Grote delen uit de AWBZ komen onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid te vallen. De staatssecretaris gaat vanaf 2015 enorme ombuigingen in zorg en ondersteuning doorvoeren, stelt de VNG. 600 miljoen euro minder voor de huishoudelijke hulp, 550 miljoen minder voor inkomenssteun chronisch zieken en gehandicapten 25% minder voor begeleiding en 15% minder voor persoonlijke verzorging (samen tussen de 1 en anderhalf miljard) en 50 miljoen op Wmo-hulpmiddelen. Dit zijn bezuinigingen die niet geruisloos of pijnloos kunnen worden doorgevoerd, aldus de VGN.

Ondersteuning

‘Krijgen wij van de staatssecretaris ook de instrumenten om deze omvangrijke ombuigingen door te voeren’, vraagt de vereniging aan Van Rijn. Als de zorg terecht moet komen bij hen zonder sociaal netwerk dan moet de gemeente scherp kunnen kiezen wie wel en niet in aanmerking komt voor ondersteuning. Maar krijgt de gemeente deze mogelijkheid?

Verplichten

Van Rijn wil sturen op eigen inzet van de burger en zijn sociaal netwerk, maar hij wil dat niet verplichten, zo omschrijft de VGN de situatie in de brief. De gemeenten vrezen dat ze met té vrijblijvende bepalingen over eigen kracht de gewenste verandering niet zullen kunnen waarmaken. ‘Er is een zekere doorzettingsmacht nodig om de omslag naar eigen inzet te maken’, meent de VGN.

Draagkracht

Ook krijgende gemeenten geen ruimere mogelijkheden om rekening te houden met financiële draagkracht, zo luidt de kritiek. ‘We moeten welgestelde bewoners van hypotheekvrije huizen woningaanpassingen ter waarde van soms tienduizenden euro’s blijven geven. Een inkomenstoets voor vervoersvoorzieningen blijft verboden hoewel dat tot 2007 zeer gebruikelijk was. De staatssecretaris staat alleen toe dat eigen bijdragen
worden geheven.’