Wat er in de media gezegd werd over het hoe en waarom ‘verwarde personen’ steeds vaker opduiken in de samenleving, vond hij maar ‘onbevredigend’. Piet-Hein Peeters schreef daarom het boek ‘Verwarde personen zijn het probleem niet – over de echte vragen in de ambulante ggz’. Hij deed hiervoor interviews met twintig deskundigen en maakt zo inzichtelijk waar het mis gaat in de zorg voor mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen.
Zorg + Welzijn legde hem een aantal stellingen voor:
Alle ggz-patiënten die in de wijk terecht komen zijn verwarde mensen en potentieel gevaarlijk voor de samenleving.
‘Oneens. De mensen die door de ambulantisering in de ggz weer (beschermd) in de wijk gaan wonen zijn mensen waarvan de ggz oprecht denkt dat het beter is dat zij weer zelfstandig gaan wonen. Tegelijk zijn dit wel mensen met een chronische aandoening die op enig moment weer kan opspelen. Mensen met een ernstig psychiatrische aandoening (EPA) zijn niet verward. Zonder ondersteuning kan het wel gebeuren dat deze mensen in de war raken en uiteindelijk gekke dingen gaan doen. Die ondersteuning is daarom essentieel en juist daar schort het aan.’
We moeten niet willen dat mensen langdurig in een ggz-instelling zitten. De kwaliteit van leven daar is slecht en voor de ggz-patiënt en zijn herstel is het zinvoller om aan de samenleving mee te doen.
‘Alle deskundigen die ik gesproken heb, vinden dat mensen met een psychiatrische aandoening beter in de wijk kunnen wonen, omdat de zorg in instellingen te weinig gericht is op herstel. Ik vraag me wel af wat de ggz drijft als we het hebben over ambulantisering. Is dat vooral het idee dat intramuraal slecht is voor de patiënt? En wordt er dan wel goed gekeken naar of het daadwerkelijk kan? Daar zit wel iets tragisch in: is het reëel om deze mensen in de wijk te laten wonen of wil je vooral graag van opname in een instelling af?’
De ambulantisering in de ggz heeft vooral te maken met bezuinigingen.
‘Nee, de ambulantisering is niet alleen kosten gedreven. Het inhoudelijke argument, dat het beter is voor het herstel en de zelfstandigheid van de patiënt, staat als een paal boven water. Ik zie wel dat de bezuinigingen steeds meer de overhand hebben gekregen en dat er onvoldoende is geïnvesteerd in de opbouw van ambulante zorg. Er wordt bovendien gezegd door de ggz dat de wijkteams en de huisartsen niet de expertise hebben voor deze problematiek. Daar verbaas ik me wel over; je wil de patiënt in de wijk, dus daar horen de wijkteams en de huisarts bij. Als je vervolgens zegt dat de eerste lijn niet sterk genoeg is, wat wil je dan eigenlijk?’
De buurt zou volgens het ideale plaatje ook moeten omkijken naar de buurman met psychiatrische problemen, maar daar is de samenleving helemaal niet klaar voor.
‘Wat ik onder meer van onderzoeker Femmianne Bredewold heb geleerd, is dat het integreren voor mensen met een ernstig psychiatrische aandoening (EPA) heel moeilijk is. Op de een of andere manier vinden we het makkelijker om te gaan met bijvoorbeeld mensen die dementeren of een verstandelijke beperking hebben. Wonderlijk genoeg wordt de woonomgeving nauwelijks betrokken bij de zorg aan mensen met een EPA. De ggz is gesloten als het gaat om het informeren van buurtbewoners, maar ook professionals in de eerste lijn wegens de privacy. Terwijl ik denk dat als jij weet waarom en wanneer jouw buurvrouw een beetje gek doet, je waarschijnlijk meer naar haar omkijkt of in ieder geval weet wie te waarschuwen voordat het uit de hand loopt.’
Een warme zorgrelatie tussen mensen met een verstandelijke of een psychiatrische beperking en hun buurtbewoners, is geen realistisch beeld van de participatiemaatschappij. Dat stelt Femmianne Bredewold naar aanleiding van haar promotieonderzoek ‘Lof der Oppervlakkigheid’ >>
We kunnen de ambulantisering in de ggz maar beter terugdraaien.
