Slechts één op de drie statushouders in Nederland tussen 15 en 64 jaar heeft een betaalde baan en velen van hen zijn afhankelijk van een bijstandsuitkering. De moeizame start door de lange asielprocedures, de lage waardering van de diploma’s uit het thuisland, de leeftijd van de nieuwkomers, de taal en de discriminatie op de arbeidsmarkt zijn factoren die in een rol spelen in de slechte arbeidsmarktpositie.
Teleurgesteld
‘In de asielzoekerscentra zitten veel mensen die teleurgesteld zijn. Die moe zijn van het wachten. Maar je moet actief worden. Niet alleen maar binnenblijven en nadenken. We zijn nu in Nederland. Hier moeten we het doen.’ De 24-jarige Hoseb Assadour uit Aleppo in Syrië gaat in ieder geval niet zitten wachten tot Nederland naar hem toe komt. Natuurlijk had hij het moeilijk in het begin en was het een grote klap toen zijn diploma’s uit Syrië hier laag werden gewaardeerd. Hij studeerde medicijnen in Aleppo. ‘Maar voor Nederland heb ik alleen maar mbo. Ik begrijp dat nog steeds niet, maar oké.’
Vrijwilligerswerk
Dit belet hem echter niet om in Nederland aan de slag te gaan. Hij doet vrijwilligerswerk als tolk, hij heeft Nederlandse vrienden gevonden en is één van de gemotiveerde deelnemers aan K!X Works. Van origine werd dit programma in 2008 opgezet om jongeren in het vmbo en mbo beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Eind 2015 werd de methode door Movisie aangepast en ingezet bij statushouders tussen de 13 en 23 jaar. Een jaar lang worden ze begeleid en wegwijs gemaakt in het Nederlandse onderwijs en de arbeidsmarkt.
Het kabinet investeert 1 miljoen euro in projecten voor vrijwilligerswerk door vluchtelingen. Heel positief en nuttig, maar er komt wel extra inzet van vrijwilligersorganisaties en hun mensen bij kijken, aldus Annemarie van Hinsberg van het Kennisplatform Integratie & Samenleving. Lees meer >>
K!X Works
Toen Assadour een paar maanden terug van de gemeente Maastricht een uitnodiging kreeg voor K!X Works was hij enthousiast. ‘Het gaf me het gevoel dat ik er niet alleen voor sta. Er zijn mensen die ons willen helpen.’ Hij gaat twee maal per week naar de bijeenkomsten bij de sociale dienst. ‘We krijgen uitleg hoe het allemaal werkt in Nederland. Wat zet je op je cv? Hoe gedraag je je in een sollicitatiegesprek? Binnenkort gaan we bedrijven bezoeken. Ook een ziekenhuis.’ Het oprechte enthousiasme van de jonge Armeense Syriër is aanstekelijk.
Statushouders
De energie van de jongeren heeft Jamal Chrifi, projectleider K!X Works bij Movisie, vaak geraakt. ‘Hoe snel ze zich de taal eigen maken. Hoe graag ze aan de slag willen.’ Hij bedoelt maar: het is zaak om deze jongeren nu niet kwijt te raken, niet te demotiveren. Daarom worden jonge statushouders tussen de 13 en 23 jaar die mee doen aan K!X Works al op het azc, ROC of in de internationale schakelklas wegwijs gemaakt in het Nederlandse onderwijs en de arbeidsmarkt.
Integratie
Projectleider Chrifi ziet dat op het moment veel waardevolle initiatieven rondom de integratie van de nieuwkomers in Nederland worden gestart. Het belang van meedoen is overal wel door gedrongen. ‘Jammer genoeg bestaat er veel competitie tussen instanties onderling. Dat is triest. Iedereen mag onze methode gebruiken.’
Competence card
Zo’n ander initiatief is de Competence Card, ontwikkeld door Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt aan Tilburg University, samen met oud-promovendus Ronald Lievens en het Tilburgse assessmentbureau Meurs. Bedoeld om de vaardigheden van vluchtelingen in beeld te brengen. Handig voor scholen en werkgevers. De card gaat veel verder dan een ‘gewone cv’. De nieuwkomer beantwoord ook vragen over zijn persoonlijkheid, ervaringen, passies, de dream job. Wilthagen: ‘De diversiteit onder de Syriërs is groot. Het zijn niet allemaal hoogopgeleide, goed Engelssprekende ingenieurs uit Damascus. Er zijn ook mensen die als schaapherder hebben gewerkt.’
Proeftuin
Haast om deze mensen bij de samenleving te betrekken is geboden, klinkt het opnieuw. ‘De tijd in het azc haalt mensen uit hun modus en tijd is van belang. Duurt het te lang, dan wordt de afhankelijkheid van de uitkering groter.’ Hij weet dat veel gemeenten in het land worstelen met al die nieuwkomers binnen hun grenzen, hoe hen te laten participeren. ‘Het gevaar is dat er te veel wordt gepraat, overlegd met Jan en alleman, maar zonder resultaat.’ Wilthagen gelooft in de bottum-upaanpak. ‘Klein beginnen in een proeftuin, zorgen dat het werkt en dan pas verder uitrollen.’
Lees het hele artikel in Zorg+Welzijn magazine van oktober 2016 >>
het woord 'moeten' staat heel raar in het licht van het verbod dat tot voor kort heeft gegolden: geen taalles; geen vrijwilligerswerk voor asielzoekers. Dat de inzichten veranderen (laat, dat wel) kan, maar om dan meteen te zeggen dat ze moeten…. de meesten wilden al lang!