samenleving kunnen rekenen als we hen nodig hebben.’