Door Carolien Stam – De Inspectie voor de Jeugdzorgconstateert in twee rapportages dat de veiligheid van kinderen gevaar loopt. Omdat er in de meeste gevallen geen onafhankelijke toets is op het besluit van bureau jeugdzorg een kind terug te laten keren in het gezin. Het blijkt dat bjz te weinig en te laat informatie geeft aan de Raad voor de Kinderbescherming.
Nuancering
‘Inderdaad leggen wij onvoldoende systematisch onze besluiten voor aan de Raad voor de Kinderbescherming’, geeft bestuurslid Jan-Dirk Sprokkereef van de MOgroepbranche jeugdzorg toe. ‘We hebben een plan met de Raad gemaakt om dat te verbeteren.’ Maar een nuancering is wel op z’n plaats: ‘Het inspectierapport gaat over één moment in een reeks van besluiten bij uithuisplaatsing en ondertoezichtstelling.’
Risicomanagement
De Inspectie constateert ook dat de jeugdbescherming risicomanagement onvoldoende toepast. Risicomanagement betekent dat gezinsvoogden een risico-inschatting maken van de veiligheid van het kind en systematisch werken aan het beperken van de risico’s. ‘We zitten in een enorme veranderslag’, zegt Jan-Dirk Sprokkereef, ook directeur van jeugdzorg Friesland. ‘We hebben net een veiligheidskader ontwikkeld om alle besluiten op alle plaatsen structureel te toetsen.’
Kiezen
Het kritische rapport van de Inspectie handelt over situaties waarin de veiligheid van een kind minder urgent is, zegt Sprokkereef, ‘want het kind zit in een proces om terug naar huis te keren. Dan staat het sein al op groen. Als je dan als gezinsvoogd moet kiezen om je tijd te steken in een crisisplaatsing of een rapportage voor een terugkeer, zal de aandacht van de jeugdwerker naar het eerste gaan.’
Veiligheidrisico
Maar de Inspectie heeft het wel degelijk over veiligheidsrisico’s voor kinderen: ‘omdat het gaat om kinderen uit veelal complexe gezinssituaties. In de praktijk blijken er altijd blinde vlekken in de professionele afwegingen te zijn.’ Volgens Sprokkereef besluit de Raad voor de Kinderbescherming maar ‘in een zeer, zeer klein deel van de voorgelegde gevallen anders.’
Teruggeplaatst
Dat zegt ook gezinsvoogd Ria van Asselt, bestuurslid van de Belangenvereniging Medewerkers in de Jeugdzorg (BMJ). Voor het gebrek aan toetsingsmogelijkheid door de Raad voor de Kinderbescherming heeft Van Asselt niet een duidelijke oorzaak. ‘Soms worden kinderen ook van het ene moment op het andere teruggeplaatst in het gezin, omdat er nergens plaats is. Tenminste als kinderen geen gevaar lopen thuis.’
Verantwoordelijkheid
Het kan ook zijn dat veel nieuwe medewerkers nog niet van alle regels en procedures op de hoogte zijn. ‘Er zijn veel nieuwe jeugdwerkers in de organisatie gekomen door de enorme groei van de jeugdbescherming. Je kan, zeker als je begint, niet alles weten. Ons takenpakket en de regels waaraan we moeten voldoen, zijn echt heel uitgebreid. Niettemin ben ik blij met de toetsende taak van de Raad, omdat ik de verantwoordelijkheid voor terugkeer van een kind in het gezin soms ook heel groot vind.’