‘Eric, jij bent vandaag voorman. Oké?’ Eric accepteert
dit glunderend. Hij is wel vaker voorman geweest van de veegploeg, maar ‘dat is
niks bijzonders hoor’. Werkmeester Alexander Timmers Verhoeven legt nog één keer
goed uit waar de werknemers op moeten letten. ‘Let op, altijd handschoenen
dragen en gebruikte naalden houd je goed van je af als je ze oppakt. De naalden
moeten in het emmertje en niet in de zak.’ Het gezicht van Eric betrekt even na
deze opmerking van Alexander. Hij is een paar weken geleden per ongeluk geprikt
door een gebruikte naald die uit de zak stak. Nu krijgt hij een maand lang
preventief medicijnen ‘wel vijf pillen per dag’, maar maakt zich grote zorgen.
‘Oké, zijn jullie er klaar voor? Kom op dan. Aan de slag.’ De veegploeg bestaat
vandaag uit Eric, Toon, Murad, John en Reinier. Twee keer per week kunnen zij
aan het werk voor Bureau Dagloon.
Groepsgewijs
Het bureau, dat een soort uitzendbureau is voor Utrechtse
harddrugsgebruikers en daklozen, is een project van Centrum Maliebaan
(verslavingszorg) en dagopvangcentrum Catharijnehuis. In april 2000 begon het
Dag Activiteiten Centrum (DAC) met een veegploeg. Per dag konden vijf personen
aan de slag, maar al snel bleek dat er veel animo voor was. Langzamerhand kwamen
er meer opdrachten bij en ook meer geïnteresseerde daklozen.
Bureau Dagloon is vanaf januari officieel van start gegaan en beloont
de werknemers met’; 11,50 per dagdeel. Per dag kunnen sowieso vijftien personen
aan de slag, maar af en toe zijn er extra klussen waar meer mensen voor nodig
zijn. Naast dak- en thuislozen en harddrugsverslaafden is er ook plaats voor
mensen met een werkstraf. ‘Je moet dit werk zien als een variant op de reguliere
dagbesteding. Dat er een vergoeding tegenoverstaat, is puur voor de extra
motivatie om deel te nemen. Er is inmiddels zo veel interesse in dit werk, dat
de werknemers gemiddeld maar twee keer per week bij ons aan de slag kunnen,’
vertelt Alexander. ‘Zo krijgt iedereen een kans. Ze schrijven zich elke week in
en dan verdelen wij ze over de verschillende klussen die er zijn. Soms komen ze
op de bonnefooi langs, om te kijken of er nog extra werk is of kunnen invallen
voor mensen die zijn afgehaakt.’
Bureau Dagloon heeft verschillende opdrachtgevers. De GGD huurt het in om
de gebruikersruimten schoon te maken, de gemeentereinigingsdienst laat
verschillende gebieden aan de veegploeg over, de NS doet af en toe een beroep op
het bureau om de daken schoon te maken en er is ook nog een scholengemeenschap
die hoveniers nodig heeft. Daarnaast zijn de medewerkers van Bureau Dagloon met
grote regelmaat nodig voor hovenierswerk bij kinderdagverblijven en speeltuinen.
‘Daar sturen we alleen mensen heen die het fysiek aankunnen. Bovendien zijn voor
dat werk wel duidelijke instructies nodig. Soms is er nog seizoenswerk waar we
mensen heen kunnen sturen. Zo zijn er in de zomerperiode regelmatig mensen nodig
voor het opzetten van partytenten en is er af en toe schilderwerk te doen. De
werkzaamheden zijn dus heel divers, maar over het algemeen zijn we specialisten
in vuile handen. We letten er overigens wel op dat het om werk gaat met een lage
werkdruk dat in groepsverband kan worden uitgevoerd.’
Rust opzoeken
Na de koffie, om half tien, laadt Eric de knalgele bakfiets in en
vertrekken de leden van de veegploeg richting station, waar ze de stoep voor
Inloopcentrum Hoog Catharijne schoonmaken. Gewapend met prikkers, vegers,
scheppen en plastic zakken gaan ze aan de slag. Toon en Eric legen de
vuilnisbakken, terwijl John, Murad en Reinier de stoep onder handen nemen. Na
een kwartier zijn al twee grote vuilniszakken gevuld. Als de stoep schoon is,
vertrekt het ‘klienteam’, zoals met dikke zwarte letters op de bakfiets is te
lezen, naar het Smakkelaarsveld. Daar zitten de verslaafde daklozen van Utrecht
sinds de tunnels onder Hoog Catharijne zijn gesloten. De veegploeg gaat
onverstoorbaar door met het opruimen van troep, af en toe half struikelend over
de mensen die high op de grond liggen. Helemaal schoon krijgen ze het veld
nooit, maar de meeste troep wordt meegenomen. Toon vindt dat het even tijd is
voor een pauze. ‘Zo, effe een peukie. Ik heb weer geslapen op een bank en heb
wat last van mijn rug gekregen. Ik ben net een maand in Amsterdam geweest, waar
ik wat schildersklussen deed aan boord van een schip. Na die luxe is het wel
weer wennen om buiten te slapen. Maar in de nachtopvang slapen? Dat nooit. Dan
lig ik alleen maar tussen dat spul wat hier ook op het Smakkelaarsveld ligt. Ik
zoek liever de rust op.’
