‘Veel sociaal professionals voelen door de decentralisaties en door de opkomst van onder andere ervaringsdeskundigen dat sociaal werk echt een vak is. Een vak waarvoor je moet blijven leren en je ontwikkelen. Ze willen met trots voor hun vak gaan staan, merken wij’, vertelt Sonja Liefhebber, senior adviseur professionalisering bij Movisie. Veel professionals werken nu als ‘generalist’. Maar wat is dat precies? Wat moet een generalistische sociaal werker allemaal kunnen en weten?
Register Sociaal Werkers
Om daar zicht op te krijgen en om de regie over je eigen professionaliteit weer terug te pakken, is er het Register voor Sociaal Werkers. Professionals die zich daar inschrijven, moeten – naast het hebben van de juiste opleiding en een VOG – een ontwikkelplan maken, gebaseerd op het beroepscompetentieprofiel voor de sociaal werker.
Beroepscompetentieprofiel
‘We gaan er vanuit dat professionals die zich registreren zich spiegelen aan de beroepscode en het beroepscompetentieprofiel van de sociaal werker’, zegt Liefhebber. ‘In de beroepscode staat welk gedrag we van een sociaal werker verwachten en in het beroepscompetentieprofiel wat er van een sociaal werker qua kennis en kunde in huis moet hebben. Wat een sociaal werker moet weten en welke basisvaardigheden hij of zij moet hebben. In het beroepscompetentieprofiel staan ook zeven verdiepingsprofielen, leefgebieden waar een professional zich in kan verdiepen.’
Stimuleren in ontwikkeling
Het register is dus vooral bedoeld om professionals te stimuleren in hun ontwikkeling. ‘Die insteek past goed bij deze tijd’, meent Liefhebber. ‘Vraagstukken van deze tijd zijn complex. Soms weet je gewoon even niet wat je ermee moet. Dan is het fijn als je met collega’s kunt sparren en van elkaar kunt leren. Voor een registratie moeten professionals tien ontwikkelactiviteiten doen en twintig reflectieactiviteiten. Deze hoeven niet noodzakelijk te bestaan uit formele lessen, cursussen of workshops. Een overleg met collega’s of een snuffelstage bij een andere organisatie kan ook.’
Herregistratie
Een geregistreerde professional moet zich eens per vijf jaar herregistreren. Dat is dus de maximale duur van één ‘ontwikkelcyclus’. ’Maar we hopen natuurlijk dat professionals doorlopend blijven leren’, aldus Liefhebber. ‘Die cycli kunnen ze zo vaak en snel doorlopen als ze willen. Het ontwikkelplan kan ook tijdens die vijf jaar veranderen of aangepast worden op de nieuwe situatie.’
2.000 professionals
Het register bestaat nu ruim een jaar. Tot nu toe hebben 2.000 professionals zich ingeschreven. Daarmee is het het snelst groeiende register op Registerplein, volgens Roger Kerff, directeur van Registerplein, het platform van het Register Sociaal Werk en andere beroepsregister. ‘In 2019 zien we bovendien een groei van, tot nu toe, 31 procent. Ook dat is heel positief.’
Meerdere registers
Naast sociaal werk, zijn er op Registerplein ook nog andere registers. Namelijk die van de maatschappelijk werkers, sociaal agogen, GGZ agogen, cliëntondersteuners, sociaal juridisch dienstverleners, gezinshuisouders, aandachtsfunctionarissen, mantelzorg makelaar en psychodiagnostische werkers.’ Die veelheid van registers is een reden om na te denken over de het samenvoegen of herordenen van de registers. ‘Voorstelbaar is dat op termijn de bestaande registers herzien worden. Daarbij zal er, zo is onze indruk, wel behoefte blijven aan herkenbaarheid van diverse expertises en beroepen, bijvoorbeeld in de vorm van een aanvullend profiel of een aantekening bij een registratie,’ aldus Kerff.
Niet verplicht
Het register voor sociaal werkers is vergelijkbaar met Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ), het bekende en verplichte register voor jeugdprofessionals, maar er zijn een aantal belangrijke verschillen. Allereerst is het register voor sociaal werkers niet verplicht.
Ethische commissie
Ten tweede hangt er achter het register voor sociaal werkers geen tuchtcommissie die professionals controleert en berecht. Wel is er een ethische commissie die sociaal werkers kan helpen bij dilemma’s en het maken van goede afwegingen. ‘Dit register heeft geen uitsluitende werking, maar is eerder een uitnodiging’, vindt Liefhebber. ‘Het gaat niet om de vraag “voldoe ik wel aan de eisen”, of “handel ik volgens de normen van het beroep”, maar het is bedoeld om professionals in hun vakmanschap te stimuleren.’
Openbaar
Een overeenkomst is dat beide registers voor derden (cliënten en werkgevers) inzichtelijk zijn. Daarbij is het overigens mogelijk “dat u een professional niet kunt vinden in het beroepsregister, terwijl hij of zij wel een beroepsregistratie heeft. In verband met de AVG en privacybescherming mag een professional zelf aangeven of hij/zij openbaar vindbaar wil zijn. Daarom is het goed om te weten dat alle geregistreerde professionals bij Registerplein een kwaliteitscertificaat ontvangen. Hier kunt u ook naar vragen”, is te lezen op registerplein.nl