De commissie-Samson deed onderzoek naar seksueel misbruik van minderjarigen die in instellingen of pleeggezinnen zijn geplaatst. Het onderzoek gaat over de periode van 1945 tot nu. De NOS wist de hand te leggen op een voorpublicatie van het rapport waaruit blijkt dat kinderen die in een jeugdzorginstelling zitten, hebben ongeveer 2,5 keer zo grote kans om seksueel misbruikt te worden. Voor verstandelijk gehandicapte kinderen is de kans drie keer zo groot of zelfs meer.
Veiligheidsbeleid
‘Dit onderzoek geeft aan dat de veiligheid in de jeugdzorg niet gewaarborgd is’, zegt Ina van Beek, adviseur in de aanpak van seksueel en huiselijk geweld. ‘We hoopten dat misschien wel, maar het bleek toch wishful thinking.’ Het verschijnen van het rapport betekent voor de overheid dat er goed toezicht op de wetgeving moet komen en voor instellingen is het zaak een goed veiligheidsbeleid te hanteren, vindt Van Beek. ‘Het is niet zo dat er niets bestaat om seksueel misbruik tegen te gaan’, zegt de adviseur. ‘Er is al veel ontwikkeld voor professionals en instellingen om seksueel misbruik te kunnen signaleren en te melden en ook ter preventie bestaan er methodieken en systemen.’
Doorpakken
De kwestie is volgens Van Beek: iedereen moet nu goed doorpakken. ‘Je kunt pleeggezinnen beter screenen, er is een vlaggensysteem dat leert hoe om te gaan met grensoverschrijdend gedrag. Het punt is dat de urgentie nu goed gevoeld wordt en daarom moeten organisaties de tools gaan gebruiken en het beleid echt implementeren. Seksueel misbruik moet niet binnenskamers worden afgehandeld, maar de juiste procedures moeten gevolgd worden.’ Honderd procent garantie is volgens Van Beek niet te geven. ‘Maar met alert en bewust zijn, komen we al verder. Overheid, instellingen, professionals, maar ook vrijwilligers en ouders, buren en vrienden moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Ook opleidingen zullen structureel aandacht aan dit onderwerp moeten besteden om de aankomende professionals goed voor te bereiden.’
Meldcode
Van Beek ziet vaak dat professionals uit angst niet durven te melden. ‘Zij vermoeden iets, maar zijn dan bang dat door hun schuld het kind uit huis wordt geplaatst en dat hun cliënt strafrechtelijk wordt vervolgd. Ze denken: ‘Echt heel erg zeker weet ik het niet om het zo ver te laten komen.” Maar dat is de verkeerde insteek, vindt Van Beek. ‘Het is juist de bedoeling dat je vermoedens dus eerst met een collega of leidinggevende bespreekt. Om advies vraagt. Volg de vijf stappen van de meldcode, waardoor je erger kunt voorkomen.’
Melden
Omdat seksueel misbruik steeds meer bespreekbaar wordt, durven meer slachtoffers aan de bel te trekken. ‘Daarvoor kun je onder meer terecht bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, bij het Steunpunt Huiselijk Geweld, maar ook bij je huisarts en andere instanties.’ Van Beek vindt dat als je niet goed weet waar je terecht kunt, het aanbod behoorlijk versnipperd is. Daarom is er voor alle slachtoffers van seksueel misbruik vanaf 1 oktober één landelijk telefoonnummer van de Hulplijn seksueel misbruik. Het telefoonnummer 0900-99 99 001 is ondergebracht bij Slachtofferhulp Nederland.
Bron: Foto: Movisie