In de bibliotheek van het Antwerpse dagcentrum DAG, een verblijf voor
verstandelijk gehandicapten, krijgen Lieve en Kathleen ruzie. De begeleidster,
Hedwig Kaethoven, komt tussen beiden en neemt ze mee naar de EHBO-kamer van het
dagverblijf. Ze pakt meteen de Eerste Hulp bij Ruzie-map (EHBR-map) die ze heeft
gekregen tijdens de cursus van het Gentse Werkcentrum voor Inclusief en
Emancipatorisch Vormingswerk (WIEV). Samen met Lieve en Kathleen doorloopt ze de
plaatjes met opdrachten uit de map.
Donderwolk‘Teken een donderwolk op leeg papier en
teken daarin het probleem.’ Dat is de eerste opdracht die de ruziemakers
krijgen. Lieve is veertig jaar, maar heeft de verstandelijke leeftijd van een
zesjarige. Voor haar schrijft begeleidster Hedwig het woord ‘bibliotheek’ in het
wolkje. Kathleen, ook veertig jaar, kan zelf schrijven, zij heeft het niveau van
een tienjarige. Zij noteert het woord ‘moeien’. Ze is boos omdat ze vindt
dat Lieve zich niet met haar mag bemoeien. De twee hebben al eerder conflicten
gehad. Kathleen wil niet dat iemand in de bibliotheek komt die ze niet graag
mag.
Na de cursus heeft Hedwig de EHBR-map inmiddels gebruikt bij zo’n acht
conflicten tussen cliënten. Het is de bedoeling dat de cursusstof steeds meer
een integraal onderdeel wordt van de werkwijze van de begeleiders van het
dagcentrum DAG. De 34 cliënten hebben de EHBR-map allemaal al eens mogen inzien.
Uiteindelijk verwacht Hedwig dat de cliënten ook zonder begeleider hun
conflicten zelfstandig kunnen oplossen met behulp van de map.
‘Dat is zeker mogelijk voor cliënten die verstandelijk rond de leeftijd van
acht tot tien jaar zitten. De vijf- of zesjarigen zullen altijd begeleiding
nodig hebben.’
Kathleen en Lieve moeten bijvoorbeeld vertellen hoe ze zich voelen. ‘Dat is
heel lastig voor hen. Ze kunnen niet goed uitleggen dat het niet klikt tussen
hen. Daarover vragen stellen zonder ze woorden in de mond te leggen vind ik ook
lastig,’ zegt begeleidster Hedwig. ‘Voor Kathleen en Lieve was de bibliotheek
het onderwerp van de ruzie. Maar als ik het woord ‘moeien’ in de wolk van
Kathleen had doorgestreept was er opnieuw ruzie uitgebroken.’
Begeleidster Hedwig is zich er nu meer van bewust dat conflicten soms
ontstaan doordat de begeleiders niet duidelijk zijn of doordat de sfeer niet
open genoeg is. ‘Verstandelijk gehandicapten zijn geëmancipeerder en
zelfbewuster.
Daarom ontstaan er meer frustraties en ruzies. We gebruiken ook minder
medicijnen en dat geeft meer spanningen,’ vertelt de DAG-begeleidster. ‘Ruzie
ontstaat vaak omdat de cliënten de begeleiders nadoen. Nu nemen we een cliënt
apart als we die tot de orde willen roepen, anders doen de anderen het na.’
Een andere tip waar Hedwig dankbaar gebruik van maakt is een oud
telefoonboek, dat cliënten mogen verscheuren als ze een woedeaanval hebben. ‘Als
iemand al agressief op de groep komt, houden we hem even apart. We kunnen een
cliënt ook aanleren om zichzelf preventief af te zonderen als hij boos
is.’
ErkenningDe EHBR-map wordt bij het dagcentrum alleen
gebruikt bij conflicten die met een bepaalde intentie en vaker voorkomen. Als
een ruzie ontstaat doordat iemand bijvoorbeeld per ongeluk oploopt tegen iemand
anders, passen ze de methode niet toe.
‘Het is belangrijk dat we de ruziemakers laten vertellen wat er is. Die
erkenning tempert hun woede al,’ aldus Hedwig. ‘Werken met de EHBR-map heeft bij
Kathleen, Lieve en anderen zeker geholpen, omdat ze zich serieus genomen
voelen.’
Na het doorlopen van de opdrachten in de map verscheuren Lieve en Kathleen
hun blaadje met de wolk. Lieve ziet in het biebrooster dat Kathleen wel degelijk
recht heeft op een bezoek aan de bibliotheek. Ze schudt Kathleen de hand en
belooft plechtig dat ze zich nooit meer met haar zal bemoeien.
*De namen Lieve en Kathleen zijn verzonnen om hun privacyte beschermen.
Ruzie maken kan je lerenSfeer, beeldtaal en humor
staan centraal in de methodiek ‘Eerste Hulp bij Ruzie’. De bedoeling is een
actieve betrokkenheid uit te lokken bij de cursisten.
Met sketches en voorwerpen zorgt de cursusleider ervoor dat ook minder
begaafden geboeid blijven door de lessen. De cursus ‘Ruzie maken kan je leren’
wordt gegeven door het Werkcentrum voor Inclusief en Emancipatorisch
Vormingswerk (WIEV) in Gent.
De cursusleider van WIEV maakt gebruik van een eerstehulpkoffer, waaruit
hij een fles olie tevoorschijn tovert ‘om vastgeroeste ideeën los te krijgen.’
Met een vergrootglas wil hij problemen in een bredere context plaatsen en met
een spiegel probeert de cursusleider zijn publiek aan te sporen om zich in te
leven in de beleving van een ander.
De cursisten ontmoeten ook ‘Stefke het ruzie-experke’, een soort clown die
vragen stelt aan een zaal vol cursisten. Op een gegeven moment gaat Stefke het
toneel af en moeten de cursisten het zelf doen. In groepjes komen de begeleiders
vervolgens bij elkaar om ervaringen uit te wisselen.
De verstandelijk gehandicapten oefenen in kleine groepen om ruzie te maken.
Daarbij maken ze gebruik van de Eerste Hulp bij Ruzie-map (EHBR-map), waarin
beeldtaal een belangrijke rol speelt. De methodiek omvat zeven stappen, die
worden uitgebeeld door pleisters.
Iedere stap brengt de cursisten verder naar een oplossing voor het
conflict. Bij de map hoort ook een klein schoolbord met een krijtje. Daarop
moeten de cursisten in een donderwolk de oorzaak van de ruzie tekenen. Door
vragen te beantwoorden over dit probleem kunnen ze tot een oplossing komen.
Daarna wissen ze het wolkje op het schoolbord met een spons om weer met een
schone lei te kunnen beginnen.