Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties2

Topdown en niet meer terug. Professionals aan de zijlijn op Wmo-congres

Het grote, landelijke congres 'Wmo en Welzijn Nieuwe Stijl' op 25 mei was exemplarisch voor het eenrichtingsverkeer tussen overheid en professionals. Uitgerekend bij de jaarlijkse ronde kennis bijspijkeren over maatschappelijke activering en participatie, staan de hoofdrolspelers langs de kant, stelt publiciste Annemiek Onstenk.
Topdown en niet meer terug. Professionals aan de zijlijn op Wmo-congres

Een paar weken geleden verweet Bert Holman, projectleider Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van het ministerie van VWS, de welzijnssector te afwachtend te zijn wat betreft het aanjagen van vernieuwingen in haar werk. De sociale sector kijkt hiervoor volgens hem teveel naar de overheid.
Heeft de overheid dat niet een klein beetje aan zichzelf te danken? De veranderingen die in 2007 met de Wmo kwamen, waren nog (deels) een beleidsmatige vertaling van ontwikkelingen in de samenleving. Maar de laatste jaren zijn de rollen omgedraaid. De overheid zorgt zélf voor wijzigingen in sociaal beleid, noemt die vernieuwingen en het zijn (toevallig?) tegelijkertijd ook steeds bezuinigingen. Zij legt vernieuwingen als Welzijn Nieuwe Stijl en De Kanteling van bovenaf op aan gemeenten, zorg- en welzijnsinstellingen. Kenniscentra als MOVISIE en Vilans krijgen de opdracht proefprojecten te draaien, nieuwe methodieken te ontwikkelen en die aan gemeenten en welzijnsorganisaties over te dragen.

Eenrichtingsverkeer
Het grote, landelijke welzijnscongres ‘Wmo en Welzijn Nieuwe Stijl’ op 25 mei is exemplarisch voor dit eenrichtingsverkeer. Ruim 800 mensen uit het veld, vooral sociale/zorgprofessionals en lokale ambtenaren, luisteren achtereenvolgens naar een topambtenaar van het ministerie voor VWS, twee oud-bewindslieden en een wethouder. De sprekers lichten nieuwe structuren toe en dwarsverbanden tussen welzijn, zorg, sociale zaken en arbeidsre-integratie. Ze houden sociale professionals voor dat zij anders moeten werken: beter samenwerken, meer generalist worden, meer maatwerk leveren, meer op de burger afstappen en probleemsignalen uit de wijk eerder oppikken. Meer nog dan voorheen staat volgens de sprekers de burger centraal. De directeur van de Chronisch zieken en Gehandicaptenraad (CG-Raad) dient de sprekers ‘van boven’ van repliek.

Geen burgers
’s Middags, na de iets meer praktijkgerichte workshops, waarvan iedereen er twee kan volgen, komen de congresgangers weer allemaal bijeen in de grote congreshal voor de paneldiscussie. Daar spreken andere politici, directeuren en bestuurders het veld toe.
Gespreksleider Pieter Hilhorst heeft de aanwezigen ‘s ochtends gevraagd een kwetsbare burger in gedachten te nemen, voor wie de sociale sector het allemaal doet. Dat wordt Nadira, een geïsoleerd levende asielzoekster. Verder zijn burgers in geen velden of wegen te bekennen. En ook de sociale professionals spelen slechts een marginale rol. Zij stellen vragen vanuit de zaal of plaatsen kritische kanttekeningen bij het door de beleidsmakers beoogde succes van de combinatie van vernieuwingen en bezuinigingen.

Hoogste woord
Het geeft te denken. Een private partij organiseert een dure dag (deelname kost tussen € 149,- en € 299,-), waarop het ministerie, als een live circulaire, ambtelijk komt vertellen wat komend jaar het beleid is. De peptalk wordt overgelaten aan twee oud-staatssecretarissen, de huidige bewindspersoon laat zich niet zien. De landelijke overheid trekt zich steeds verder terug en decentraliseert het beleid, maar heeft het hoogste woord. Uitgerekend bij de jaarlijkse ronde kennis bijspijkeren over maatschappelijke activering en participatie, staan de hoofdrolspelers langs de kant. Het veld wordt, om de metafoor door te trekken, bespeeld door coaches, clubbestuurders en arbiters in plaats van door voetballers.

Inspiratievermogen
Dat Bert Holman, de genoemde projectleider Wmo bij VWS, een paar weken geleden constateerde dat ‘de door kennisinstituten opgezette projecten en interventies niet landen in het veld’ is niet zo gek, toch?! Hoe interactief de opzet van een congres ook is, de handreikingen, transities en nieuw uitgestippelde beleidslijnen hebben het inspiratievermogen van een stroomkast. Misschien dat volgend jaar de politici, rijksambtenaren en bobo’s in de zaal plaats moeten nemen en professionals hen vanachter het spreekgestoelte vertellen hoe zij, ondanks de hindernissen die wetten en regelingen kunnen opwerpen, burgers in beweging krijgen.

Links: Annemiek Onstenk is journalist achter Tekst, redactie & research, congres ‘Wmo en Welzijn Nieuwe Stijl’, 25 mei 2011

2 REACTIES

  1. Lees alle reacties
  2. Op zich denk ik een terechte constatering dat wij als overheid nog heel vaak praten over de burger/klant dan met de klant. Het is natuurlijk ook bedreigend om met de klant te praten als je denkt dat je hem niets hebt te bieden. Juist daarin verschil ik van mening met anderen. In de gemeente Rucphen hebben we namelijk samen met de klant en de de relevante actoren in beeld gebracht wat de behoefte is en hoe we deze in kunnen vullen. Hierdoor ontstaat draagvlak en enthousiasme bij alle partijen. Mij moet echter nog wel in ding van het hart als het om de landelijke belangenbehartigers en dat is dat zij ook vaak hun eigen stokpaardjes hebben gehad ipv te luisteren naar hun achterban. Gelukkig is dit nog niet te laat omdat we nu op een punt zijn dat we echt allemaal aan de klant moeten denken ipv aan onszelf. Alleen samen kunnen we namelijk komen tot een oplossing van de uitdaging waar we voor staan. Belangrijk is dan wel dat zowel overheid als landelijke belangenbehartigers luisteren naar degene waar ze tot nu toe alleen maar over praten.
    John van Hal
    Wethouder Wmo gemeente Rucphen

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.