Door Martin Zuithof – De Markenlanden is onderdeel van het zorgconcern Surplus. Naast thuiszorg biedt de organisatie ook welzijnswerk, ouderenzorg en kinderopvang in een groot aantal West-Brabantse gemeenten aan.
Huishoudelijke hulpen
De ingreep in het management is het gevolg van een aantal ontwikkelingen, schetst directeur Anton van Mansum. Op de eerste plaats zijn het de lagere tarieven na de aanbesteding van huishoudelijke hulp (HV1).
AWBZ
Ook het zorgaanbod dat onder de AWBZ valt, heeft te maken tariefkortingen. Zo legde staatssecretaris Jet Bussemaker van VWS de thuiszorg per 1 januari 2008 algemene ‘efficiencykorting’ van een procent op en een korting van zeven procent op de tarieven voor ondersteunende begeleiding en persoonlijke verzorging.
CAO-stijgingen
Daarnaast wordt de thuiszorg geconfronteerd met een CAO-stijging van tien procent, gespreid over 2007 tot en met 2009. ‘Al met al loopt het gat zo al snel op tot zo’n dertig procent’, zegt Van Mansum.
Vaste thuishulpen
De tariefsdaling van de huishoudelijke hulp kwam zo hard aan omdat zo’n veertig procent van het aanbod van de Markenlanden uit huishoudelijke zorg bestaat. ‘Klanten zijn zeer tevreden over onze huishoudelijke hulp. We hebben nooit gekozen voor het omschakelen naar alfahulp, maar steeds vastgehouden aan vaste thuishulpen. In de landelijke benchmarks staan we steeds in de top tien van de beste instellingen’, zegt Van Mansum. ‘De Abvakabo verweet ons dat we niet zijn overgeschakeld van vaste medewerkers op goedkope alfahulpen. Dat vonden we een rare opmerking vanuit de vakbond.’
Pijnlijke ingreep
De Markenlanden stond door de inkomstendaling voor de keuze of in het uitvoerend personeel te snijden of in het management. Van Mansum noemt de ingreep in het management ‘zeer pijnlijk’. ‘De kaasschaaf werkt in elk geval niet, dat raakt alleen maar aan de ambitie wat we klanten willen bieden. We hebben besloten tot een ‘business redesign’, omdat we de handen aan het bed willen houden. Een aantal dingen willen we slimmer doen rond planning, intakes en zorgcoördinatie’, aldus Van Mansum.
