Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties2

Toekomstagenda: actieve burgers, voor én tegenover elkaar

Welzijn Nieuwe Stijl betekent een nieuwe visie op het welzijnswerk. De preventieve functie van welzijn krijgt nadruk: investeren in welzijn bespaart op de zorg. Sociaal werkers moeten daarom ‘erop af’! Zo stimuleren ze burgers meer gebruik maken van hun eigen kracht, hun zelforganiserend vermogen. Tegelijkertijd stimuleren ze burgers zich actief in te zetten voor hun buurt en medebewoners. Welzijn Nieuwe Stijl vraagt om Nieuwe professionaliteit.
Toekomstagenda: actieve burgers

Het begrip ‘sociale cohesie’ ligt onder vuur. Welzijn Nieuwe Stijl legt grote nadruk op actieve betrokkenheid van burgers bij hun buurt. Ze moeten niet alleen zelfredzaam zijn, maar ook opkomen voor hun persoonlijke of groepsbelangen in de buurt. Daarbij wordt vaak als vanzelfsprekendheid aangenomen, dat dit de sociale cohesie versterkt.

Sociale cohesie
Als er in een buurt spanningen zijn tussen groepen jongeren en oudere buurtbewoners en een geslaagd intergenerationeel of intercultureel project tot een betere omgang tussen deze groepen leidt, kan men concluderen dat de sociale cohesie in die buurt is versterkt. Als een buurt zich verzet tegen de komst van een opvang voor daklozen en het opbouwwerk stimuleert de buurt akkoord gaat op basis van een aantal concrete afspraken, kan een sterkere sociale samenhang een uiteindelijk resultaat zijn. Maar in beide gevallen gaat daaraan confrontatie tussen groepen burgers vooraf of blijven verschillende belangen botsen.

Sociale werkers faciliteren de confrontaties zodanig dat de problemen niet uit de hand lopen, dagen bewoners uit elkaar met oog voor ieders belangen te respecteren. De term ‘sociale samenhang’ is dan misplaatst, er is eerder sprake van een acceptabele status quo.

Profiteren
Enkele recente onderzoeken hebben het ideaal van sociale cohesie doen wankelen. In haar proefschrift “De betekenis van nabijheid; een onderzoek naar informele zorg in een volksbuurt” betoogt Lilian Linders dat één van de belangrijkste uitgangspunten van de Wmo is dat kwetsbare burgers kunnen profiteren van hulp van weerbare burgers. Linders deed onderzoek naar informele hulp in de wijk Drents Dorp in Eindhoven. Haar centrale onderzoeksvraag was: Wat beweegt buurtbewoners om elkaar wel of niet te helpen?

Versterking
In Drents Dorp blijkt bijna de helft van de bewoners informele zorg te geven aan buren of familieleden. De bereidheid om hulp te geven is groot, maar men wil die niet aan een ander opdringen. De samenleving is geïndividualiseerd, men neemt een gepaste afstand in acht. Linders concludeert in haar onderzoek zelfs dat projecten die versterking van sociale cohesie beogen te bevorderen, er niet toe leiden dat informele zorg of burenhulp toenemen. Integendeel: kwetsbare burgers worden met dergelijke projecten niet of nauwelijks bereikt.

Lamme en blinde
Een andere belangrijke conclusie is dat Linders in Drents Dorp ontdekte dat wat informele zorg betreft geen sprake is van weerbare burgers die kwetsbare burgers helpen. Veeleer is er sprake van kwetsbare burgers die elkaar ondersteunen, ofwel: de lamme helpt de blinde. Vraag en aanbod voor burenhulp komen niet altijd vanzelf bij elkaar, er zijn dan ook meerdere welzijnsorganisaties in het land die de organisatie van burenhulp ter hand nemen.

Hausse
Moeten we nu de conclusie trekken dat investeren in sociale cohesie en koppelingen tussen weerbare en kwetsbare burgers zinloos en weggegooid geld en tijd zijn? Nee, dat gaat te ver. Uit het onderzoek “Welzijn versterkt burgerschap” van Radboud Engbersen, Matthijs Uyterlinde en Kees Neefjes blijkt dat er een hausse is van projecten waarin actieve burgers zich laten trainen om soorten vrijwilligerswerk te doen waarbij ze grote verantwoordelijkheid en ruime handelingsvrijheid hebben. Enerzijds zien we dit ‘modern’ vrijwilligerswerk op buurtniveau bij buurtbemiddeling en op het terrein van leefbaarheid en veiligheid.

Koppelingen
Anderzijds in één op één contacten van mentoren en coaches van risicojongeren en –leerlingen, maatjes en mensen met ggz-problematiek en buddy’s van chronisch zieken. Juist in deze één-op-één contacten is sprake van koppelingen tussen weerbare en kwetsbare burgers Onze ervaring is dat ook hier de bereidheid om hulp te vragen of te bieden los staat van pogingen om de sociale cohesie in buurten te versterken. We zien namelijk vaak matches tussen burgers die in verschillende wijken wonen. Veel leden van Verdiwel hebben maatjes-, choachings- en mentorprojecten opgezet.

En-en
Welzijnsorganisaties moeten niet kiezen tussen sociale samenhang bevorderen of confrontaties tussen groepen organiseren en faciliteren. En ook geen keuze maken tussen koppeling van kwetsbare en weerbare burgers of tussen kwetsbare burgers onderling. Er is geen sprake van óf óf, maar van én én. Juist als zij mentorprojecten combineren met het stimuleren van burenhulp, het aanboren en ondersteunen van het zelforganiserend vermogen van al dan niet kwetsbaren, dan kunnen zij bewerkstelligen dat burgers beter voor zichzelf en voor elkaar gaan zorgen.

Crista Vonkeman-Karaca
Voorzitter Verdiwel, Vereniging van Directeuren van lokale Welzijnsorganisaties

Over de Toekomstagenda Sociaal Werk wordt verder gediscussieerd op het Welzijnsdebat op 14 oktober 2010. Wilt u meepraten? Mail dan naar zorgenwelzijn@reedbusiness.nl

2 REACTIES

  1. Natuurlijk speelt de bezuiniging een rol. Maar geld maakt ook gemakzuchtig. Mensen voor een eigen uitdaging stellen is moeilijker. Maar “zelf aan het stuur” of iemand van dienst kunnen zijn, geeft toch meer voldoening? Daarom ben ik het er mee eens dat het welzijnswerk een programma opstelt en op meerdere terreinen en mogelijkheden inspeelt ter versteking van eigen regie en sociaal netwerk.

  2. Lees alle reacties
  3. in tijden van bezuiniging wordt m.i. te veel de nadruk gelegd op de weerbaarheid van de kwetsbare burger en de sociale cohesie.
    Mijn ervaring is dat indien beoordeling van de hulpaanvragen van de “kwetsbare burger”op een goed wijze plaatsvindt_nu door de CIZ- de weerbaarheid en de sociale cohesie een belangrijk punt vormen en geen onnodige hulp-voorzieningen-worden “geindiceerd”.
    Indien de kwetsbare burger toch afhankelijk blijkt te zijn van het professionele circuit, moet dit kunnen worden waargemaakt.Wel zal er verschil blijven in de omgeving, waarin de kwetsbare burger verblijft.Hier ligt m.i. ook een taak bij de överheid”, die de middelen beschikbaar stellen kan om diverse soorten van ondersteuning te realiseren.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.