Over uitbuiting van minderjarigen in de criminaliteit zijn weinig cijfers bekend. Dit heeft meerdere redenen. Ten eerste is er een geringe aangiftebereidheid onder slachtoffers waardoor er een groot ‘dark number’ is. De cijfers die er zijn, brengen dus maar een beperkt deel van het probleem in beeld. De wel beschikbare cijfers gaan daarnaast vaak over volwassenen of meer- en minderjarigen samen. Er wordt geen onderscheid tussen de groepen gemaakt. Tot slot zijn andere vormen van uitbuiting (met name seksuele uitbuiting) veel beter in beeld.
Uitbuiting
In het onderzoek wordt gesproken van verschillende soorten van uitbuiting in de criminaliteit: bedelen, zakkenrollen, winkeldiefstal, woninginbraak, pinpasfraude en druggerelateerde delicten. Deze uitbating van minderjarigen komt voor onder verschillende etnische groepen.
Expertise
Het rapport stelt: ‘Professionals signaleren (potentiele) zaken van uitbuiting van minderjarigen in de criminaliteit vaak niet als zodanig. Met als belangrijkste reden: gebrekkige expertise en alertheid. Het fenomeen is voor veel professionals relatief nieuw. Zeker in vergelijking met seksuele uitbuiting.’
Watch Nederland heeft een landelijk meldpunt opgezet waar iedereen vermoedens van loverboy praktijken kan melden. Het doel is om de seksuitbuiting van minderjarigen kapot te maken. ‘Wij gaan zoeken, speuren en vinden.’ Lees meer >>
Stereotypering
De onbekendheid van professionals met het probleem blijkt uit stereotyperingen die ze maken van potentiele slachtoffers. Die uiten zich op twee manieren. Allereerst heeft het stereotype slachtoffer een Midden- of Oost-Europese en/of Roma-achtergrond. Deze eenzijdige blik op bepaalde nationaliteiten of etnische groepen gaat samen met een eenzijdige blik op bepaalde delicten: bedelen, zakkenrollen, winkeldiefstal en woninginbraken.
Ideale slachtoffer
Ten tweede is het slachtoffer eerder meisje dan jongen. Meisjes passen beter in het beeld van het ideale slachtoffer dat sympathie en aandacht verdient. De neiging om te focussen op specifieke nationaliteiten, etnische groepen en meisjes zorgt ervoor dat andere mogelijke slachtoffers, zoals autochtone slachtoffers, jongens of minderjarigen die worden ingezet voor druggerelateerde delicten, vaak buiten beeld blijven.
Daders
Onderzoek toont aan dat dergelijke zaken er wel degelijk zijn. Deze minderjarigen komen vaak als daders in beeld bij instanties, zonder dat de mogelijkheid van uitbuiting in de criminaliteit overwogen wordt. Signalering van problematiek door professionals is, in andere woorden, vaak gericht op kenmerken van een persoon in plaats van op kenmerken van de problematiek (zoals door een volwassene aangezet worden tot het plegen van strafbare feiten, de buit moeten afgeven/delen met een volwassene of voorbereid worden op hoe te gedragen bij aanhoudingen ). De kenmerken van uitbuiting van minderjarigen in de criminaliteit zijn daarnaast ook juridisch niet precies uitgewerkt.
Buiten beeld
Het niet signaleren van de uitbuiting van minderjarigen in de criminaliteit, de onzekerheid over de hardheid van die signalen en het niet prioriteren van signalen van uitbuiting in het geval van multiproblematiek in een gezin zorgen ervoor dat vervolgstappen in het proces, en dat geldt zeker voor strafrechtelijke straffen, meestal niet worden gezet. Het gebrekkig delen van signalen in de keten belemmert de handelingskracht. Als signalen van deze specifieke vorm van uitbuiting de veiligheidsketen al bereiken, krijgen ze ook daar vaak geen prioriteit. Op die manier blijven niet alleen slachtoffers, maar ook daders, buiten beeld.
Identificatie
Identificatie van slachtoffers blijkt ingewikkeld. In het onderzoek komen meerdere gevallen naar voren waarin minderjarigen waarbij uitbuiting wordt vermoed al buiten het beeld van de professionals zijn voor duidelijkheid bestaat over hun identiteit. Bovendien worden bij kleine delicten niet standaard DNA-stalen of vingerafdrukken genomen, waardoor de jongeren zich probleemloos met diverse aliassen kunnen bewegen in verschillende landen.
Opvang
Daarnaast worstelen professionals met het vinden van passende opvang voor slachtoffers. Als het komt tot opvang, dan varieert die per gemeente van open crisisopvang tot gesloten opvang in een jeugdgevangenis.
Hulpverlening
Tot daadwerkelijke hulpverlening komt het bij deze minderjarige slachtoffers zelden. En dit zal waarschijnlijk niet snel veranderen omdat zorgprofessionals inschatten dat er veel structurele oorzaken zijn die de uitbuiting in stand houden. Bijvoorbeeld het feit dat slachtoffers buiten de eigen groep vaak weinig sociale contacten hebben en zich dus niet snel van de groep kunnen en zullen onttrekken.