De SVB is sinds 1 januari verantwoordelijk voor de uitbetaling van het salaris aan hulpverleners die in dienst zijn van een cliënt die een persoonsgebonden budget krijgt. De uitspraak van de Amsterdamse kantonrechter gaat over één zaak, die een Friese hulpverleenster heeft aangespannen. Maar het oordeel kan als precedent – voorbeeld – verstrekkende gevolgen hebben voor alle hulpverleners die veel te laat hun salaris uit het pgb hebben ontvangen in de afgelopen maanden.
Schadevergoeding pgb
De uitspraak van de Amsterdamse kantonrechter is opmerkelijk omdat normaliter de werkgever een schadevergoeding moet betalen als hij te laat het loon aan zijn werknemers uitbetaalt. Bij een pgb is de cliënt de werkgever. Maar omdat de SVB rechtstreeks uitkeert aan de zorgverlener, vindt de rechter dat de wettelijke werkgeversbepaling van toepassing is op de SVB.
De uitvoering van de nieuwe pgb-regeling stuit op grote problemen. De Sociale Verzekeringsbank, die de lonen aan hulpverleners uitbetaalt, heeft een grote betalingsachterstand. Lees in het dossier pgb hoe de ontwikkelingen met het nieuwe pgb zijn gelopen>>
Wettelijk verplicht
De SVB is wettelijk verplicht terecht ingediende declaraties binnen dertig dagen uit te betalen. Vanaf de vierde dag van betalingsachterstand bouwt een werknemer volgens het Burgerlijk Wetboek recht op verhoging op.
Voorschot
In het geval van de Friese hulpverleenster is de wettelijke verhoging 25 procent. De SVB moet de zorgverleenster uit Franeker een voorschot van 1100 euro op de verhoging betalen. Volgens de kantonrechter is een mogelijke precedentwerking geen reden om de wettelijke rechten van de werkneemster te schenden.