Vijfentwintig tot dertig procent van de ouderen in verpleeghuizen is depressief, veel vaker dan leeftijdgenoten in de thuissituatie. Ze zijn kwetsbaarder en kampen vaak met meer lichamelijke ongemakken. Bovendien gaat opname in een verpleeghuis vaak gepaard met verlies aan sociale contacten, minder autonomie en een toenemende afhankelijkheid van anderen. Allemaal factoren die de kans op depressie vergroten. Een depressie verhoogt de kans op sterfte, ziekenhuisopnames en andere zorg.
Gesprekstherapie
‘De meeste mensen in verpleeghuizen worden vooral met pillen behandeld als ze een depressie hebben’, zegt Ruslan Leontjevas, eerste auteur van het artikel in The Lancet, docent levenslooppsychologie aan de Open Universiteit en verbonden aan het UMC St Radboud. ‘We weten echter dat het meer effect heeft als ook een gesprekstherapie of een andere vorm van psychosociale behandeling wordt toegepast. Opmerkelijk genoeg hebben de meeste verpleeghuizen geen gestructureerde werkwijze om depressies aan te pakken.’
Antidepressiva
Daarom ontwikkelden onderzoekers van het UMC St Radboud en twaalf UKON verpleeghuisorganisaties in Brabant, Zeeland, Gelderland en Limburg het zorgprogramma ‘Doen bij Depressie’. Leontjevas: ‘Met het programma proberen we het aantal mensen in verpleeghuizen met een depressie te verminderen door depressies vroegtijdig te signaleren en te behandelen. Die behandeling bestaat vooral uit activiteiten- en gesprekstherapieën, maar wanneer nodig ook uit het gebruik van antidepressiva. De effectiviteit van dit programma hebben we onderzocht in een twee jaar durende studie op 33 verpleeghuisafdelingen van het UKON.’
Verbeteren
De gegevens uit het onderzoek laten zien dat er nog veel is te verbeteren in de zorg voor mensen met een depressie in verpleeghuizen. Onderzoeksleider Debby Gerritsen, van de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde in het UMC St Radboud: ‘Wanneer afdelingsmedewerkers, psychologen en artsen de richtlijnen van Doen bij Depressie volgen, leidt dit niet alleen tot minder depressieve klachten op somatische afdelingen, maar ook tot een verhoogde kwaliteit van leven bij verpleeghuisbewoners van somatische en psychogeriatrische afdelingen. Het effect wordt vooral veroorzaakt door het regelmatig en vroegtijdig opsporen van depressieve klachten.’
Opsporen
Door de introductie van het programma daalde het aantal depressies op somatische afdelingen met minimaal een kwart. Dat kan volgens Gerritsen nog verder stijgen: ‘We zagen dat het effect van het zorgprogramma verdubbelde als depressie beter werd opgespoord. Veel afdelingen hadden moeite met invoeren van het zorgprogramma, bijvoorbeeld door veel personeelswisselingen en communicatieproblemen. Daardoor was het niet altijd mogelijk om alle mensen met een depressie op te sporen. Bovendien werd slechts veertig procent van de mensen met een depressie ook daadwerkelijk behandeld volgens het nieuwe zorgprogramma. Het opruimen van deze obstakels zal het programma nog effectiever maken.’
‘Verpleeghuizen pakken depressie niet gestructureerd aan’
Invoering van het zorgprogramma 'Doen bij Depressie' verlaagt het aantal depressies in verpleeghuizen met minimaal een kwart. Dat blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het UMC St Radboud, Open Universiteit en VUmc in medisch tijdschrift The Lancet. Het percentage kan nog verder stijgen als het programma volledig wordt uitgevoerd.