Lees hier het interview met Suzanna Roffelsen: ‘Ik zeg wat ik zie’ >>
Stel doelen
Kijk met het gezin naar hun mogelijkheden en de toekomst door haalbare doelen stellen.
Maak het netwerk duurzaam
Hulpverleners zijn tijdelijk, het netwerk niet. Ga met de jongere onderzoeken welke krachten er in het netwerk aanwezig zijn om jongeren te kunnen steunen.
Vertel ook wat er goed gaat
Jongeren met een licht verstandelijke beperking horen vaak wat ze niet goed doen. Ook de ouders worden belast met wat er niet goed gaat in het gezin. Het is belangrijk om als hulpverlener te vertellen wat ze wel goed doen door hun krachten te benoemen en in te zetten bij het opdoen van positieve ervaringen.
Wees bewust van je (werk)tempo
Sluit aan bij het gezin en neem de tijd om te luisteren en om vertrouwen te krijgen. Pas als je vertrouwen hebt van de ouders kun je aan het werk met hun kind.
Laat het gezin zoveel mogelijk zelf gesprekken voeren.
Hiermee voorkom je dat je als hulpverlener over of voor het gezin gaat praten en er in het gezin niets verandert. Door ouders hun rol als ouder te laten behouden en dit te gebruiken binnen een behandeling is er meer kans op verandering. Ook voelen ouders zich gehoord en krijgen zij de ruimte om met anderen hun verhaal te delen.
Lees hier meer tips van jouw collega’s >>
Weet jij ook goede tips voor het werken met jongeren met een verstandelijke beperking? Reageer dan onderaan dit artikel.