Ross wil dat tehuizen niet langer een vast bedrag per bewoner krijgen, maar dat voortaan rekening wordt gehouden met de hoeveelheid zorg die iemand nodig heeft. Een verpleeghuis zou dan voor bijvoorbeeld een zwaar demente bewoner meer geld krijgen dan voor iemand die nog veel zelf kan. Volgens de instellingen is de gedachte van Ross op zich goed, maar moet ze haar plannen anders vormgeven. Er zijn nu te weinig garanties dat de kwaliteit van de uiteindelijke zorg goed zal zijn. J. Coolen, woordvoerder van de zorgverzekeraars, zei dat het stelsel van Ross te moeilijk te begrijpen zal zijn voor de patiënten en hun familie. Hij vindt het belangrijk dat klanten voortaan kunnen kiezen uit de zorg van verschillende tehuizen en instellingen. Voorwaarde moet volgens hem dan zijn dat mensen begrijpen wat de verschillen zijn.
Volgens directeur W. Romijn van Sensire, een grote instelling voor thuis- en ouderenzorg, voldoet de zorg kwalitatief gezien nog steeds niet aan de behoefte van patiënten. Hij noemde het voorbeeld van patiënten die op jonge leeftijd dement raken. Zij hebben doorgaans intensieve begeleiding nodig bij het leren accepteren van hun ziekte. Toch krijgen zij volgens het huidige voorstel drie uur zorg per etmaal. Volgens Romijn is dat ‘een fooi’.