Door Carolien Stam – Klassiek muziekje, wijntje naast
het bord, een kroonluchter boven het damasten tafelkleed. Een zestal bewoners
van verzorgingshuis Residence Chateau gebruikt de lunch in de Koningskamer van
het huis. Hangend in de aangepaste rolstoel, licht soezend boven de soep of
wachtend op de verzorgende die helpt met eten.
Het mensbeeld verschilt niet met een regulier verzorgingshuis. De ambiance
wél. De bewoners zien er heel netjes uit; haartjes mooi gekapt, blinkende
juwelen, kleding uit de vroege collectie van Frank Govers. De omgeving ademt
weelde en wonen op stand. Vier ijverige helpenden en verzorgenden bedienen de
bewoners.
Residence Chateau ligt in de luxe Archipelwijk in Den Haag. Het gebouw is
begin vorige eeuw gebouwd als woonhotel voor oudere ambtenaren die terugkwamen
uit Indië. Daarna is het als kantoorgebouw gebruikt, tot Rob Mol het vond op
zoek naar een geschikte accommodatie voor zijn tweede particuliere
verzorgingshuis, nu met “zorg op niveau”.
Hij liet het pand verbouwen – ‘Deels met eigen vermogen, deels
gefinancierd’ – en opende in de zomer vorig jaar de deuren van een heus luxe
zorghotel; ‘Je kunt het vergelijken met het verschil tussen een één ster en een
viersterren hotel. Het is wel duurder, maar je krijgt er meer voor.’
Zeventien jaar geleden begon Rob Mol een particulier verzorgingshuis in de
Statenbuurt in Den Haag. Hij was hoofd verzorging en had zo zijn eigen ideeën
over zorg en kwaliteit. Minder vergaderen, meer zorgen. ‘Met een klein, hecht
team kun je alles. Ik was directeur, kok, tuinman en gastheer. Na een paar jaar
begon de ondernemer in mij wakker te worden; ik dacht, dat kan ook groter. Toen
kwam er op de Statenlaan een pand vrij.’
Het zijn vaak mensen uit de zorg die een particulier zorghuis beginnen,
volgens Lodewijk en Erica Bosch van Rosenthal, die samen het secretariaat
bemensen van NeVeP, de Nederlandse Vereniging van Particuliere woon- en/of
zorgvoorzieningen. ‘Veelal uit onvrede over de manier van werken in de reguliere
instellingen. Maar idealisme en ondernemerschap gaan niet altijd samen. Je moet
een ondernemingsplan hebben, kennis van financiën, onroerend goed en van
marketing: hoe houd je de bedden vol.’
Niet dat het al vaak fout is gegaan, verzekeren de Van Rosenthals. De
doorzetters, die met enthousiasme, lange adem, inzicht in het zorgproces en
ondernemerschap het lange pad drie tot vijf jaar willen bewandelen, kunnen
slagen. De NeVeP – 35 jaar geleden opgericht – heeft nu rond de vijftig leden en
zo’n veertig starters-leden.
Vraag is hoe een particulier verzorgingshuis rendabel te houden. ‘Het is
een bedrijf, hoe houd je een delicatessenzaak rendabel?’ is de wedervraag van
Erica Bosch van Rosenthal. ‘Door met dezelfde menselijke factor iets extra toe
te voegen en voldoende inkomsten te genereren. Je moet een ondernemersplan
maken, kosten berekenen voor service en zorg en de inkomsten van huur en
geïndiceerde zorg. En voor de ondernemer moet er onderaan de streep wat
overblijven.’
‘De bewoner bepaalt de maat, niet de zorgverlener. Dat is het uitgangspunt
van onze kwaliteitszorg’, stelt Rob Mol. ‘In de reguliere zorgsector wordt een
zorgpakket aangeboden dat is bepaald door de organisatie. Bij ons bepalen de
mensen zelf welke zorg ze willen. Wie elke dag wil douchen, wordt elke dag
gedoucht. Als hulp bij douchen maar voor een keer in de week geïndiceerd is,
aldus gefinancierd door de AWBZ, betaalt de bewoner die andere douchebeurten
zelf.’
Bewoners van Residence Chateau kopen, naast de huur voor hun appartement en
de servicekosten, een zorgpakket in bij Mol. ‘De AWBZ geïndiceerde zorg is niet
toereikend voor de zorg die wij bieden. De helft van de huidige achttien
bewoners heeft complexe intensieve zorg nodig. Wij bieden zorg tot het
einde.’
