Staatssecretaris Van Rijn wil wel op termijn onderzoeken of de regels over de machtiging voor gedwongen jeugdhulp in het Burgerlijk Wetboek moeten komen. Dat zegt Van Rijn in een brief aan de Tweede Kamer. De Raad voor de Rechtspraak en de kinderrechters stelden vorige week de regels over gedwongen jeugdzorg in de nieuwe Jeugdwet ter discussie. Zij deden een beroep op de Eerste Kamer – waar de Jeugdwet ter beoordeling ligt – om de wet uit te stellen. De kinderrechters willen alle regels voor gedwongen jeugdzorg in één wet: het Burgerlijk Wetboek.
Uithuisplaatsingen
Op dit moment staan de regels voor opname in de gesloten jeugdzorg in de Jeugdwet. Een ander deel, de regels voor uithuisplaatsing en onder toezicht stelling (ots), staat in het Burgerlijk Wetboek. Onnodig ingewikkeld, vinden de rechters.
Integratie
Maar Van Rijn zegt in de brief aan de Tweede Kamer dat in de nieuwe Jeugdwet juist is gekozen voor de integratie van de regels over vrijwillige en gedwongen jeugdzorg: ‘De gehele Wet op de jeugdzorg is daarmee van toepassing op de gesloten jeugdzorg waardoor het mogelijk is intersectorale zorg te bieden aan jeugdigen in de gesloten jeugdzorg.’ Er zijn volgens Van Rijn geen problemen geconstateerd die voortkomen uit de integratie van vrijwillige en gedwongen jeugdzorg.
Dure behandelingen
De kinderrechters vrezen echter dat met de nieuwe Jeugdwet in de toekomst wel degelijk problemen zullen ontstaan. ‘De kans bestaat dat gemeenten dure behandelingen niet uitvoeren’, zei mr. Irene Hinfelaar, van de Raad voor de Rechtspraak tegen Zorg+welzijn. Vooral de gesloten opvang voor kinderen en jeugd bij uithuisplaatsingen is duur. Juist deze vorm van jeugdbescherming kan volgens de kinderrechter door gemeenten vanwege de kosten vermeden worden. De staatssecretaris gaat in zijn Kamerbrief overigens niet in op dit thema.