Het wetsvoorstel Wmo is dinsdag 14 februari met een grote meerderheid van stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. Een week eerder stemde de Tweede Kamer over de amendementen die zij indienden bij het wetsvoorstel Wmo. Een overzicht van de belangrijkste wijzigingen:
• Invoering per 1 januari 2007 De invoeringsdatum van de Wmo verschuift van 1 juli 2006 naar 1 januari 2007.
• Tijdelijke zorgplicht wordt structureel compensatiebeginsel De tijdelijke zorgplicht van 3 jaar wordt in het wetsvoorstel vervangen door een structureel compensatiebeginsel. Het compensatiebeginsel verplicht gemeenten om voorzieningen te treffen voor mensen die zich door hun beperkingen niet zelf kunnen redden of die moeite hebben met het meedoen aan de maatschappij. Het compensatiebeginsel is flexibeler in te vullen dan de zorgplicht. In het oorspronkelijke wetsvoorstel was een tijdelijke zorgplicht opgenomen. Deze zorgplicht gold alleen voor: scootmobielen, rolstoelen en de huishoudelijke verzorging.
• PGB voor alle individuele voorzieningen Gemeenten zijn verplicht om burgers de keuze te bieden tussen een voorziening in natura, een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget. Dit geldt dan voor alle individuele voorzieningen. In het oorspronkelijke wetsvoorstel waren gemeenten alleen verplicht om een persoonsgebonden budget aan te bieden voor de voorzieningen waarvoor de zorgplicht gold. Dat waren scootmobiels, rolstoelen en huishoudelijke verzorging.
• Volledige huishoudelijke verzorging naar de Wmo De gehele huishoudelijke verzorging wordt vanuit de AWBZ overgeheveld naar de Wmo.
• Geen schotten in het ene loket Gemeenten moeten in een verordening vastleggen hoe ze individuele voorzieningen gaan verstrekken. In deze verordening moeten ze ook vastleggen dat cliënten maar één intake krijgen aan het ene loket. Aan het loket mogen mensen niks merken van het onderscheid tussen Wmo en AWBZ. De mensen achter het loket bepalen dan of iemand ondersteuning nodig heeft van de Wmo, zorg uit de AWBZ of beide!
• Rol cliënt steviger verankerd De rol van de cliënt is door de amendementen steviger verankerd in de Wmo. Zo geldt de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen ook voor de maatschappelijke ondersteuning. Ook de Wet klachtrecht cliënten zorgsector is met ingang van de Wmo van toepassing op iedere aanbieder van maatschappelijke ondersteuning. Vanaf 2007 is het aan de gemeenten om jaarlijks een tevredenheidsonderzoek uit te voeren onder gebruikers van maatschappelijke ondersteuning. De resultaten van dit onderzoek zijn openbaar.
• Ondersteuning van mantelzorgers In de Wmo is nu geregeld dat mantelzorgers en vrijwilligers ondersteuning krijgen als ze tijdelijk niet in staat zijn om te zorgen. Mantelzorgers kunnen bij hun gemeente terecht voor begeleiding bij het vinden van een tijdelijke oplossing. Daarbij is het vooral belangrijk dat respijtzorg snel beschikbaar is en flexibel ingezet kan worden.
• Keuzevrijheid De keuzevrijheid voor cliënten die voor ondersteuning in natura kiezen, is beter verankerd. Het oorspronkelijke wetsvoorstel liet volgens de indieners van het amendement nog te veel ruimte voor verwijzing naar slecht één aanbieder.
• Motiveringsplicht Gemeenten waren al verplicht om een toewijzing of afwijzing van een Wmo-voorziening te motiveren. Door een amendement wordt die motiveringsplicht verder aangescherpt. Gemeenten moeten hiermee hun besluiten verder motiveren dan waar ze op grond van de Algemene wet bestuursrecht al toe verplicht zijn.