Verpleeg- en revalidatiecentrum Vreugdehof is een vreugdeloze, grijze,
lange en hoge jaren zestigflat in de Amsterdamse wijk Buitenveldert. Vreugdehof
staat tussen allerlei kantoren. Je moet er niet aan denken dat je daar je
laatste dagen moet slijten. Het informatiescherm voor bezoekers in de hal meldt
dat de euthanasievraag bespreekbaar is in het centrum. Toch lijken de bewoners
die zich rond de entree en binnen in alle soorten en maten rolstoelen
voortbewegen, opgewekt.
Verpleegkundige Tom Hanou is clustermanager in Vreugdehof. De instelling
doet in principe niet aan euthanasie, vertelt hij. ‘Dat gebeurt alleen als er
een uitdrukkelijke vraag in die richting komt van een patiNnt. Het is zelden dat
een patiNnt van ons een injectie of een drankje krijgt. Wel doen we aan
onthouding van verdere behandeling en medicatie. Wat het meeste voorkomt is
“zelfeuthanasie”: mensen die niet meer willen eten of drinken. Onder het
personeel leven veel bedenkingen tegen euthanasie. Het ziekenhuis en
verpleeghuis zijn daar niet voor bedoeld, daar ga je naar toe om beter te worden
of om verzorgd te worden. De verzorging is erop gericht om mensen het verblijf
hier zo plezierig mogelijk te maken, niet om mensen aan hun einde te helpen. Als
mensen om euthanasie vragen geeft dat vooral bij de verpleging en verzorging
enorme schuldgevoelens, vooral bij jongeren. Die denken dat zij geen goede zorg
verleend hebben. Daar moet je veel aandacht aan besteden.’
De mededeling dat-het-niet-meer-hoeft zal in eerste instantie
vaak bij een verpleegkundige of een verzorgende terecht
komen.
‘Dat klopt. Het is de bedoeling dat verplegenden en verzorgenden dat
verzoek in de wekelijkse patiNntenbespreking inbrengen. Dan gaat de arts met de
patiNnt praten. Maar zo gaat het niet altijd: vaak worden patiNnten met een
kluitje in het riet gestuurd: ach, het valt wel mee. De zon schijnt…
Ingewikkeld wordt het wanneer patiNnten een verzorgende in vertrouwen zeggen dat
ze niet meer willen leven. Dan kan de verzorgende er niets mee. Deze moet dan
ook antwoorden: als u er werkelijk wat mee wilt moet u het zeggen. Want dan gaat
de arts met u praten.’
Raken verzorgenden overstuur van zo’n
verzoek?
‘Soms wel, maar meestal niet. Het komt altijd als een verrassing. Soms
is het moment ook dat ik meld dat we bij iemand met morfine gaan beginnen. Dan
komen er soms felle discussies met het personeel. Op het moment speelt het bij
een demente vrouw die eten en drinken weigert. Haar kinderen zeggen: laat haar
maar gaan, maar het personeel is het er niet mee eens. Dat zegt tegen artsen en
hoofdverpleegkundigen: jullie laten mensen doodgaan. Dat is een signaal dat je
niet kunt laten liggen. Blijkbaar is er een onduidelijkheid die op tafel moet
komen. We besluiten niet zomaar tot zoiets. Het kan zijn dat er een
schriftelijke verklaring is. Er is altijd een gesprek geweest met de arts, de
familie en de verzorgende. Als hoofd moet je er veel met je medewerkers over
praten en uitleggen hoe de beslissing tot stand is gekomen: misschien is er een
medische complicatie opgetreden. De weerstand bij het personeel is vaak een
gebrek aan kennis over de situatie. ‘
Wat vindt u in uw werk het moeilijkst aan
euthanasie?