Werkmeester Alexander komt even een kijkje nemen bij het ‘klienteam’ en
Toon gaat weer snel aan de slag. In de straat om de hoek staat drie keer per
week de methadonbus en daar moeten ze goed uitkijken voor naalden. Om kwart voor
elf is het tijd voor koffie. Ze lopen terug naar Bureau Dagloon. In het gebouw
is een man druk in de weer met de was. Hij heeft vandaag als baantje de taak
gekregen om de was van de Inloop te doen. Dak- en thuislozen kunnen hier hun
kleding omwisselen voor schone kleding. Een ander mag vandaag de lunch
verzorgen, wat inhoudt dat hij boodschappen moet doen, de tafel dekt en koffie
zet.
Na een korte pauze vertrekt de veegploeg weer. Nu zijn de rand van de
wijken rond het station aan de beurt. Kleine pleintjes en veldjes worden weer
schoon achtergelaten. John doet dit werk al een tijdje. ‘Alleen als ik geen
enkele cent meer in mijn zak heb. Maar dan moet ook echt helemaal niks meer over
hebben van mijn uitkering. Murad werkt ook niet standaard twee keer per week.
‘Ik doe dit werk vrijwillig. Oké, ik krijg er een beetje geld voor, maar ik doe
het vooral omdat de stad anders zo’n zootje wordt. Kijk, dit veldje zou anders
een troep zijn, maar nu wij er op gezet zijn lijkt het al een stuk beter. Wij
zorgen ervoor dat Utrecht weer een mooie stad wordt.’
‘Een beter zelfbeeld, daar doen we het voor,’ zegt Alexander later. ‘De
harddrugsgebruikers en daklozen weer het gevoel geven dat ze er toe doen. Je
ziet ook dat de omgeving anders op ze reageert. Mensen die hen bijvoorbeeld de
weg vragen, dat gebeurt anders niet zo snel. Dat ze zinvol bezig zijn is voor
iedereen een pluspunt.’
Fysiek
De mannen gaan weer verder met hun bezigheden. Eric ziet dat Toon even
stilstaat om zijn rug te strekken. ‘Man, leg die zak dan op de kar. Volgens mij
is die veel te zwaar.’ Toon antwoordt: ‘Ik doe dit werk al jaren, dus je hoeft
me niet te zeggen hoe ik mijn werk moet doen.’ Hij trekt even een vreemd
gezicht, maar doet toch wat Eric zegt.
Murad en John hebben een naald gevonden en doen dit voorzichtig in het
daarvoor bestemde bakje. Murad pakt een stuk papier dat op de grond ligt,
vlakbij de naald. ‘Kijk uit sukkel,’ roept John. ‘niet met je blote handen.’
Murad haalt even zijn schouders op en gaat gewoon door. John: ‘Zeg zo meteen
niet dat ik je niet gewaarschuwd heb.’ Eric voegt er nog aan toe dat ze niet
moeten vergeten wat zijn ervaringen zijn. Na wat gemurmel trekt Murad weer zijn
handschoenen aan.
Het laatste uur van hun werkdag is aangebroken. De veegploeg gaat nog even
aan de slag aan de rand van de wijk Lombok en keert om half één terug naar
Bureau Dagloon om het verdiende geld in ontvangst te nemen en nog wat te eten.
Tijdens de gratis lunch, die bestaat uit een ruime hoeveelheid brood, klagen ze
over het geld. ‘In Amsterdam krijg je’; 14,- per dagdeel’ en ‘in Rotterdam kun
je hele dagen werken in plaats van alleen de ochtenden’.
Alexander: ‘Je moet ook niet vergeten dat onze doelgroep fysiek niet echt
sterk is. De deelnemersvergoeding van ‘; 11,50 moet je zien als een zakcentje
bovenop de uitkering. Het blijft een vorm van dagbesteding.’ De werkmeester is
erg tevreden over het eerste half jaar. ‘We krijgen steeds meer opdrachten en
het werken met deze doelgroep gaat goed. Natuurlijk zijn er wel eens problemen
met ongemotiveerde werknemers, maar dat lost zich binnen de groep wel op. Ze
zijn samen verantwoordelijk voor het werk en spreken elkaar erop aan als er iets
niet goed gaat. We blijven druk zoeken naar nieuwe opdrachtgevers, zodat we
uiteindelijk zoveel mogelijk mensen een goede dagbesteding kunnen geven en het
zelfbeeld kunnen opkrikken.’/Ester Mijnheer