Ga naar www.sociaalwerkers.nl voor het complete boekje met de tien redenen en ander materiaal om het belang van het sociaal werk onder de aandacht te brengen.
1.Sociaal werkers zijn een zorg minder
Sociaal werkers dat zijn maatschappelijk werkers, jongerenwerkers, schuldhulpverleners, buurtwerkers, ouderenadviseurs, sociaal raadslieden, opvangmedewerkers en peuterspeelzaalleidsters. Al die professionals kunnen veel betekenen voor wijken, de gemeenschap en gemeenten. Ze voorkomen duurdere zorg en bieden alternatieven. Daardoor heeft de hele samenleving een zorg minder.
2. Sociaal werkers doen meer voor minder geld
Investeren in Sociaal werkers loont. Als professionals werken ze aan collectieve oplossingen waar het kan, en aan individuele oplossingen als het moet. Sociaal Werkers zijn generalisten. Ze zijn er in soorten en maten, maar werken vanuit een zelfde basis. Ze gaan erop af, verhelderen vragen en behoeften van mensen en signaleren vroegtijdig.
3. Sociaal werkers benutten de kracht van vrijwilligers
In iedereen schuilt een vrijwilliger. Ook in mensen met een beperking. Sociaal werkers weten dit potentieel aan te boren. Ze laten mensen ervaren dat vrijwillige inzet de maatschappij én henzelf veel oplevert: voldoening, nieuwe sociale contacten, vaardigheden. Dat ontstaat niet vanzelf.
4. Sociaal werkers laten jongeren groeien
Sociaal werkers laten jongeren en kinderen ervaren wat het inhoudt om deel uit te maken van een samenleving en hun verantwoordelijkheid te nemen, met respect voor zichzelf en anderen. Ze coachen, ze ontwikkelen talent en bieden ruimte om te leren en te groeien. Maar ook om fouten te maken en ervan te leren. Samen met ouders pakken ze opvoedingsproblemen aan.
5. Sociaal werkers zijn vakmensen
Sociaal werkers voldoen aan kwaliteitseisen en houden hun generieke en specifieke vakkennis bij. Er is ruimte voor feedback en het delen van kennis en ervaring met collega’s en in interdisciplinaire teams. Ze hebben naast een breed handelingsspectrum, kennis van de methodieken, protocollen en beroepsstandaarden in hun eigen vakgebied. Die zetten ze op maat in.
6. Sociaal werkers vergroten de zelfredzaamheid van de buurt
Stimuleren, activeren en ondersteunen zijn de kernactiviteiten van sociaal werkers. Zo helpen ze mensen en groepen op weg om zelf initiatief te nemen of elkaar te helpen. Om hulp te vragen én te geven. Ze stimuleren kwetsbare mensen met name om mee te doen, denkend vanuit hún mogelijkheden. Sociaal Werkers schrijven niemand af, iedereen kan wel iets.
7. Sociaal Werkers hebben lef en weten van aanpakken
Oplossen, aanpakken, ontrafelen. Sociaal Werkers willen vooruit. Ze benutten de ruimte in systemen, bedenken innovatieve aanpakken en overwinnen bureaucratische belemmeringen. Sociaal Werkers nemen het voortouw en doen wat nodig is om escalatie te voorkomen. Ze weten wat hun verantwoordelijkheid is, en die nemen ze.
8. Sociaal werkers zijn meesters in verbinden
Sociaal werkers schakelen snel, efficiënt en doelgericht tussen zorg, mantelzorg, hulpverlening en opbouw van de samenleving. Het zijn bruggenbouwers. Ze verbinden mensen aan elkaar, aan bedrijven en aan organisaties. Ze signaleren, organiseren, en schalen op waar nodig.
9. Sociaal werkers horen in het hart van sociale wijkteams
Sociaal werkers zijn de experts van het brede dagelijks leven. Ze voelen goed aan wat er in de wijk gebeurt en ze spelen daarop in. Ze kennen de buurtvoorzieningen; ze kennen de sleutelfiguren in de wijken en ze wekken vertrouwen.
10. Sociaal Werkers besparen de gemeenschap tientallen miljoenen
Hoe eerder je signaleert, hoe kleiner de ingreep die nodig is. Sociaal Werkers hebben een cruciale preventieve rol. Dankzij hun inzet vermindert de afhankelijkheid van uitkeringen en de armoede en gaan risicojongeren naar school of vinden ze een baan of stageplek. Ze stimuleren een gezonde leefstijl van jong tot oud met beweging, en sociaal contact.
‘Het sociaal werk is echt een vak en moet meer in de schijnwerper’, zegt Marijke Vos, voorzitter van de MOgroep. Daarom start de campagne ‘Sociaal werk doe je met sociaal werkers!’, om het belang van de sociaal werker onder de aandacht te brengen bij de gemeenten. ‘De transities bieden grote kansen voor het sociaal werk, maar dan moeten we wel laten zien wat we doen.’ Lees hier het interview met Marijke Vos>>
Zo is het maar net! Het is wel zaak dat sociale werkers zich goed profileren. Daar ontbreekt het doorgaans aan. Interne tegenstellingen lijken onlosmakelijk verbonden met het sociaal werk; zeker met het maatschappelijk werk. Dat verlamt.
Om nog maar te zwijgen over de vele ingedutte, naar binnen gekeerde en op het eigen voortbestaan gerichte organisaties waar ze voor werken. Er moet wel degelijk iets veranderen. Alleen de frontoffice de wijk in sturen gaat niet helpen als de backoffice doormoddert aan de rand van de stad. Saneren op organisatieniveau lijkt onvermijdelijk en zelfs wenselijk. De crisis in het sociaal werk was nooit eerder zo omvangrijk als nu. Volgens mij komt dat niet in de laatste plaats door de enorme toename van procedures, protocollen, regels, voorschriften en andere vormen van bureaucratie. Leidde dat de komst in van de ambtelijk ingestelde sociaal werker met een negen-vijf-mentaliteit? We gaan het zien.