Psychiaters hebben de gewoonte bij depressie na zes weken de standaarddosis van antidepressivum ssri’s te verdubbelen als de behandeling niet aanslaat. Die dubbele dosis slikken patiënten ook weer zes weken. Psychiater Eric Ruhé concludeert op basis van hersenscan-onderzoek dat zo’n verdubbeling van de dosis niet helpt. Ruhé is gepromoveerd op onderzoek naar ssri’s, het meest gebruikte type antidepressiva.
Apotheker Katja van Geffen deed onderzoek naar mensen die beginnen met een behandeling tegen depressies. Zij concludeerde dat een kwart van de 300.000 mensen die per jaar een recept voor een antidepressivum krijgen, de behandeling afwijst.
In Nederland slikken 800 duizend mensen antidepressiva. Ruhé schat dat ruim 100 duizend mensen een dosis krijgen die eerder meer bijwerkingen geeft dan extra helpt. Dat kost 26 miljoen euro per jaar, op een totaalbudget voor antidepressiva van 156 miljoen, aldus Ruhé.
De groep beginnende antidepressiva-slikkers die niet willen slikken is iets kleiner: volgens het onderzoek van Katja van Geffen zo’n 75.000 mensen. De onderzoekster vond dat patiënten die antidepressiva kregen voorgeschreven voor niet-specifieke klachten, de behandeling bijna drie keer vaker afwezen. De angst voor bijwerkingen, afkeer tegen medicijngebruik en angst voor verslaving zijn de redenen daarvoor.
Terechte redenen, als we het onderzoek van Ruhé mogen geloven. Want artsen neigen ernaar de dosis te snel te verhogen. Volgens Van Geffen is het belangrijk dat het voorschrijven van antidepressiva een gezamenlijke beslissing is van arts en patiënt. Patiënten vinden dat de informatie beter afgestemd moet worden op hun persoonlijke behoeften. Zij willen concrete informatie over de noodzaak van gebruik, de bijwerkingen en het vertraagd intreden van de werking van het antidepressivum.