‘Voor mij is het moeilijkste punt: wanneer licht ik het team in? Wat
moet ik zeggen als het personeel vindt dat we te weinig hebben gedaan om de
kwaliteit van het leven van de patiNnt op te waarderen? Laatst hadden we een
mevrouw die op dit moment nog niet zo ziek is, maar wier vooruitzicht is dat ze
veel pijn zal hebben en dat lichaamsdelen zullen afsterven. Dan moet ik heel
goed uitleggen waarom deze mevrouw besloten heeft dat ze het niet wil. Het is de
keus van de patiNnt geweest.’
De criticasters zeggen dat de toename van euthanasievragen het
failliet van de zorg aantoont.
‘Daar ben ik het niet mee eens. Ik geef toe: het verpleeghuis heeft een
slecht imago. Journalisten schrijven alleen over negatieve zaken.’
Hoe is het om te werken in een sector die mensen zo angst
aanjaagt?
‘Voor mijzelf zeg ik altijd: hoe ernstiger de handicap, hoe mooier de
zorg. Ik heb altijd op afdelingen gewerkt waar mensen sterven. Ik ben een
gevoelsmens. Ik vind het mooi om met mensen aan het eind van hun leven daarop
terug te kijken. Je kunt hen helpen problemen die er nog zijn op te lossen,
gesprekken op gang te brengen. Ik vraag bij sollicitaties wel altijd indringend
waarom kandidaten zo gek zijn om hier te willen werken. Het is zwaar werk, je
komt grote problemen tegen en je wordt niet eens goed betaald. Wat is je
drijfveer? Vaak blijkt dan dat ze worstelen met vraagstukken rond de dood,
dingen die ze gezien hebben bij hun opa of oma.’
Goede palliatieve zorg zal de vraag naar euthanasie doen
afnemen, zeggen sommigen.
‘Daar ben ik het helemaal mee eens. Mensen zijn bang, voor de dood,
voor pijn. Als je met hen meegaat in de angst dan valt er veel op te lossen. Je
kunt een boel afspraken maken. U hoeft geen pijn te lijden.Mensen maken zich
zorgen over het bezoek, of de kinderen wel tijd hebben om langs te komen. Dat
kun je bespreekbaar maken, je kunt er compromissen over sluiten. Als je dat niet
zou doen wil iedereen een spuitje.’
Wat vindt u van het idee om verplegenden en/of verzorgenden
deel uit te laten maken van de medisch-ethische toetsingscommissies inzake
euthanasie?
‘Ik weet niet of dat wenselijk is. Ik denk wel dat het belangrijk is om
de verpleging en de verzorging te horen. Dat gebeurt nu ook al en dat is niet
altijd gemakkelijk voor de arts. De verzorgende legt de grens anders. Een arts
ziet iemand maar vijf of tien minuten en gaat uit van medische normen, terwijl
de verpleging en verzorging iemand 24 uur per dag ziet. Die demente mevrouw die
weigert te eten, kan zelf niet meer zeggen of ze euthanasie wil. In haar geval
hebben de arts en de familie ermee ingestemd om haar geen voedsel op te dringen.
Maar de verzorging is het daar niet mee eens en zegt: haar leven heeft nog wel
degelijk kwaliteit. Ze heeft nog zo’n lol als we muziek draaien, ze kan nog zo
lekker door het raam naar buiten zitten kijken…’
Gaan besluiten over euthanasie anders uitvallen als
verplegenden en verzorgenden meebeslissen?
‘Ik heb geen idee. Ik denk dat de verpleging voorzichtiger wordt in
haar oordeel als zij mee mag beslissen. Nu is het de beslissing van de arts.
Zelf ben ik heel gelukkig met de huidige regelgeving en blij dat we van het
geklooi af zijn. Er is een tijd geweest dat patiNnten door Jan en alleman aan
hun eind geholpen werden. Ik heb situaties meegemaakt waarin de verpleging
besloot er een einde aan te maken, al dan niet in samenwerking met artsen. Soms
had je situaties waarin een deel van het team patiNnten een spuit gaf, de rest
was tegen. Ik ben blij dat het zo niet meer gaat. Euthanasie is eindelijk
bespreekbaar en de verpleegkundige hoeft het niet meer te doen.’/Lucie T.
Vermij