Door Aart Verschuur – Annelies Dekker (69 jaar, ex-rijksambtenaar) uit Voorschoten is zo’n afgewezen patiënt. Zij heeft al acht jaar longemfyseem en heeft dit jaar géén recht gekregen op ondersteunende begeleiding. De regels zijn inmiddels aangepast en nu heeft Annelies als somatisch patiënt wel weer recht op deze begeleiding. Toch zit zij nog steeds zonder. En ze is woedend.
Annelies woont in een seniorenwoning met twee kamers, overal in haar woonkamer liggen stapels papieren op de grond. Achterstallige administratie van haar echtscheiding. Ze is al jaren bezig de papieren te ordenen, het lukt niet vanwege kortademigheid en een letterlijk misselijkmakende vermoeidheid. ‘Mensen die bij mij binnenkomen, krijgen de schrik van hun leven. Het lijkt bij mij wel Maison Tokkie’, vertelt ze.
Doormodderen
Van de gemeente heeft Annelies recht gekregen op wekelijks drie uur huishoudelijke hulp, die overigens nog nooit is langsgekomen. Te weinig personeel. Een aanvraag via een thuiszorgorganisatie voor ondersteunende begeleiding is echter door het CIZ afgewezen, zij moet blijven wonen tussen haar stapels onverwerkte papieren. De thuiszorgorganisatie deed haar een inventieve oplossing aan de hand: dien een aanvraag in voor persoonlijke verzorging vanuit de AWBZ en zet dit geld stiekem in voor administratieve ondersteuning.
Resoluut weigert Annelies in te gaan op deze praktische suggestie. ‘Als ex-rijksambtenaar heb ik mijn beroepsethiek. Ik wil niets frauduleus doen en weiger onder valse voorwendselen aanvragen in te dienen. Ik heb geen hulp nodig bij wassen en aankleden, wel voor administratieve begeleiding en hulp bij boodschappen.’
Annelies blijft dus zitten met haar papieren op de vloer. Cynisch zegt ze: ‘Ach, alles went. Ik kan natuurlijk blijven doormodderen tot my last day. Als ik elke dag één papiertje opruim, ben ik over anderhalf jaar ook klaar met mijn administratie en is mijn woonkamer opgeruimd.’En boodschappen doen, hoe gaat dat? Daarin is Annelies inventief geworden. ‘Ik doe alleen het hoogst noodzakelijke. Eens per week maak ik een boodschappenlijst. Ik deel de lijst dan in zes stukjes, elke dag haal ik een paar dingen. Op het eind van de week heb ik zo de belangrijkste boodschappen in huis. Zoveel vindingrijkheid heb je tegenwoordig nodig in Nederland.’
U kunt het hele artikel lezen in Zorg + Welzijn Magazine nummer 10, oktober 2008