Door Mariëlle van Bussel – Aan tafel zitten een paar mannen te schaken, op de bank liggen een paar mp3-spelers, in het midden van de ruimte een flipover. Relatie, familie, vrije tijd, staat erop. Het is pauze. Buiten staan een paar jongeren te roken, met uitzicht op een enorme tuin. Ze zijn deze week met z’n twaalven, en logeren minimaal een maand in de Smith and Jones-kliniek in Wassenaar om van hun verslaving af te komen. Zoals Frans. Restauranthouder, die na het overlijden van zijn vader als dertienjarig jochie aan de drugs raakte.
Een maand geleden, op zijn 41e , bracht zijn ex hem naar Smith and Jones. Helemaal aan het einde van zijn Latijn. ‘Nét voordat de trein tegen de muur klapte’, legt hij uit. ‘Ik dacht altijd dat ik niet verslaafd was, ik had een muur om me heen gebouwd en dacht dat ik het wel zou redden.’ Of Gido (18), verslaafd aan gamen. Minstens zes uur per dag zat hij achter de computer. School, sport, zijn relatie, het contact met z’n ouders, alles liep stuk. Voelde hij zich rot, dan was er altijd nog het gamen, zo belandde Gido in een vicieuze cirkel. Totdat zijn vader hem overtuigde om hulp te zoeken. ‘Jij bent een huis dat in brand staat’, zei Keith Bakker, de directeur van Smith and Jones, tijdens de intake. Hij mocht meteen blijven.
Lotgenoten
Smith and Jones bestaat inmiddels vier jaar, de privé-kliniek van Keith Bakker opende haar deuren in Amsterdam, maar is inmiddels verhuisd naar Wassenaar. Verslaafden – jong, oud, arm, rijk – wonen hier vier weken om te werken aan herstel. Alle soorten verslavingen komen voor, uitgezonderd anorexia (te medisch) en cliënten met een psychiatrische stoornis. Bakker, zelf ex-junk, ziet het als zijn missie om lotgenoten een helpende hand te bieden. ‘In 1998 was ik zelf zó knetter verslaafd, dat ik hopeloos bij de ggd op de stoep stond en riep dat ik wilde stoppen. Dat kon niet. Ik moest accepteren dat het me niet lukte om af te kicken. “We verstrekken u gratis heroïne”, zei de hulpverlener. Ik was verbijsterd. Op dat moment wist ik dat ik ooit Smith and Jones zou oprichten.’ Inmiddels is hij bijna tien jaar clean, en motiveert hij met zijn aanstekelijk enthousiasme zijn cliënten om af te kicken. Zelf lukte het hem in een kliniek in Schotland, de methode die ze daar gebruikten heeft hij meegenomen naar Wassenaar. De crux zit ’m in de visie op verslaving. ‘Verslaving is een ziekte, geen gedragsprobleem’, vat Bakker samen. ‘Het is een lichamelijke reactie én een obsessie van de geest. Het lichaam reageert allergisch op drank, er komt een enzym vrij waardoor je naar meer hunkert. Medicijnen voorschrijven, of in het geval van drugs stabiliseren met methadon, is niet de oplossing. Want juist dan wil je méér methadon, of méér medicijnen.’
Acceptatie
In zijn kliniek – of trainingscentrum, zoals hij het zelf liever noemt – richten psychologen en psychiaters zich vooral op het accepteren van de ziekte. Door middel van groepstherapie moeten de cliënten tot inzicht komen dat ze de verslaving niet de baas kunnen. De eerste stappen van de gebruikte methode – het twaalf-stappenplan – zijn bij Smith and Jones dan ook de belangrijkste. Stap één: We geven toe dat we machteloos stonden ten opzichte van onze verslaving en dat ons leven onhanteerbaar is geworden.
Het is belangrijk dat verslaafden inzien dat ze hulp nodig hebben. De meesten hebben dat bij binnenkomst nog niet. Nana Ruedisueli, psychologe: ‘Ze komen hier omdat ze zien dat hun leven een puinhoop is geworden, ze ervaren een crisis. Het erkennen dat ze hulp nodig hebben komt hier pas aan bod. Ze leren hoe ze een ander om hulp kunnen vragen.’In de pauze wordt er wat gelachen, er hangt een relaxte sfeer in het pand. Dat was tijdens het groepsgesprek deze ochtend nog anders. ‘Als je eerlijk moet zijn naar jezelf, kan dat heel heftig zijn. Voor een van onze cliënten was dat erg emotioneel’, vertelt Ruedisueli. ‘We leren ze om hun gevoelens te delen met de anderen, ook de allerzwartste gedachten.’ De groep is bij Smith and Jones ‘een grotere macht’ waar verslaafden kracht uit kunnen putten. Het is de bedoeling dat ze niet meer in zichzelf blijven zitten, maar juist naar buiten toe treden. ‘Dat is moeilijk, want een verslaafde is de meest egocentrische persoon. Ze leren geloven dat er iets groters is dan jezelf, dat je kan helpen om clean te worden. Dat kan de groep zijn, maar ook een overleden oma, de natuur of God. Uiteindelijk vinden ze die kracht in zichzelf, maar dat moeten ze weer leren herkennen.’ Het spirituele is kenmerkend voor het twaalf- stappenplan, dat in Amerika al in de jaren vijftig gebruikt werd. Belangrijk, vindt Ruedisueli, omdat verslaafden vaak een leegte voelen als ze aan het afkicken zijn.
‘Niet uniek’
Het idee dat verslaving een ziekte is, is volgens Els Buiting, woordvoerder van Jellinek, al langer gangbaar in Nederland. Zelf werkt Jellinek met zowel de reguliere aanpak – de cognitieve gedragstherapie – als het twaalf-stappenplan. Ook laten zij personeel in de VS opleiden. Het spirituele aspect speelt in de Minnesotabehandeling van de Jellinek ook een rol. Tegelijkertijd bestrijdt ze de uitspraak dat een verslaafde eens en altijd ver-slaafd is. ‘Dat geldt niet voor iedereen. Als je er op tijd bij bent, kan iemand met een alcoholprobleem weer sociaal leren drinken. Waar het om gaat is dat een verslaafde de keuze heeft tussen de reguliere methode en het twaalf-stappenplan.’ Om over resultaten te praten is het te vroeg, vindt Buiting. Gedegen wetenschappelijk onderzoek naar het twaalf-stappenplan is nog niet uitgevoerd in Nederland. ‘Roepen dat je succes hebt is heel makkelijk.’
U kunt het hele artikel lezen in Zorg + Welzijn nummer 4, april 2008