Door Lin Tabak – Zoon Murad verwelkomt ons terwijl moeder Nuran zenuwachtig
glimlachend op de drempel van de woonkamer blijft staan. Ze heeft reden om
nerveus te zijn. Nederlands leren met de Nederlandse Mieke kostte moed,
Nederlands oefenen in gezelschap van een wildvreemde journalist geldt als een
ware overwinning.
Want het Nederlands gaat Nuran niet gemakkelijk af, ook al is het bij haar
thuis de voertaal – haar jongste spreekt zelfs Nederlands op vakantie in
Turkije. Maar al begrijpt Nuran veel van wat er gezegd wordt, ze antwoordt man
en kinderen na al die jaren nog steeds in haar moedertaal.
Toen de Turkse 28 jaar geleden in Utrecht kwam wonen, volgde ze een
jaarlang een cursus. Maar Nederlands spreken bleek nauwelijks nodig. Bij haar
schoonfamilie, in haar oude buurt en onder collega’s op de wasserij kon ze prima
uit de voeten met Turks. Toen de Karaagacs vijf jaar geleden naar Almere
verhuisden, veranderde dat.
De ruime doorzonwoning was een grote vooruitgang evenals de voor- en
achtertuin, Nurans grote trots. Maar uitstapjes buitenshuis, om bijvoorbeeld een
gesprek op school te voeren of boodschappen te doen, onderneemt Nuran vrijwel
alleen met man of zoons aan haar zijde. Zodra die naar school of naar hun werk
zijn, zit ze alleen.
De deur uitDe Riagg bracht Nuran in contact met Mieke,
een ervaren onderwijzeres die sinds haar arbeidsongeschiktheid haar talent om
anderen de weg in de wereld te wijzen inzet voor ‘Taal in huis’. De twee vrouwen
oefenen sinds mei anderhalf uur per week.
Vandaag staat een afspraak met de dokter op het programma. Nuran zou daar
graag zelf haar verhaal kunnen doen. Daarom heeft ze de afgelopen weken de namen
van lichaamsdelen geoefend, met een plaatjesmethode die Mieke heeft gekopieerd.
Nu is de telefonische afspraak aan de beurt. Nuran, met een denkbeeldige
telefoonhoorn in de hand, geeft meteen haar voornaam en geboortedatum door. Daar
zal de assistente immers naar vragen. Maar Mieke zegt streng: ‘Eérst zeg je “Met
mevrouw Karaagac, kan ik een afspraak maken bij dokter …?”
Intussen bereidt ze Nuran voor op de vervolgstap: de deur uit. Om te
beginnen wordt dat de Lidl verderop in de wijk, stelt Mieke voor, die is lekker
goedkoop. Nuran knikt, niet helemaal van harte. De haar vertrouwde Plusmarkt was
haar liever geweest. En wanneer Mieke het gesprek brengt op werken – ‘wat zou
jij eventueel willen doen als je straks beter Nederlands spreekt?’, valt ze
stil. Met Nederlanders praten zou al mooi zijn, weer een baan zoeken valt nog
even buiten haar blikveld.
Lees het hele artikel in Zorg + Welzijn Magazine nr.
10