Zelforganisaties menen dat de overheid de armoede genereert. De overheid beweert dat haar beleid de armoede juist bestrijdt. Twee opvattingen ten aanzien van armoede staan, tot verbazing van Meeuws, diametraal tegenover elkaar. Hoe kan dat nu, vraagt hij zich af. Wat is er nu eigenlijk met BV Nederland aan de hand?
Meeuws: ‘Het huishoudboekje van “BV Nederland” is niet op orde. Dus moet overal worden gesneden, zoals dat bij bedrijfssaneringen gaat. Dat leidt tot ronduit verbijsterende situaties en paradoxale keuzes. Aan de ene kant moeten we werken, werken, steeds meer, steeds langer. Zolang mogelijk maatschappelijk actief blijven. In de Wet Werk en Bijstand wordt de allergrootste nadruk gelegd op reïntegratie in het arbeidsproces, maar aan de andere kant is er een bedrag van 680 miljoen euro aan bezuiniging voorzien op dat reïntegratiebudget. De bedoeling is dat het op lange termijn wat oplevert. Maar de vraag is of dat wel zo zeker is. Brengt dat daadwerkelijk wel op wat men ervan verwacht? Is het allemaal aan het beleid van de overheid te danken dat het eind jaren negentig zo voorspoedig ging met Nederland? Nee, daar speelde natuurlijk de wereldwijde economische opleving een grote rol in.
‘Daarnaast zijn er diverse wetenschappers die zeggen dat langer werken helemaal niet helpt. Dan denk ik, waar zijn we mee bezig? Het beleid dat in de afgelopen jaren door de verschillende kabinetten is gevoerd, veroorzaakt eigenlijk armoede. Dat kun je trouwens ook zien aan de cijfers.’
‘Wat ik kan vaststellen,’ vervolgt Meeuws, ‘is dat op dit moment de mensen aan de onderkant van de samenleving het steeds moeilijker krijgen. Ouderen die maar lastig rond kunnen komen, met een WAO of een heel klein pensioentje, vrouwen die alleenstaand zijn en moeten gaan werken, maar er eigenlijk geen tijd voor hebben. En de kinderen die vervolgens naar de opvang moeten, wat ook weer ontstellend duur is. Maar werk zoeken moeten ze, anders krijgen ze geen uitkering. Het lijkt wel op een kluwen slangen, die constant in hun eigen staart bijten. Dat is alleen nog maar de economische kant van de zaak. Er is ook nog een morele kant. Het motief van de overheid ten aanzien van haar maatregelen is een beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid van de mensen. De mensen zijn zélf verantwoordelijk. Voor elkaar en voor de samenleving. Het is op zich een heel mooi en lovenswaardig uitgangspunt, maar wat de overheid vergeet, is dat eigen verantwoordelijkheid niet hetzelfde is als zelfredzaamheid. Dat je iets moet doen, wil nog niet zeggen dat je het ook kunt. Tegen een kind van drie jaar oud kun je zeggen dat hij zijn bed moet opmaken, maar de vraag is of hij dat al kan.’
De overheid ziet armoede als een probleem van de armen, als hún tekort.
‘Je kunt er niet zonder meer van uit gaan dat armoede enkel en alleen te wijten is aan de armen. Er zijn legio voorbeelden die deze stelling ontkrachten. Zo heeft men jarenlang het idee gehad dat psychiatrische patiënten meer moesten en konden integreren in de samenleving. Dat kwam ook wel handig uit. Zo kon men gelijk bezuinigen op de kosten van de psychiatrische instellingen. Maar het pakte verkeerd uit. Je ziet nu dat van het totale bestand aan zwervers er procentueel heel veel psychiatrische patiënten bij zitten. Je kan wel stellen dat deze mensen zelf verantwoordelijk zijn, maar of ze ook zelfredzaam zijn, betwijfel ik. Het ontbreekt aan moreel besef.’
Zelforganisaties stellen dat er een oorzakelijk verband is tussen verarming aan de ene kant en verrijking aan de andere. Is dat er?
‘In zekere zin wel. Een oorzakelijk verband tussen persoonlijke rijkdom van de een en verarming van de ander gaat wel erg ver, maar een interactie tussen maatschappelijke verrijking en verarming is er zeker. Als een bedrijf het huishoudboekje op orde moet brengen, zullen zij proberen hun inkomsten en hun uitgaven in balans te brengen. Vaak wordt er dan in de loonkosten geschrapt. Dan zullen er ontslagen vallen. Daarbij dragen niet de sterkste schouders de zwaarste lasten, maar degenen die ‘afvloeien’. Immers, zij brengen een offer. Zij zitten zonder werk, en hebben dus een lager inkomen. Zo dragen zij juist door hun verarming het economisch herstel en de verrijking van het bedrijf. Met BV Nederland gaat dat op een vergelijkbare manier.’
Wat moet ‘BV Nederland’ dan doen?
‘We moeten ons ervan bewust zijn dat Nederland niet hetzelfde werkt als een bedrijf . Wanneer een bedrijf saneert en personeel ontslaat, kan het de kosten ervan op de samenleving afwentelen. Die heeft immers een vangnet gespannen; het stelsel van sociale zekerheid. Maar een overheid die zich als bestuur van een BV gedraagt verhaalt de kosten van de sanering op burgers die buiten bedrijf worden gesteld.
‘Ook moet Nederland door belastingmaatregelen de sterkste schouders de zwaarste lasten laten dragen. Als dat leidt tot belastingvlucht moet de overheid zien te bewerkstelligen dat in Europees verband belastingstelsels op elkaar worden afgestemd.
‘Daarnaast denk ik weleens dat de overheid te vaak investeert in wat economisch gezien “productief” lijkt. Ik bedoel, zo’n HSL-lijn levert wel het nodige werk op, maar de kosten rijzen de pan uit en levert tenslotte twintig minuten tijdwinst op. Ze investeert in defensie: Er worden high-tech gevechtsvliegtuigen aangeschaft, met twijfelachtig profijt voor Nederlandse bedrijven. Is dat nu waar we op zitten te wachten? Ik zeg, kijk meer naar het welzijn van de mensen. Leg je prioriteiten ergens anders. Investeer meer in de mens, in human capital, en minder in het product.’