‘Als de zorg voor ons niet meer hanteerbaar is, bijvoorbeeld vanwege
vergevorderde dementie, kan het contract worden ontbonden. Maar dat moet door
een onafhankelijke deskundige geïndiceerd worden en de familie moet akkoord
gaan. Zo’n situatie is in mijn ervaring nog maar één keer voorgekomen.’
Alle verzorgenden zijn geschoold en er lopen drie verpleegkundigen in huis.
Het geheim van goede zorg zit volgens Mol in een hecht team dat zich richt op de
bewoners. ‘Wij gaan pas koffie drinken als de zorg klaar is,’ illustreert hij de
mentaliteit. In een kleinschalige omgeving, waar niet te veel mensen te veel
wensen tentoonspreiden, is het ook gemakkelijker in te spelen op die wensen,
weet Mol.
‘Onze enige vaste activiteit is het voorlezen uit de krant elke ochtend
onder de koffie. Verder geven de bewoners zelf aan welke activiteiten ze willen
doen. We nodigen kunstenaars uit, aquarelleren, pianospelen of boetseren. Twee
keer per dagen wandelen? Als bewoners er vooraf afspraken over maken, dan kunnen
we dat regelen.’
Toch schuilt in die kleinschaligheid ook een gevaar, zo bracht een
onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) onder 27 particuliere
instellingen voor intramurale ouderenzorg in december 2002 voor het voetlicht.
Personeel, ook in de directe zorgverlening aan cliënten, was onvoldoende
geschoold. Personeelsbeleid en opleiding waren zwak ontwikkeld, evenals het
kwaliteitsbeleid in de zorg.
Schriftelijke waarborgen voor verantwoorde verpleging en verzorging bleken
in zeer beperkte mate aanwezig. Er was nog weinig geregeld op het gebied van
klachtopvang en cliënteninspraak. ‘Zorg op maat is het pluspunt en
tegelijkertijd de valkuil. Omdat kleinschaligheid het argument wordt voor het
niet formuleren van zorgbeleid,’ aldus het IGZ rapport.
De situatie is inmiddels heel anders, verzekert de NeVeP: ‘We waren in 2002
al bezig kwaliteitsnormen in de markt te zetten,’ leggen Erica en Lodewijk Bosch
van Rosenthal uit. ’Wij hanteren eigen kwaliteitsnormen, waarvan de laagste –
klasse III – de norm van de IGZ is. Instellingen in de eerste klasse hebben het
ISO/HKZ-gecertificaat. Van de in totaal 26 ISO-gecertificeerde instellingen zijn
er zes particulier.’
Residence Chateau staat te boek als klasse II–instelling. ‘We hebben wel
een zorgplan per bewoner, maar in de praktijk werken we er niet mee omdat het
erg veel tijd kost dat bij te houden. De bewoner bepaalt zelf voor een groot
deel wat er gebeurt,’ zegt directeur Mol. In zijn huis ligt alles vast in
protocollen, die het personeel ook van tijd tot tijd door moet nemen.
Mol voelt zich niet aangesproken door de verouderde resultaten van het
IGZ-onderzoek. ‘De graadmeter of je het wel of niet goed doet is de betrokkene,
de familie of de huisarts.’ Als er klachten zijn, komt dat volgens Mol direct op
zijn bordje. ‘Voor een bewonersraad zijn we te klein, wettelijk hoeft het niet.
Maar ik heb de bewonersraad elke dag aan tafel zitten: “Meneer Mol, als er iets
is wat me niet aan staat, weet ik waar u zit.”.
Het verschil met de reguliere zorg zit vooral in meer privacy en grotere
keuzemogelijkheden van de cliënt, betogen Rob Mol en de NeVeP. Daar staat dan
wel een passende prijs tegenover. In verband met de privacy wil de directeur van
Residence Chateau de maandelijkse huurprijs (plus servicekosten) niet
gepubliceerd zien, maar het overstijgt het gemiddeld netto maandinkomen van een
fulltime journalist.
‘De tarieven in particuliere huizen verschillen,’ verklaren Lodewijk en
Erica Bosch van Rosenthal, ‘maar je hebt wel wat eigen vermogen nodig. Een goed
pensioen of vermogen in de vorm van een eigen huis dat je verkoopt.’ Mensen
worden niet zo maar uit het huis gezet als het geld “op” is. ‘Het is aan de
ondernemer het riscio bij binnenkomst in te schatten en hoe daarmee om te gaan.’
Rob Mol verzekert dat in zo’n geval ‘een oplossing binnenhuis wordt gevonden.
Wij sturen geen mensen weg.’