Regels als ‘God is groot, zijn redding is nabij’ en ‘blijf op Hem vertrouwen, te allen tijde’ schallen door een zaaltje van woonzorgcentrum Laurens De Aarhof in de Rotterdamse wijk Zevenkamp. Ze komen uit Surinaamse kelen, van tien vrouwen en twee mannen die deze vrijdag naar de inloop voor Afro-Surinaamse ouderen zijn gekomen. Voor veel Afro-Surinamers neemt hun geloof, het christendom, een prominente plaats in het leven in. Hun oorspronkelijke voorouders waren slaven die in de negentiende eeuw werden bekeerd.
Samen religie beleven is dan ook een belangrijk onderdeel van de daginloop in De Aarhof. Na het gezamenlijke gebed en het laatste lied vertelt deelnemer Charlotte Raalte (75) hoe ze dat ervaart. ‘Heel fijn. Ik lees elke ochtend zelf de bijbel, maar samen je liefde voor God uitspreken is veel prettiger. Hier ben ik met mensen om mij heen die dezelfde cultuur hebben. Dat helpt. Een jaar geleden zat ik vaak alleen op mijn flatje tv te kijken.’
Omdat Afro-Surinaamse ouderen dreigen te vereenzamen, startten Stichting Spirit – dat staat voor ‘Surinaamse Participatie en Integratie in Rotterdam’ – en ouderenorganisatie Laurens samen met de Evangelische Broedergemeente Rotterdam een jaar geleden de ontmoetingsplek. Elke maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van tien uur ’s ochtends tot drie uur ’s middags kunnen de deelnemers er terecht. Er is handenarbeid, gezamenlijk bezoek aan kerkdiensten, er zijn beweegactiviteiten en uitstapjes. En als iemand in het ziekenhuis ligt kan hij of zij geestelijke ondersteuning krijgen.
Verpieteren
De directe aanleiding om deel te nemen is voor iedereen anders. Charlotte Raalte was jarenlang schoonmaker in het Delta Psychiatrisch Centrum en voelde zich na haar pensioen steeds eenzamer. Louise Keerveld (83) verhuisde drie jaar geleden met haar man naar De Aarhof omdat hij begon te dementeren. Hellen Haman (71), deelnemer en vrijwilliger, had het moeilijk met het overlijden van haar moeder. De belangrijkste zorgbehoefte is echter voor elke deelnemer gelijk: sociale contacten met mensen die ook een Afro-Surinaamse achtergrond hebben.
‘We willen over onze herinneringen kunnen praten. Over onze opvoeding bijvoorbeeld’, legt Haman uit. Ze richt zich tot Keerveld en zegt: ‘Weet jij nog hoe je ouders reageerden als je Surinaams sprak? Daar werden ze woest om, toch?’ Keerveld schiet in de lach en knikt. ‘Alleen Nederlands praten, nooit Surinaams, dat was ten strengste verboden’, zegt ze. In de groep gaat het inmiddels over wie er thuis vroeger sopraan zong, en wie alt.
Naast sociale contacten is ook bewegen een belangrijke behoefte. ‘Ik moet bewegen van de dokter, want volgens hem ben ik te dik’, vertelt Keerveld. ‘Ik probeer daarom wel eens mee te doen met Nederland in Beweging, dat tv-programma. Maar dat gaat veel te snel voor mij. Met de groep wandelen vind ik fijner, al ben ik nog steeds te dik.’
Toch draait de inloop vooral om samenzijn. Dat is voor Afro-Surinaamse ouderen heel belangrijk, benadrukt Haman. ‘Steeds meer ouderen verpieteren in hun huis. Natuurlijk, voor ons is de familie heel belangrijk, maar je wilt ook niet constant bij je kinderen aanbellen. Mensen denken: ze hebben een dak boven hun hoofd, spreken Nederlands en hebben hun familie: klaar. Maar ontmoetingsplekken zoals De Aarhof zijn heel belangrijk voor ons.’
Vreselijk mens
De vereenzaming van Afro-Surinaamse ouderen wordt onderschat, vindt Caroline Augustinus, de oer-Rotterdamse locatiemanager van De Aarhof. ‘We hebben het steeds over integreren en schieten dit soort projecten snel af. “Moet dat nou, zo’n apart kringetje van Surinamers, moeten die niet met Nederlanders omgaan?”, wordt er dan gezegd. Dat doen ze ook. Maar iedereen wil toch ook met mensen omgaan die dezelfde achtergrond hebben? Zij hebben toevallig een link met Suriname en kwijnen weg als ze niet met Surinamers herinneringen kunnen ophalen.’
Bovendien is het voor Surinaamse ouderen niet zo gemakkelijk om bij een standaard ontmoetingsplek langs te gaan, een inloop die dus niet specifiek op hen gericht is, denkt Haman. ‘Wij kennen elkaars verleden. En sommigen zijn heel temperamentvol’, wijst ze grijnzend op Raalte. Die knipt theezakjes uit, om er later kaarten van te maken. Ze moppert dat haar eigen schaar weg is en dat de schaar die ze nu gebruikt te klein is voor haar vingers. Anderen roepen dat ze niet zo moet zeuren, dat ze een vreselijk mens is. ‘Ze maken gewoon lol’, zegt Haman, ‘maar autochtone ouderen zouden het met die humor en dat temperament veel moeilijker hebben, denk ik.’
Bouterse
Slechts heel af en toe gaan de gesprekken over het Suriname van nu. ‘Ik ben niet zo politiek georiënteerd’, zegt Raalte. ‘Mijn dochter heeft niet op Bouterse gestemd. Wel op de combinatie waar hij aan meedeed.’ ‘Maar ja, dat is hetzelfde als een stem op Bouterse…’, aldus Keerveld. Volgens Augustinus praten de ouderen ook onderling weinig over politiek. ‘En als ze dat wel doen, houden ze dat binnen hun groep. Dat maakt het belangrijk om subtiel te zijn. Als je iets wilt bereiken, moet je hun vertrouwen winnen. En dat kan lang duren, zeker als niet-Surinaamse. Je moet ze lekker laten gaan. Soms is dat moeilijk, want je moet als manager toch de regie houden.’
In het begin, zo vertelt Augustinus, was het niet gemakkelijk om de groep te activeren.
‘Het hielp dat ik soms tot ’s avonds laat kwam om de muren hier te verven. Dan zien mensen wat je voor ze over hebt.’ De deelnemers zijn gevoelig, merkte Augustinus op. ‘Toen bekend werd dat er in september ook een inloop voor Hindoestanen in De Aarhof komt, was dat het gesprek van de dag. Ze dachten dat zij weg moesten. Maar er zit ook heel veel kracht in deze groep. De mensen waken over elkaar en zijn heel vriendelijk voor anderen.’
De inloop verhoogt het zelfvertrouwen van de deelnemers, stelt Keerveld. ‘Je kunt hier jezelf zijn.’ Zij gaat met een dame die ze op de inloop heeft leren kennen vijf dagen naar Tirol. ‘In mijn eentje zou ik nooit gaan.’ Charlotte Raalte roept: ‘Jullie missen me toch als ik niet kom?!’. Ze krijgt wederom als antwoord dat ze een ‘vreselijk mens’ is. De groep ligt dubbel.
Dit artikel staat in Zorg + Welzijn Magazine nr 9, september 2010.
Bron: fotografie Roel Dijkstra
Mijn schoonmoeder is geen afro surinaamse oudere mag ze deze activiteiten ook bezoeken?
Mvrgr.