Door Esther van Andel – Zahra Naleie is sociologe bij FSAN. Pharos, kenniscentrum voor vluchtelingen en gezondheid, is door VWS aangewezen als samenwerkingspartner van FSAN bij de bestrijding van besnijdenissen in Nederland. Naleie is een van de auteurs van het boek ‘Zware dingen moet je voorzichtig duwen’ dat in oktober verscheen. De publicatie gaat over achtergronden, gevolgen en de aanpak van meisjesbesnijdenis. Naleie is verheugd met Bussemakers aanpak van vrouwelijke genitale verminking (VGV).
Besnijdenissen uitroeien
‘Genitale verminking moet worden uitgeroeid. Liever vandaag dan morgen’, zei Bussemaker in haar toespraak op de conferentie ‘Zero tolerance tegen vrouwelijke genitale verminking’, die woensdag in Den Haag plaatsvond. Tijdens deze speech noemde zij een aantal maatregelen die deze praktijken moeten beperken.
Aanpak Bussemaker
Zij wil de aanpak die nu in zes proefregio’s draait, namelijk Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven en Tilburg, landelijk invoeren. Hierin staat voorlichting aan de Somalische, Soedanese en Ethiopische bevolkingsgroep centraal. Betrokken beroepsgroepen moeten alerter zijn op potentiële verminking en beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, politie en justitie werken samen in de aanpak ervan. Daarnaast wil zij VGV op de Europese en internationale agenda zetten.
Financiële middelen
In een brief aan de Tweede Kamer in december 2007 kondigde Bussemaker al aan hoe zij VGV de komende jaren gaat bestrijden. De staatssecretaris stelt hiervoor ruim één miljoen euro per jaar beschikbaar, met ingang van 2008. Pharos, landelijk kenniscentrum voor vluchtelingen en gezondheid, is blij met de ambities van Bussemaker. Maar Naleie benadrukt het belang van bewustwording.
Bewustwording
‘De strafrechtelijke vervolging is een stok achter de deur bij de aanpak van meisjesbesnijdenissen. Maar alleen dat is niet genoeg. Voor de uitbanning van genitale verminking in Nederland is bewustwording nodig. Voorlichting moet hand in hand gaan met wetgeving. Niet alleen aan de oude garde immigranten, maar ook aan nieuwe instromers’, zegt Naleie.
Voorlichting
‘Start die dialoog met vertegenwoordigers van bevolkingsgroepen. Je moet het onderwerp bespreekbaar maken. Vertegenwoordigers van deze groepen, en dan heb ik het voornamelijk over Somaliërs, zien dit als onderdeel van hun cultuur. Het is traditie, ze zijn niet anders gewend. Vertel hun waarom het hier verboden is. Ik sluit niet uit dat zij eerst zullen opkomen voor hun cultuur, maar langzaam worden zij bewust van de gevolgen van genitale verminking. Gedragsverandering is een weg van lange adem’, zegt Naleie.
Betrokkenheid
Voorlichting is een belangrijk onderdeel in de intensieve aanpak van Bussemakers zes proefregio’s. ‘Helaas voelen de vertegenwoordigers van de bevolkingsgroepen waarop de voorlichting is gericht zich nog onvoldoende betrokken bij de aanpak in deze regio’s.’ Bussemaker betreurt dat, want volgens haar zijn zij ‘de ambassadeurs in de richting van hun eigen achterban’. Zij ziet dan ook een belangrijke rol weggelegd voor organisaties als de FSAN (Federatie Somalische Associaties Nederland) en voor sleutelfiguren zoals geestelijk leiders.
Voorbeelden
Bussemaker houdt zich vast aan Frankrijk en Engeland als voorbeelden. Huisartsen en consultatiebureaus spelen hier een actieve rol in de signalering van VGV. In Engeland looft de politie tipgeld uit aan personen die informatie hebben over besnijdenispraktijken. Naleie gelooft meer in de empowerment en assertiviteit van deze personen. ‘Mensen die meer weten over dit soort praktijken, moeten we leren om af te stappen op het AMK of de rechterlijke macht.’
Aantal besnijdenissen
Naar schatting worden jaarlijks vijftig meisjes besneden die in Nederland wonen. Omdat het aantal immigranten uit Somalië jaarlijks groeit, stijgt daarmee het aantal potentiële besnijdenissen. In 2006 waren er duizend immigranten uit Somalië, het land waar – na Egypte – procentueel de meeste besnijdenissen plaatsvinden. In 2007 was dit aantal verdubbeld naar tweeduizend. De verwachting is dat besnijdenissen in deze bevolkingsgroep plaatsvinden in het land waar de meisjes geboren zijn of waar hun ouders vandaan komen.