Staatssecretaris
Jet Bussemaker
(Volksgezondheid) wil thuiszorginstellingen verbieden ongevraagd alfahulpen op hun klanten af te sturen.
Complexe situatie
De Tweede Kamer steunde afgelopen week haar plan om de Wet maatschappelijke ondersteuning op dat punt aan te passen (zie
Geen ongevraagde alfahulp meer naar de klant
). De VNG meent juist dat deze wetswijziging de beleidsvrijheid van gemeenten aantast en leidt tot een complexe situatie, zo schrijft ze in een brief aan de kamer (
‘Ronde tafel wetswijziging Wmo’
, 5 maart 2008).
Geen alfahulp
De wetswijziging regelt dat de zorgaanbieders huishoudelijke hulp in natura niet meer in de vorm van alfahulpen mogen leveren. De cliënt heeft straks geen twee maar drie keuzes: hulp in natura, het persoonsgebonden budget of een financiële vergoeding voor het inkopen van huishoudelijke hulp.
Verschil PGB
‘Wat is eigenlijk het verschil tussen een financiële vergoeding en een PGB?’, vraagt de VNG zich af in de brief. ‘Heeft het wellicht te maken met werkgeverschap versus opdrachtgeverschap? Verschilt de hoogte van het bedrag?’
Buiten spel
De gemeentekoepel vreest ook dat door de maatregel mogelijk een groot aantal alfahulpen het werk verliest. ‘Als cliënten na de wetswijziging massaal gebruik maken van hun nieuwe recht en kiezen voor een medewerker-in-loondienst, komt een groot deel van de 50.000 alfa-hulpen buiten spel te staan.’
Hogere eigen bijdrage
De cliënt die kiest voor een huishoudelijke hulp in natura zal een hogere eigen bijdrage moeten betalen, voorspelt de VNG. ‘Immers de maximale eigen bijdrage is gerelateerd aan het door gemeenten gecontracteerde tarief. En dat tarief ligt hoger voor een medewerker-in-dienst dan voor een alfahulp.’
Draaiend houden
De branche-organisatie vindt niet dat de wetswijziging ertoe mag leiden dat een thuiszorgaanbieder uitsluitend nog met personeel in loondienst mag werken. ‘Werken met onderaannemers, zzp’ers, WWB’ers, uitzendkrachten en andere flex-contracten is noodzakelijk om de sector draaiend te houden.’
Duurder
Ook wijst de VNG er op dat door de maatregel de huishoudelijke hulp duurder wordt dan vroeger onder de AWBZ het geval was. Gemeenten dienen het geld te ontvangen om de gevolgen van deze wetswijziging te kunnen betalen.