Door Sigrid Starremans – ‘Ik ben in een beschaafd Europees land. Er zal me niks overkomen.’ Dat was de gedachte waarmee de Iraanse Saba zichzelf gerust probeerde te stellen toen het gastgezin waarin ze verbleef haar steeds meer beperkingen oplegde. Helaas bleek dat ijdele hoop. In de drie weken waarin ze een plezierige vakantie had moeten hebben bij Nederlandse kennissen van haar vader, werd haar leven verwoest. Kort na haar aankomst werden haar paspoort, geld en mobiele telefoon in beslag genomen. Ze mocht niet alleen uitgaan. Ten slotte nam de vader van het gezin haar mee naar Antwerpen en verkrachtte haar in een hotel. Hij dreigde haar te verkopen aan een bordeel. Saba wist te ontkomen. Na enkele omzwervingen kwam ze bij de Groningse Stichting Toevluchtsoord terecht. De tranen stromen over haar wangen als ze haar verhaal doet. Teruggaan naar Iran is geen optie. De man stuurde naaktfoto’s, die hij tijdens de verkrachting van haar maakte, naar Iran. De buren, de universiteit waar ze studeerde, iedereen weet ervan. Er circuleren geruchten dat ze werkzaam zou zijn in de prostitutie, een zwaar vergrijp in Iran.
Nachtmerries
In de zeven maanden dat Saba dat nu bij Stichting Toevluchtsoord verblijft, is er veel gebeurd. Eén van de psychologen helpt haar bij de verwerking van haar trauma’s. Saba had nachtmerries en verloor al haar gevoelens voor mannen. ‘Zelfs voor mijn vader en mijn broers.’
Ze voelt zich veilig in het opvanghuis. Maar uiteindelijk wil ze in Nederland een zelfstandig leven opbouwen. De medewerkers van Stichting Toevluchtsoord helpen haar ook met het aanvragen van een uitkering, het omzetten van haar diploma’s en de oriëntatie op opleiding.
Riekje Kok, directeur van Stichting Toevluchtsoord, heeft goede hoop dat Saba het zal redden. ‘Ze is hoogopgeleid en heeft werkervaring. Dat geldt zeker niet voor alle vrouwen die wij opvangen. En bij iedere vrouw is het zelfvertrouwen ondermijnd. Dat is wat geweld met je doet. Wij proberen weer een basis op te bouwen. Eerst maken we een probleemanalyse, mede op basis van
diagnostisch onderzoek. Daarna stellen we in overleg een plan van aanpak op. De vrouwen kunnen via ons bijvoorbeeld computer- en taalles, psycho-educatie of een assertiviteitstraining volgen. Soms zijn we al heel blij als een vrouw daarna tweemaal per week vrijwilligerswerk gaat doen.’
Lees verder in de Wmo-special van Zorg + Welzijn, september 2009