‘Terugkeer naar de intramurale zorg is echt een gepasseerd station zeggen de deskundigen. Uit mijn research en de gesprekken die ik heb gehad zie ik wel drie dilemma’s die volgens mij de werkelijke problemen zijn. Kan en wil de samenleving zelfstandig wonende mensen met een EPA wel verwerken en hoe wordt ze daarbij geholpen? De ggz is bovendien verre van eensgezind over wat nu wel en niet mogelijk is voor mensen met een EPA. En meer ondersteuning vanuit de landelijke overheid zou ook helpen, want nu zijn mensen met een ernstige psychiatrische aandoening en nog teveel overgeleverd aan de grillen van lokale partijen en worden lokale partijen ook weer belemmerd door landelijke regelgeving.’
Het boek ‘Verwarde personen zijn het probleem niet – over de echte vragen in de ambulante ggz’ van Piet-Hein Peeters verschijnt op 16 oktober bij uitgeverij Pepijn >>
Dit vraagstuk van ambulantisering verdient het om in een klimaat van vertrouwen te bespreken en niet gedreven door angst en daaropvolgende controlezucht (met alle administratieve last daarbij). Verder: maatwerk (individueel), flexibiliteit (o.a. communicerende vaten) is voor betreffende doelgroep van belang. Daarom lijkt het me weliswaar zinvol om een term als EPA te gebruiken voor statistiek en financieringsdoelen, maar gebruik dit containerbegrip zo weinig mogelijk. Het is een stigmatiserende en ter discussie staande term.
Jan Kruizinga
Begeleiding behoort niet tot de taakopvatting van de GGZ en de Zvw. Voor behandeling kan men bij een 1e lijn terecht voor 837 minuten behandeltijd of minder. Dan ontstaat er de situatie dat iemand met autisme, die alleen de eerste 10 woorden van een gesprek kan volgen a.g.v. de informatieverwerkingsstoornis inherent aan autisme, in twee gesprekken psycho-educatie krijgt. Chronische psychiatrische problematiek: het kan bij iemand horen zoals blindheid bij iemand die blind is. De blinde krijgt een stok, iemand die niet op eigen benen kan staan een prothese. En iemand met chronisch psychiatrische problemen zoals autisme …die moet het allemaal maar op eigen kracht doen? Dit terwijl onderzoek uitwijst dat dit maar tijdelijk of zelfs onmogelijk is! Mensen met chronisch psychiatrische problematiek worden nu overgelaten aan de grillen van de Wmo waarin elke gemeente en elke wisselende gemeentelijke bestuurssamenstelling haar eigen stempel drukt. Was je al verward, word je zo mogelijk nog verwarder in de Wmo. Waarom hebben mensen met chronische psychiatrische problematiek die nu beschermd wonen met een ZZP C geen plek gekregen in de Wlz? Net zoals mensen met een ZZP VG, ZZP LG?? Het kabinet zou daar een uitspraak over doen en dit is inmiddels verschoven van aanvankelijk 2014 naar 2017! Dus: ook GGZ C een plek geven in de wet LANGDURENDE ZORG! Een MBC zal ook hier laten zien dat dit voor alle partijen betere garanties biedt.
Punt is dan wel dat intramuraal en ambulant communicerende vaten moeten zijn. Bijvoorbeeld met time-out voorzieningen. Daar schort het momenteel aan.
Piet-Hein Peeters
Een ernstige psychiatrische aandoening, gaat in de regel niet over, maar mensen kunnen er in veel gevallen wel mee leren leven in proces met vallen en opstaan. Er zullen momenten zijn dat het voor de veiligheid van de client beter is om beschermd te worden opgevangen. Daarbij is het wel noodzakelijk dat er in de instelling een goed leefklimaat heerst dat gericht is op herstel en niet op beheersing (Zie Van der Helm & Schaftenaar 2014 in MvG). De Hogeschool Leiden doet leefklimaatonderzoek in GGZ instellingen. Daar zouden we met elkaar meer van kunnen leren om het klimaat te verbeteren en clienten meer regie te geven over hun behandeling.
Dat geldt ook voor ambulante zorg; die is niet noodzakelijk beter, maar gericht op een andere herstelfase van de client.
Goede ambulante zorg kan dan ook zeer intensief zijn en soms ook kostbaar. Daarbij kunnen in het leven van de client ook episodes voorkomen waarbij tijdelijke residentiele opname in een op herstel gericht leefklimaat nodig is, dat vangnet is voor veel clienten ook een geruststellende gedachte. Mijn conclusie is dan ook dat het niet gaat om ambulant versus residentieel maar om kwalitatief goede zorg op het juiste moment in het leven van een client.
Peer van der Helm is lector de Hogeschool Leiden